Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat met betrekking tot de verstrekking van bijdragen in het kader van het Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water

Regeling Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Kaderrichtlijn Water: richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een communautair kader voor maatregelen betreffende de waterkwaliteit (PB EU L 327/1);

  • b.

    aanvrager: provincie, gemeente, waterschap of onderzoeksinstelling die een subsidie op grond van deze regeling aanvraagt of heeft aangevraagd;

  • c.

    subsidieontvanger: provincie, gemeente, waterschap of onderzoeksinstelling die een subsidie op grond van deze regeling ontvangt;

  • d.

    subsidie: subsidie of eenmalige specifieke uitkering op grond van deze regeling;

  • e.

    Minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • f.

    onderzoeksinstelling:

    • 1°.

      een in onderdelen a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs;

    • 2°.

      een andere dan in de onder a bedoelde onderzoeksinstelling die geheel of gedeeltelijk door de rijksoverheid is gefinancierd en die activiteiten verricht met als doel het uitbreiden van de algemene wetenschappelijke en technische kennis;

    • 3°.

      een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde openbare instelling voor hoger onderwijs;

    • 4°.

      een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde onderzoeksinstelling die activiteiten verricht met als doel het uitbreiden van de algemene wetenschappelijke en technische kennis;

    • 5°.

      een andere entiteit als zodanig door de Minister aangewezen;

  • g.

    project: onderzoeks- of ontwikkelingsproject, praktijkexperiment, demonstratieproject, eerste-toepassingsproject, of een combinatie van deze projecten;

  • h.

    Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water: Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water opgenomen in het Innovatieprogramma ‘Mobiliteit en Water’ van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (TK 2006, 29644, nr. 69);

  • i.

    SenterNovem: agentschap van het Ministerie van Economische Zaken.

Artikel

2

De Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken aan een aanvrager voor een project dat bijdraagt aan de verbetering van de ecologische en chemische waterkwaliteit in Nederland ter uitvoering van het Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water.

Artikel

3

§

2

Subsidieplafond

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Subsidiabele projectkosten komen uitsluitend in aanmerking voor subsidie voor zover deze:

  • a.

    rechtstreeks aan de uitvoering van een project zijn toe te rekenen;

  • b.

    na de datum van indienen van de subsidieaanvraag door de subsidieontvanger worden gemaakt.

Artikel

7

Artikel

8

Tot de kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen, behoren de kosten van:

  • a.

    financieringskosten en rentevergoedingen;

  • b.

    de kosten tot verwerving van de subsidie;

  • c.

    omzetbelasting over de kosten, tenzij de subsidieontvanger die de kosten heeft gemaakt de omzetbelasting niet kan verrekenen of daarvoor geen compensatie kan verkrijgen uit het BTW-Compensatiefonds.

§

3

Aanvraag

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

§

4

Beoordeling

Artikel

12

Artikel

13

De rangschikking van de aanvragen geschiedt op basis van de volgende beoordelingscriteria:

  • a.

    de mate waarin het project een bijdrage levert aan een betere kosteneffectiviteit van de uitvoering van de Kaderrichtlijn water;

  • b.

    de andere positieve effecten die uit het project voortvloeien op het gebied van water, natuur en milieu;

  • c.

    de mate waarin een project aantoonbaar vernieuwend is ten opzichte van gangbare maatregelen voor uitvoering van de Kaderrichtlijn Water;

  • d.

    de mate waarin de resultaten van het project ook elders kunnen worden benut zowel binnen als buiten Nederland;

  • e.

    de organisatie van het project, inhoudende de kwaliteit van de uitvoerders, de planning, de indicatoren voor het meten van effecten en de wijze waarop de communicatie en de overdracht van kennis en ervaring plaatsvindt;

  • f.

    de samenwerking, inhoudende de betrokkenheid bij het project van relevante partijen en de mate waarin deze partijen financieel aan het project bijdragen.

Artikel

14

§

5

Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

De subsidieontvanger verleent op verzoek van de Minister medewerking aan openbaarmaking van de gegevens en de resultaten van het project en verleent medewerking aan een door of vanwege de Minister ingesteld evaluatieonderzoek.

Artikel

18

De Minister kan in de beschikking tot subsidieverlening bepalen dat de subsidieontvanger steeds na afloop van een periode van zes maanden een schriftelijk verslag uitbrengt omtrent de voortgang van de uitvoering van het project, met inbegrip van een vergelijking van die uitvoering en die resultaten met het projectplan en de bij de subsidieverlening vermelde raming van de kosten.

Artikel

19

§

6

Voorschotten

Artikel

21

§

7

Subsidievaststelling

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

§

8

Slotbepalingen

Artikel

25

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt twee jaar na het tijdstip van inwerkingtreding met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor de vervaldatum zijn verleend.

Artikel

26

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C.Huizinga-Heringa

Bijlage

Ligt ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.