Wet van 21 juli 2007, houdende algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Wet algemene bepalingen burgerservicenummer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is algemene regels te stellen in verband met de invoering van een uniek persoonsnummer teneinde de doelmatigheid van de administraties van de overheid en enige andere sectoren te vergroten en de dienstverlening aan de burger te verbeteren, een en ander met inachtneming van de eisen die daaraan behoren te worden gesteld ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    burgerservicenummer: het als zodanig overeenkomstig deze wet aan een natuurlijke persoon toegekend nummer;

  • c.

    overheidsorgaan:

    • 1°.

      een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of

    • 2°.

      een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed;

  • d.

    gebruiker:

    • 1°.

      een overheidsorgaan;

    • 2°.

      ieder ander dan een overheidsorgaan of degene aan wie het burgerservicenummer is toegekend, voor zover deze werkzaamheden verricht waarbij het gebruik door hem of haar van het burgerservicenummer bij of krachtens de wet is voorgeschreven;

  • e.

    beheervoorziening: de beheervoorziening, bedoeld in artikel 3;

  • f.

    nummerregister: het nummerregister dat deel uitmaakt van de beheervoorziening.

Artikel

2

Het burgerservicenummer bevat geen informatie over de persoon aan wie het is toegekend.

Hoofdstuk

2

Nummerbeheer

Paragraaf

1

De beheervoorziening

Artikel

3

Paragraaf

2

Het nummerregister

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen verplichtingen worden geregeld van overheidsorganen om aan Onze Minister de inlichtingen te verschaffen die voor de bijhouding van het nummerregister van belang zijn.

Hoofdstuk

3

Aanmaken en toekennen van burgerservicenummers

Artikel

7

Onze Minister draagt er zorg voor dat een nummer dat als burgerservicenummer kan worden toegekend slechts éénmaal wordt aangemaakt en ter beschikking gesteld aan een bestuursorgaan dat bevoegd is het nummer toe te kennen.

Artikel

8

Artikel

9

Hoofdstuk

4

Algemene bepalingen betreffende het gebruik van het burgerservicenummer en de beheervoorziening

Paragraaf

1

Het gebruik van het burgerservicenummer

Artikel

10

Overheidsorganen kunnen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun taak gebruik maken van het burgerservicenummer, met inachtneming van hetgeen bij of krachtens dit hoofdstuk is bepaald.

Artikel

11

Artikel

12

Indien bij het verwerken van persoonsgegevens een burgerservicenummer wordt gebruikt, vergewist de gebruiker zich ervan dat het burgerservicenummer betrekking heeft op de persoon wiens persoonsgegevens hij verwerkt.

Artikel

13

Degene aan wie een burgerservicenummer is toegekend, dan wel diens wettelijk vertegenwoordiger, kan niet worden verplicht bij het verstrekken van persoonsgegevens aan een gebruiker een ander persoonsnummer te verstrekken dan het burgerservicenummer dat aan hem, onderscheidenlijk aan degene die hij vertegenwoordigt, is toegekend.

Paragraaf

2

Het verstrekken van inlichtingen aan gebruikers

Artikel

14

Aan een gebruiker worden op zijn verzoek uit het nummerregister de inlichtingen verstrekt, die hij nodig heeft in verband met het gebruik van een burgerservicenummer.

Artikel

15

Artikel

16

Paragraaf

3

Sectorale berichtenvoorzieningen

Artikel

17

Hoofdstuk

5

Bescherming van persoonsgegevens, toezicht en controle

Artikel

18

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Hoofdstuk

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Wijzigt de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel

25

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen categorieën van gebruikers.

Artikel

26

Deze wet wordt aangehaald als: Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Tavarnelle
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A. Th. B.Bijleveld-Schouten
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin