-
a.
psychologisch begeleiden van de vrouw gedurende haar zwangerschap, bevalling en kraambed;
-
b.
aan de vrouw of het kind voorschrijven dan wel voorschrijven en toedienen van bij regeling van Onze Minister aangewezen geneesmiddelen of hulpmiddelen;
-
c.
verrichten van episiotomieën of het hechten van laesie van perineum of labium, al dan niet gepaard gaande met het toepassen van lokale anesthesie door middel van een injectie met bij regeling van Onze Minister aangewezen middelen;
-
d.
ten behoeve van onderzoek bij de vrouw afnemen van bloed al dan niet door middel van een punctie;
-
e.
ten behoeve van onderzoek bij de vrouw afnemen van materiaal van de cervix en vagina ten behoeve van een cytologisch preparaat of kweek;
-
f.
ten behoeve van onderzoek bij het kind afnemen van bloed door middel van een punctie in de hiel;
-
g.
bij de vrouw afnemen van urine door middel van catheterisatie;
-
h.
verrichten of laten verrichten van laboratoriumonderzoek;
-
i.
adviseren van de vrouw over haar levenswijze gedurende de zwangerschap;
-
j.
geven van voedingsadviezen aan de vrouw of ten behoeve van het kind, waaronder het adviseren over borstvoeding;
-
k.
geven van voorlichting aan en counselen van de vrouw en, in voorkomende gevallen, haar partner over de mogelijkheden tot prenatale en neonatale screening alsmede prenatale diagnostiek;
-
l.
stellen van de indicatie voor prenatale diagnostiek;
-
m.
adviseren van de vrouw en, in voorkomende gevallen, haar partner met betrekking tot anticonceptie en gezinsplanning;
-
n.
reanimeren van de pasgeborene;
-
o.
optreden bij acute shock of fluxus postpartum, waaronder wordt begrepen het intraveneus inbrengen van een infuus en het door middel van een infuus dan wel door middel van een intraveneuze injectie toedienen van bij regeling van Onze Minister aangewezen geneesmiddelen.