Artikel
I
Wijziging van de Wet arbeid en zorg
Wijzigt de Wet arbeid en zorg.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Wet arbeid en zorg.
Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Wijzigt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Wijzigt de Werkloosheidswet.
Wijzigt de Ziektewet.
De bepalingen van de Wet arbeid en zorg zoals deze luiden na de inwerkingtreding van deze wet zijn niet van toepassing op vrouwelijke zelfstandigen wier bevalling heeft plaatsgevonden voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, noch op vrouwelijke beroepsbeoefenaars op arbeidsovereenkomst aan wie een uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 2, van de Wet arbeid en zorg is toegekend voor de datum van inwerkingtreding van deze wet.
De verplichting, bedoeld in artikel 3:22, van de Wet arbeid en zorg, om, indien de vrouwelijke zelfstandige voor een uitkering in verband met zwangerschap en bevalling in aanmerking wenst te komen, uiterlijk twee weken voor de datum van ingang van het recht op uitkering, bedoeld in artikel 3:18, tweede lid een aanvraag in te dienen geldt niet voor de vrouwelijke zelfstandige wier bevalling binnen tien weken na inwerkingtreding van deze wet plaatsvindt. De vrouwelijke zelfstandige, bedoeld in de vorige zin, kan een aanvraag voor een uitkering voor de periode van zwangerschap en bevalling uiterlijk vier weken na de datum van bevalling indienen.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.