Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
samenwerkingsverband: verband van twee of meer aanvragers die aan de hand van een schriftelijke verklaring, of in het geval van een verband van gemeenten of stadsdelen aan de hand van een schriftelijke verklaring of een regeling als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, kunnen aantonen dat zij samenwerken bij het uitvoeren van projecten als bedoeld in deze regeling;
-
b.
stadsdeel: deel van een Nederlandse gemeente dat bevoegd is tot het zelfstandig voeren van beleid met betrekking tot onderwerpen als bedoeld in deze regeling;
-
c.
beheerder van een voor het publiek vrij toegankelijke ruimte: overheidsorgaan, instelling of organisatie, niet zijnde een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet, die verantwoordelijk is voor het schoonhouden en onderhouden van ruimte die voor het publiek vrij toegankelijk is;
-
d.
nulmeting zwerfafval: analyse van de uitgangssituatie ten aanzien van zwerfafval, volgens de opgave in bijlage I bij deze regeling;
-
e.
plan van aanpak zwerfafval: beschrijving van het beleid en de voorgenomen maatregelen om een structurele en integrale aanpak van zwerfafval te bereiken, opgesteld volgens de opgave in bijlage II bij deze regeling;
-
f.
basisproject: samenhangend geheel van activiteiten, inhoudende het uitvoeren van een nulmeting zwerfafval en, gebaseerd op de resultaten daarvan, het opstellen en het bestuurlijk vaststellen van een plan van aanpak zwerfafval;
-
g.
plusproject: samenhangend geheel van maatregelen ter uitvoering van een plan van aanpak zwerfafval, waarbij de uit te voeren activiteiten ter invulling zijn van een of meer van de onder h tot en met m genoemde modules;
-
h.
module voorzieningen: samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het planmatig en structureel optimaliseren van het afvalbakkenbestand in de openbare ruimte, overeenkomstig de leidraad ‘Afvalbakken in de openbare ruimte’, opgesteld door de Stichting Nederland Schoon, CROW en de NVRD, uitgave januari 2005, dan wel overeenkomstig een daaraan gelijkwaardige aanpak;
-
i.
module handhaving: samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het optimaliseren en uitvoeren van de handhaving van de regels ten aanzien van zwerfafval, overeenkomstig de ‘Routeplanner Handhaving op zwerfafval’, opgesteld door SenterNovem, uitgave november 2005, dan wel overeenkomstig een daaraan gelijkwaardige aanpak;
-
j.
module reiniging: samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het optimaliseren van het beleid en de uitvoering van de reiniging ten aanzien van zwerfafval;
-
k.
module communicatie: samenhangend geheel van werkzaamheden ter voorbereiding en uitvoering van een communicatiebeleid gericht op gedragsbeïnvloeding ten aanzien van zwerfafval, overeenkomstig de ‘Communicatiewijzer zwerfafval’ opgesteld door SenterNovem, uitgave november 2005, dan wel overeenkomstig een daaraan gelijkwaardige aanpak;
-
l.
module participatie: samenhangend geheel van activiteiten ter voorbereiding en uitvoering van een structurele aanpak van zwerfafval, waarbij burgers, instellingen of bedrijven, anders dan bedrijven die beroepsmatig betrokken zijn bij het beheer van de openbare ruimte, worden betrokken;
-
m.
module monitoring: samenhangend geheel van activiteiten ter voorbereiding en uitvoering van het vooropgezet, systematisch en structureel verzamelen, bewerken en presenteren van gegevens over de gemeentelijke zwerfafvalsituatie;
-
n.
proeftuinproject: samenhangend geheel van werkzaamheden ter voorbereiding of uitvoering van innovatieve projecten met betrekking tot het voorkomen of opruimen van zwerfafval of ter bevordering van de naleving van de regels ten aanzien van zwerfafval;
-
o.
projectevaluatie: evaluatie van het behalen van het projectdoel, de uitvoeringsaspecten van het project, de behaalde resultaten en de leeraspecten overeenkomstig de ‘Handreiking zwerfafval, stap 7 (evaluatie)’, opgesteld door SenterNovem, uitgave 2007;
-
p.
groep: een economische eenheid waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
1°.
een natuurlijke persoon of rechtspersoon die direct of indirect:
-
–
meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan rechtspersonen of vennootschappen,
-
–
volledig aansprakelijk vennoot is van rechtspersonen of vennootschappen, of
-
–
overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en
-
–
-
2°.
rechtspersonen of vennootschappen;
-
1°.
-
q.
onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd, en de groep waartoe die eenheid behoort;
-
r.
verordening: verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 379/5).