Besluit van 29 december 2008 houdende vaststelling van een nieuw Mediabesluit (Mediabesluit 2008)

Mediabesluit 2008

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 18 november 2008, nr. WJZ/75071 (8238), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 10 december 2008, nr. 08.003330);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 17 december 2008, nr. WJZ/88447 (8238), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Publieke mediadiensten

Afdeling

1

Landelijke publieke mediadienst

§

1

Media-aanbod Nederlandse Omroep Stichting

Artikel

2

De Stichting verzorgt in ieder geval het volgende media-aanbod:

  • a.

    de dagelijkse nieuwsvoorziening;

  • b.

    de verslaggeving over Nederlandse en Europese parlementaire aangelegenheden;

  • c.

    de verslaggeving van nationale feest- en gedenkdagen;

  • d.

    de actuele sportverslaggeving, waaronder in ieder geval de competitie- en bekerwedstrijden en internationale evenementen;

  • e.

    de verslaglegging van andere nationale en internationale gebeurtenissen van bijzondere aard, waaronder staatsbezoeken;

  • f.

    de nieuwsvoorziening ten behoeve van de jeugd;

  • g.

    de nieuwsvoorziening ten behoeve van personen met een auditieve beperking; en

  • h.

    aanbod van dienstverlenende aard, zoals informatie ten behoeve van scheepvaart, verkeer, visserij, en land- en tuinbouw.

§

2

Media-aanbod Nederlandse Programma Stichting

Artikel

3

De Programmastichting verzorgt in ieder geval het volgende media-aanbod:

  • a.

    achtergrondinformatie en beschouwingen over politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, onder meer op het gebied van economie, wetenschap en techniek;

  • b.

    aanbod ten behoeve van maatschappelijke doelgroepen die elders niet of niet voldoende tot hun recht komen;

  • c.

    aanbod dat betrekking heeft op etnische en culturele minderheden;

  • d.

    aanbod van educatieve aard ten behoeve van de jeugd; en

  • e.

    consumentenvoorlichting.

Afdeling

2

Regionale en lokale publieke mediadiensten

§

1

Media-aanbod

Afdeling

3

Nadere voorschriften media-aanbod publieke mediadiensten

§

1

Reclame en telewinkelen

Artikel

5

Het aandeel reclame- en telewinkelboodschappen, inclusief omlijsting, in het programma-aanbod van de publieke mediadiensten bedraagt per programmakanaal niet meer dan tien procent van de totale duur van het programma-aanbod op het programmakanaal per jaar.

Artikel

6

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop inzicht wordt gegeven in de financiën die betrekking hebben op de verzorging van reclame- en telewinkelboodschappen in het media-aanbod van de regionale en lokale publieke mediadiensten.

§

2

Onvermijdbare en vermijdbare uitingen

Artikel

8

Onvermijdbare uitingen zijn uitingen die behoren tot het normale straatbeeld en die zonder opzet en zonder nadruk gedurende enkele seconden in het media-aanbod voorkomen.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

In media-aanbod zijn vermijdbare uitingen in de vorm van het tonen of vermelden van de naam van een bedrijf of instelling toegestaan, mits:

  • a.

    de naam uitsluitend betrekking heeft op de benaming van een sportvereniging of sportwedstrijd;

  • b.

    de naam niet met nadruk wordt getoond of vermeld; en

  • c.

    de naamgeving, voor zover het de benaming van een Nederlandse sportvereniging betreft, is erkend door de desbetreffende bij het NOC*NSF aangesloten sportorganisatie.

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

§

3

Nederlands- en Friestalige producties

Artikel

15

Afdeling

4

Nevenactiviteiten

Artikel

16

Inkomsten uit programmabladen van een omroepvereniging kunnen jaarlijks tot ten hoogste het bedrag dat nodig is om een eventueel verlies van de desbetreffende omroepvereniging te dekken, worden besteed aan verenigingsactiviteiten. Bij de bepaling van het resultaat blijven veranderingen in de waarde van materiële vaste activa als gevolg van herwaarderingen buiten beschouwing. De gebruikelijke jaarlijkse afschrijvingen van de materiële vaste activa worden niet als herwaarderingen aangemerkt.

Hoofdstuk

3

Commerciële omroep

Artikel

17

Hoofdstuk

4

Evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving

Artikel

18

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • lijst: evenementenlijst die is opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage.

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Hoofdstuk

5

Gebruik frequentieruimte en omroepdiensten voor buitenlandse militairen

§

1

Gebruik frequentieruimte

Artikel

22

§

2

Omroepdiensten voor buitenlandse militairen

Artikel

23

Artikel

24

Het Commissariaat kan zonodig de omroepzender of omroepzenders aanwijzen die voor de omroepdienst bedoeld in artikel 23, wordt gebruikt.

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Hoofdstuk

6

Subsidieverstrekking ten behoeve van persorganen

Artikel

29

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:

  • a.

    de nadere voorwaarden voor het verkrijgen van subsidie;

  • b.

    de verplichtingen die het Stimuleringsfonds aan een subsidieontvanger kan opleggen;

  • c.

    de indiening en wijze van behandeling van aanvragen;

  • d.

    de hoogte van subsidies en de wijze van berekening daarvan;

  • e.

    de wijze waarop de beschikbare financiële middelen voor de verschillende subsidies worden verdeeld als een subsidieplafond is vastgesteld;

  • f.

    de verlening van voorschotten; en

  • g.

    de intrekking, wijziging en terugvordering van subsidies.

Hoofdstuk

7

Slotbepalingen

Artikel

35

Artikel

36

Dit besluit wordt aangehaald als: Mediabesluit 2008.

Artikel

37

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en de verschillende artikelen of onderdelen daarvan kunnen terugwerken tot en met een bij het koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R. H. A.Plasterk
De Minister van Justitie, E. M. H.Hirsch Ballin

Bijlage

behorende bij het Mediabesluit 2008

Evenementenlijst

A

Volledige rechtstreekse verslaggeving

Sport

  • 1.

    Voetbal (heren):

    • a.

      Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: het gehele eindtoernooi;

    • b.

      Alle interlands van het Nederlands elftal;

    • c.

      Champions League en UEFA Cup: de wedstrijden van Nederlandse clubs en de finales ongeacht Nederlandse deelname;

    • d.

      Super Cup en World Cup: indien een Nederlandse club deelneemt;

    • e.

      Nationale bekerwedstrijden: de halve finales en de finale.

  • 2.

    Schaatsen (dames en heren):

    • a.

      Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: allround, sprint en afstanden;

    • b.

      Elfstedentocht.

  • 3.

    Tennis (dames en heren):

    Wimbledon en Roland Garros: de wedstrijden enkelspel van de Nederlandse deelnemers in de halve finales en de finale ongeacht Nederlandse deelname.

Cultuur

  • 4.

    Prinsengrachtconcert.

  • 5.

    Eurovisie Songfestival.

B

Gedeeltelijke rechtstreekse verslaggeving

Sport

  • 1.

    Olympische Spelen: zomer- en winterspelen (minimumduur verslaggeving: 6 uur per dag).

  • 2.

    Wielrennen:

    • a.

      Tour de France: heren (minimumduur verslaggeving: 2 uur per dag);

    • b.

      Wereldkampioenschap op de weg dames en heren professionals: het finaleweekend (minimumduur verslaggeving: 2 uur per dag);

    • c.

      De Nederlandse wielerklassieker: heren (minimumduur verslaggeving: 2 uur).

  • 3.

    TT Assen (minimumduur verslaggeving: 2 uur per dag).

C

Gedeeltelijke uitgestelde verslaggeving

Sport

  • 1.

    Paralympics: zomer- en winterspelen (minimumduur verslaggeving: 10 minuten per dag).

  • 2.

    Voetbal (heren):

    • a.

      Alle wedstrijden van de hoogste divisie van het nationaal betaald voetbal;

      • minimumduur verslaggeving onderlinge wedstrijden tussen Ajax, PSV en Feyenoord: 20 minuten per wedstrijd;

      • minimumduur verslaggeving overige wedstrijden: 10 minuten per wedstrijd;

      • aanvangstijd verslaggeving wedstrijden die ’s middags worden gespeeld: uiterlijk 21.00 uur;

      • aanvangstijd verslaggeving wedstrijden die ’s avonds worden gespeeld: uiterlijk twee uur na afloop van de wedstrijd, maar in ieder geval niet later dan 22.30 uur.

    • b.

      Nationale bekerwedstrijden: de kwartfinales (minimumduur verslaggeving: 15 minuten per wedstrijd).

  • 3.

    Atletiek (dames en heren):

    Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: outdoor (minimumduur verslaggeving: 10 minuten per dag).

  • 4.

    Volleybal (heren):

    Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: de wedstrijden van het Nederlandse team (minimumduur verslaggeving: 10 minuten per dag).

  • 5.

    Hockey (dames en heren):

    Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: de wedstrijden van de Nederlandse teams (minimumduur verslaggeving: 10 minuten per dag).

  • 6.

    Tennis (dames en heren):

    Wimbledon, Roland Garros, US Open en Australian Open: de wedstrijden enkelspel van de Nederlandse deelnemers (minimumduur verslaggeving: 10 minuten per dag).

Cultuur

  • 7.

    Pinkpop (minimumduur verslaggeving: 1 uur per dag).