Artikel
1
1
De bijdrage, bedoeld in artikel 36, eerste lid, en artikel 36a, eerste lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, bedraagt voor elk kwartaal, of een gedeelte daarvan, voor:
-
a.
ondernemingen toebehorende aan een natuurlijk persoon of Europese economische samenwerkingsverbanden: € 3,50;
-
b.
verenigingen of stichtingen die een onderneming drijven: € 7,–;
-
c.
vennootschappen onder firma: € 7,–;
-
d.
commanditaire vennootschappen: € 10,50;
-
e.
coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50: € 10,50;
-
f.
naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal tot € 2 500 000,– en een aantal werkzame personen tot 50: € 10,50;
-
g.
vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50: € 10,50;
-
h.
naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 2 500 000,– tot € 10 000 000,– en een aantal werkzame personen van 50 tot 250: € 28,–;
-
i.
coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250: € 28,–;
-
j.
vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250: € 28,–;
-
k.
coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer: € 70,–;
-
l.
naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 10 000 000,– of meer en een aantal werkzame personen van 250 of meer: € 70,–;
-
m.
vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer: € 70,–;
-
n.
rechtspersonen die geen onderneming drijven: €0,–.
2
De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd aan de kamer in het gebied waarvan de betreffende onderneming op de eerste dag van het kwartaal is gevestigd. Indien de betreffende onderneming op de eerste dag van het kwartaal niet in het gebied van enige kamer is gevestigd, is de bijdrage verschuldigd aan de kamer in het gebied waarvan de onderneming in dat kwartaal voor het eerst is gevestigd.
3
De bijdrage, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, wordt voor een jaar vastgesteld. Ondernemingen zijn een vierde deel van dit bedrag per kwartaal, of een gedeelte daarvan, verschuldigd. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op die bijdrage.