Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
derde land: een andere staat dan Zwitserland, een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die behoort tot de Europese Economische Ruimte;
Minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
derde land: een andere staat dan Zwitserland, een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die behoort tot de Europese Economische Ruimte;
Minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;
Deze regeling is van toepassing op een aanvraag van een migrerende beroepsbeoefenaar tot het verkrijgen van erkenning van beroepskwalificaties voor de toegang tot de uitoefening van de gereglementeerde beroepen, genoemd in artikel 18, tweede lid, onderdeel d, van de Zeevaartbemanningswet.
Een aanvraag tot het verkrijgen van erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de wet wordt ingediend bij de Minister.
Bij de aanvraag overlegt de aanvrager:
de documenten, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdelen a, b en c, van de wet, en
een geldige geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 60 van het Besluit zeevisvaartbemanning.
De aanvrager maakt zijn keuze voor een proeve van bekwaamheid of een aanpassingsstage binnen een daartoe door de Minister gestelde termijn kenbaar.
Indien de aanvrager een opleidingstitel afkomstig uit een derde land heeft overgelegd, maakt, in afwijking van het eerste lid, de Minister zijn keuze voor een proeve van bekwaamheid of een aanpassingsstage kenbaar binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 3, eerste lid.
De Minister stelt vast in overeenstemming met welke examenvakken de aanvrager de proeve van bekwaamheid aflegt of met betrekking tot welke vakken de aanvrager de aanpassingsstage doorloopt, alsmede de termijn waarbinnen dit geschiedt.
De proeve van bekwaamheid wordt afgelegd bij een door de Minister aan te wijzen opleidingsinstituut als bedoeld in de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning. Het opleidingsinstituut beoordeelt de proeve van bekwaamheid aan de hand van de voor het desbetreffende beroep in Nederland geldende exameneisen.
Een door de Minister aan te wijzen opleidingsinstituut als bedoeld in de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning beoordeelt of de aanvrager, na het doorlopen van de aanpassingsstage, de door de Minister vastgestelde vakken, bedoeld in het derde lid, in voldoende mate beheerst.
Een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt afgewezen, indien de proeve van bekwaamheid, dan wel de aanpassingsstage, bedoeld in artikel 4, als onvoldoende zijn beoordeeld.
Een dienstverrichter als bedoeld in artikel 21 van de wet overlegt voorafgaand aan de eerste dienstverrichting:
de documenten bedoeld in artikel 23, derde lid, onderdeel a, c en d, van de wet, en
een geldige geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 60 van het Besluit zeevisvaartbemanning.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 21 december 2007.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties zeevisserij.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.