Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
bewindspersoon: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
c.
Ministerie: het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
d.
ressorteren: vallend onder het gezagsbereik van de genoemde functionaris.
Hoofdstuk
2
Hoofdstructuur van de organisatie
Artikel
2
1
Het Ministerie bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a.
de Algemene Leiding;
b.
het Directoraat-Generaal Volksgezondheid (DGV);
c.
het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);
d.
het Directoraat-Generaal Langdurige zorg (DGLZ);
e.
het Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke zorg (DGJMZ);
f.
de stafdirecties;
g.
de beleidsdirectie Internationale Zaken (IZ);
h.
de facilitaire diensten;
i.
de eenheid Programma’s en Projecten (P&P);
j.
de diensten en instellingen;
k.
de secretariaten van raden en commissies.
Hoofdstuk
3
Algemene leiding
Artikel
3
1
De Algemene Leiding bestaat uit:
a.
de Secretaris-Generaal (SG);
b.
de plaatsvervangend Secretaris-Generaal (pSG);
c.
de Directeur-Generaal Volksgezondheid (DGV);
d.
de Directeur-Generaal Curatieve Zorg (DGCZ);
e.
de Directeur-Generaal Langdurige Zorg (DGLZ);
f.
de Directeur-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg (DGJMZ).
2
De Algemene Leiding ressorteert onder de Minister.
3
Onder de SG ressorteren de diensten en instellingen IGZ en IJZ.
4
De pSG is belast met de interne organisatie en het beheer van het Ministerie en vervangt de SG bij diens afwezigheid.
5
Onder de pSG ressorteren:
a.
de diensten en instellingen:
1°.
het Agentschap Nederlands Vaccin Instituut (NVI);
2°.
het Agentschap Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM);
3°.
het Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (ACBG);
4°.
het Agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG);
5°.
het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP);
b.
de beleidsdirectie Internationale Zaken (IZ);
c.
de stafdirecties;
d.
de facilitaire diensten;
e.
de eenheid Programma’s en Projecten;
6
Het Directoraat-Generaal Volksgezondheid en de secretariaten van GR/RGO, CCMO en RVZ ressorteren onder de Directeur-Generaal Volksgezondheid.
7
Het Directoraat-Generaal Curatieve Zorg ressorteert onder de Directeur-Generaal Curatieve Zorg.
8
Het Directoraat-Generaal Langdurige Zorg ressorteert onder de Directeur-Generaal Langdurige Zorg.
9
Het Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg en het secretariaat van RMO ressorteren onder de Directeur-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg.
10
De beleidsdirecties, stafdirecties, facilitaire diensten en eenheden staan onder leiding van een directeur.
Hoofdstuk
4
Directoraat-Generaal Volksgezondheid
Artikel
4
Het Directoraat-Generaal Volksgezondheid (DGV) bestaat uit de volgende beleidsdirecties:
a.
de directie Publieke Gezondheid (PG);
b.
de directie Sport (S);
c.
de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP).
Artikel
5
De directie Publieke Gezondheid bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Openbare Gezondheidszorg;
b.
Infectieziekten en Crisisbeheersing;
c.
Ethiek;
d.
Financieel Beleid en Beleidsinformatie.
Artikel
6
De directie Sport bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Topsport;
b.
Breedtesport.
Artikel
7
De directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Alcohol, Drugs en Tabak;
b.
Productveiligheid, Stoffen en Letselpreventie;
c.
Voeding en Voedselveiligheid;
d.
Leefstijl en Coördinatie Preventie.
Hoofdstuk
5
Directoraat-Generaal Curatieve Zorg
Artikel
8
Het Directoraat-Generaal Curatieve zorg (DGCZ) bestaat uit de volgende beleidsdirecties:
a.
de directie Curatieve Zorg (CZ);
b.
de directie Geneesmiddelen en Medische Technologie (GMT);
c.
de directie Markt en Consument (MC).
Artikel
9
De directie Curatieve Zorg bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Eerstelijns- en Ketenzorg;
b.
Curatieve Geestelijke Gezondheidszorg;
c.
Tweedelijns Somatische Zorg;
d.
Financieel Beleid en Informatie.
Artikel
10
De directie Geneesmiddelen en Medische Technologie bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Innovatie en Beschikbaarheid van Medische Producten;
b.
Markttoelating en Veilig Gebruik van Medische Producten;
c.
Vergoeding en Doelmatig Gebruik van Medische Producten;
d.
Financiën, Bedrijfsvoering en Beleidsinformatie.
Artikel
11
De directie Markt en Consument bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Marktordening;
b.
Patiënten/Consumenten;
c.
Toezicht en Bestuur;
d.
Informatie en Kennisbeleid.
Hoofdstuk
6
Directoraat-Generaal Langdurige Zorg
Artikel
12
Het directoraat-Generaal Langdurige Zorg (DGLZ) bestaat uit de volgende beleidsdirecties:
a.
de directie Langdurige Zorg (CZ);
b.
de directie Zorgverzekeringen (Z);
c.
de directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid (MEVA).
Artikel
13
De directie Langdurige Zorg bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Zorgaanspraken en indicatiestelling;
b.
Kwaliteitsbeleid zorginstellingen;
c.
Sturing, financiering en informatie.
Artikel
14
De directie Zorgverzekeringen bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Marktregulering en toezicht verzekeraars;
b.
Verzekeringsaanspraken en Uitvoeringsorganisaties;
c.
Verzekeringen en Verdragen;
d.
Stafbureau Financiën en Bedrijfsvoering.
Artikel
15
De directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsvoorwaardenbeleid bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Arbeidsvoorwaarden- en Arbeidsmarktbeleid;
b.
Algemeen Economisch Beleid;
c.
Beroepen en Opleidingen;
d.
Programmabureau ICT/Innovatie.
Hoofdstuk
7
Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke zorg
Artikel
16
Het Directoraat-Generaal Jeugd en Maatschappelijke Zorg (DGJMZ) bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
de directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO);
b.
de directie Jeugdzorg (DJZ);
c.
de eenheid Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II (OHW);
d.
de programmadirectie Jeugd en Gezin.
Artikel
17
De directie Maatschappelijke Ondersteuning bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Sociale samenhang en opvang;
b.
Participatie en ondersteuning;
c.
Sturing, financiering en informatie;
d.
Stafbureau Bedrijfsvoering.
Artikel
18
De directie Jeugdzorg bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Geïndiceerde Jeugdzorg;
b.
Lokale Jeugdzorg.
Artikel
19
De eenheid Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Wetgeving en Toezicht;
b.
Programma Erfgoed.
Artikel
20
De programmadirectie Jeugd en Gezin bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Algemeen Jeugd- en Gezinsbeleid;
b.
Sturing en Stelsel;
c.
Stafadvies en Ondersteuning.
Hoofdstuk
8
De stafdirecties
Artikel
21
De Auditdienst bestaat uit een Controleafdeling.
Artikel
22
De directie Bestuursondersteuning bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Advies;
b.
Ondersteuning.
Artikel
23
De directie Financieel-Economische Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Beleidstoetsing en Advies;
b.
Budgettaire Zaken;
c.
Ontwikkeling Financieel Beleid en Beheer.
Artikel
24
De directie Personeel en Organisatie bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Personele zaken;
b.
Organisatie en ontwikkeling;
c.
Personeelsbeleid.
Artikel
25
De directie Voorlichting en Communicatie bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Persvoorlichting en Externe Presentatie;
b.
Communicatie;
c.
Digitale Media.
Artikel
26
De directie Wetgeving en Juridische Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Bovensectorale Wetgeving en Juridische Procedures;
b.
Sectorale Wetgeving en Wetstoepassing;
c.
Stafbureau Bedrijfsvoering.
Artikel
27
De directie Informatiehuishouding bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Beheer Informatie en Archief;
b.
Semi-statisch archief;
c.
Informatie Ontsluiting;
d.
Informatie en ICT beleid.
Hoofdstuk
9
De beleidsdirectie Internationale Zaken
Artikel
28
De directie Internationale Zaken bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Europese Unie;
b.
Mondiaal;
c.
Attachés;
d.
Bedrijfsvoering, Ondersteuning en Informatie.
Hoofdstuk
10
De facilitaire diensten
Artikel
29
1
De Facilitaire Dienst bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Frontoffice;
b.
Backoffice;
c.
Stafbureau Beveiliging;
d.
Stafbureau Facilitaire Dienst.
2
Het hoofd van het Stafbureau Beveiliging is tevens de beveiligingsambtenaar (BVA). De functionaris gegevensbescherming maakt deel uit van het Stafbureau beveiliging.
Artikel
30
De dienst Financieel en Personeel Beheer bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Personeel;
b.
Subsidies;
c.
Financiën;
d.
Inkoop;
e.
Bedrijfsvoering;
f.
Informatie, Organisatie en Systemen.
Hoofdstuk
11
De projectorganisaties en eenheden
Artikel
31
De eenheid Programma’s en Projecten bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
P&P Interim;
b.
Maatwerk.
Hoofdstuk
12
De diensten en instellingen
Artikel
32
1
Het Agentschap College ter Boordeling van Geneesmiddelen staat onder leiding van een directeur.
2
Het agentschap bestaat uit:
a.
de onderdelen:
1.
Informatieprocessing;
2.
Farmaco Therapeutische-groep I;
3.
Farmaco Therapeutische-groep II;
4.
Farmaco Therapeutische-groep III;
5.
Farmaco Therapeutische-groep IV;
6.
Botonicals en nieuwe voedingsmiddelen;
7.
Diergeneesmiddelen;
8.
Geneesmiddelenbewaking.
b.
de stafafdelingen:
1.
Cluster Europa;
2.
Cluster Bestuurlijk Juridische Zaken.
c.
de afdeling Bedrijfsvoering:
1.
Programmamanagement;
2.
Voorlichting en Communicatie;
3.
Financiën, Kwaliteit en Control;
4.
HRM en Opleidingen;
5.
Facilitaire Dienst;
6.
Managementondersteuning.
Artikel
33
1
Het Agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg staat onder leiding van een directeur.
2
Het agentschap bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Unit Registratie en Informatie Beroepsbeoefenaren in de Zorg;
b.
Unit Donorregister;
c.
Unit Farmatec-BMC;
d.
Unit Secretariaten Toetsingscommissies levensbeëindiging, Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg en Donorgegegens kunstmatige bevruchting;
e.
Unit Sectorale Berichten Voorzieningen in de zorg;
f.
Unit Toelating Zorginstellingen;
g.
Unit UZI-register;
h.
Afdeling ICT;
i.
Afdeling Bedrijfsvoering;
j.
Staf.
Artikel
34
1
De Inspectie voor de Gezondheidszorg staat onder leiding van een Inspecteur-Generaal (IG).
2
De plaatsvervangend Inspecteur-Generaal is belast met de interne organisatie en het beheer van de Inspectie en vervangt de IG bij diens afwezigheid.
3
Onder de IG ressorteren:
a.
de Hoofdinspecteurs die belast zijn met bepaalde gebieden van de zorg:
1°.
de Hoofdinspecteur Verpleging en Chronische Zorg;
2°.
de Hoofdinspecteur Curatieve gezondheidszorg;
3°.
de Hoofdinspecteur Volksgezondheid;
4°.
de Hoofdinspecteur Productveiligheid;
5°.
de project Hoofdinspecteur Patiëntveiligheid, internationaal en zorg-ICT;
b.
de stafbureaus:
1°.
het bureau Bestuursondersteuning;
2°.
het bureau Juridische Zaken en Handhaving;
3°.
het bureau Voorlichting en Communicatie;
4
Onder de plaatsvervangend IG ressorteren:
a.
de directie Bedrijfsvoering;
b.
het Kenniscentrum;
c.
de toezichteenheden:
1°.
de toezichteenheid Zwolle;
2°.
de toezichteenheid Amsterdam;
3°.
de toezichteenheid Rijswijk;
4°.
de toezichteenheid ’s-Hertogenbosch;
5°.
de toezichteenheid Den Haag (Productveiligheid).
5
De toezichteenheden staan onder leiding van een hoofd en zijn belast met de interne organisatie en het beheer van de eenheid.
Artikel
35
1
De Inspectie jeugdzorg staat onder leiding van een Hoofdinspecteur Jeugdzorg.
2
De plaatsvervangend Hoofdinspecteur Jeugdzorg vervangt de Hoofdinspecteur Jeugdzorg bij diens afwezigheid.
Artikel
36
1
Het Agentschap Nederlands Vaccin Instituut staat onder leiding van een algemeen directeur (tevens voorzitter), een operationeel directeur en een wetenschappelijk directeur.
2
Onder de algemeen directeur ressorteren de volgende onderdelen:
a.
De stafafdelingen;
b.
Unit Facilitaire Zaken.
3
Onder de operationeel directeur ressorteren de volgende onderdelen:
a.
Review en Release;
b.
Quality Assurance;
c.
Inkoop;
d.
Verkoop;
e.
Logistiek;
f.
Unit Productie en Producedureondersteuning;
g.
Unit Quality Control.
4
Onder de wetenschappelijke directeur ressorteren de volgende onderdelen:
a.
Unit Onderzoek en Ontwikkeling;
b.
Registratie Medische Unit;
c.
Gemeenschappelijk Proefdier Laboratorium.
Artikel
37
1
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu staat onder leiding van een Directeur-Generaal.
2
Het instituut bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Sector Volksgezondheid en Zorg;
b.
Sector Voeding, Geneesmiddelen en Consumentenveiligheid;
c.
Sector Milieu en Veiligheid;
d.
Centrum Infectieziektebestrijding;
e.
Directie Strategie, Bestuursondersteuning en Communicatie;
f.
Directie Human Resources Management;
g.
Directie Financiën;
h.
Facilitair Bedrijf.
Artikel
38
1
Het Sociaal en Cultureel Planbureau staat onder leiding van een directeur en een adjunct-directeur.
2
Het planbureau bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Onderzoeksgroep Arbeid, Inkomen en Sociale Zekerheid;
b.
Onderzoeksgroep Zorg;
c.
Onderzoeksgroep Educatie en Minderheden;
d.
Onderzoeksgroep Tijd, Media en Cultuur;
e.
Onderzoeksgroep Emancipatie, Jeugd en Gezin;
f.
Onderzoeksgroep Participatie en Bestuur;
g.
Onderzoeksgroep Wonen, Leefbaarheid en Veiligheid;
h.
Onderzoeksgroep Quartaire sector;
i.
Bedrijfsvoering;
j.
Informatievoorziening & Automatisering.
Hoofdstuk
13
De secretariaten van de raden en commissies
Artikel
39
Het secretariaat van de Gezondheidsraad en de raad voor Gezondheidsonderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:
a.
Wetenschappelijke staf;
b.
Informatievoorziening en Ondersteuning;
c.
Eenheid bedrijfsvoering.
Artikel
40
Het secretariaat van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bestaat uit de onderdelen:
a.
Team projectleiders;
b.
Team projectmedewerkers;
c.
Bureau Bedrijfsvoering en Management Ondersteuning.
Artikel
41
Het secretariaat van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling bestaat uit de onderdelen:
a.
Beleidsteam;
b.
Facilitair team.
Artikel
42
Het secretariaat van de Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek bestaat uit de onderdelen:
a.
Wetenschappelijke staf;
b.
Logistieke staf.
Hoofdstuk
14
Slotbepalingen
Artikel
43
De directeur Personeel en Organisatie is belast met het beheer van dit besluit.
Artikel
44
1
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2008.