Artikel
1
In deze verordening wordt verstaan onder:
-
a.
bestuur: het bestuur van de NOvAA;
-
b.
competentie: een combinatie van kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshoudingen waarover een Accountant-Administratieconsulent dient te beschikken;
-
c.
commissie eindtermen accountantsopleiding: de commissie eindtermen accountantsopleiding, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants;
-
d.
eindtermen: de eindtermen, bedoeld in artikel 56 lid 1 onder a van de wet;
-
e.
examen: het examen voor de praktijkstage, bedoeld in artikel 54 lid 1 van de wet;
-
f.
externe beoordelaar: de Accountant-Administratieconsulent met een aantekening als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de wet, die minimaal vijf jaar werkzaam is als accountant met die aantekening;
-
g.
NOvAA: de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten, bedoeld in artikel 2 van de wet;
-
h.
praktijkopleider: Accountant-Administratieconsulent of een andere natuurlijke persoon die voldoet aan door het bestuur in nadere regels gestelde eisen;
-
i.
praktijkstage: de praktijkstage, bedoeld in artikel 54 lid 1 van de wet;
-
j.
praktijkopleidingsplan: de door het bestuur op grond van artikel 2 vastgestelde nadere regels;
-
k.
portfolio: het elektronische dossier dat inzicht geeft in de beroepsontwikkeling en de verworven competenties van de trainee;
-
l.
richtlijn: de richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en B3/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU L 157);
-
m.
trainee: een natuurlijke persoon die de praktijkstage volgt;
-
n.
kritische beroepssituaties: situaties die kenmerkend zijn voor de beroepsuitoefening van een Accountant-Administratieconsulent en zijn omschreven in het beroepsprofiel;
- o.