Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 22 maart 2009, nr. WJZ/9055290, houdende regels betreffende de universele postdienst (Postregeling 2009)

Postregeling 2009

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    minister: de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • b.

    besluit: het Postbesluit 2009;

  • c.

    dienstverleningspunt: een dienstverleningspunt als bedoeld in artikel 16, zevende lid, van de wet;

  • d.

    jaarlijkse rapportage: de jaarlijkse rapportage, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet;

  • e.

    verordening (EU) nr. 2018/644: Verordening (EU) nr. 2018/644 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 april 2018 betreffende grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten (PbEU 2018, L 112/19).

Hoofdstuk

2

Universele postdienst algemeen

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Hoofdstuk

3

De toerekening van kosten aan de universele postdienst

Artikel

7

Artikel

7a

Artikel

7b

Artikel

7c

Artikel

7d

De verlener van de universele postdienst rekent de gemeenschappelijke kosten die zonder onderscheid gemaakt worden ten behoeve van zowel de universele postdienst als alle andere activiteiten, en die niet kunnen worden toegerekend op basis van het gebruik van productiemiddelen, toe aan de universele postdienst aan de hand van dezelfde kostendrijvers als de kostendrijvers die hij gebruikt voor de toerekening van deze kosten aan andere activiteiten.

Artikel

8

Artikel

9

De verlener van de universele postdienst verstrekt de jaarlijkse rapportage voor 1 juni aan de Autoriteit Consument en Markt. De rapportage heeft betrekking op het kalenderjaar voorafgaand aan de indiening ervan en bevat ten minste:

  • a.

    het aantal dienstverleningspunten, uitgesplitst naar soort, aan het einde van elk kwartaal;

  • b.

    de verspreiding van de dienstverleningspunten over Nederland;

  • c.

    de verantwoording van de meetmethodiek voor de bepaling van de straal van vijf kilometer, bedoeld in artikel 4b van het besluit;

  • d.

    de verantwoording van de bepaling van het inwoneraantal van een woonkern als bedoeld in artikel 4b, onderdeel b, en artikel 4c van het besluit;

  • e.

    een verantwoording van de systematiek ter vaststelling of is voldaan aan de spreidingsnormen van artikel 4b van het besluit;

  • f.

    de datering van de gehanteerde bronnen;

  • g.

    een definitie van gehanteerde begrippen, voor zover die afwijken van de begrippen van de wet, het besluit of deze regeling.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Hoofdstuk

4

Tarieven universele postdienst

§

1

Informatieverstrekking ten behoeve van de beoordeling van het kostentoerekeningsysteem van de verlener van de universele postdienst

Artikel

13

De verlener van de universele postdienst meldt ieder voornemen tot wijziging van zijn kostentoerekeningsysteem aan de Autoriteit Consument en Markt uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het moment dat hij die wijziging wil aanbrengen in zijn kostentoerekeningsysteem. In de melding beschrijft en motiveert hij de voorgenomen wijziging.

Artikel

13a

De verlener van de universele postdienst overlegt uiterlijk op 1 maart 2014 de volgende informatie over het kostentoerekeningsysteem aan de Autoriteit Consument en Markt:

  • a.

    een beschrijving van de organisatiestructuur en van de financiële verantwoordingsstructuur van de verlener van de universele postdienst en de onderneming waarvan de verlener van de universele postdienst deel uitmaakt;

  • b.

    een beschrijving en onderbouwing van de methode voor vaststelling van de omvang van de aan de universele postdienst en aan de andere activiteiten toe te rekenen kosten en de daarbij gehanteerde waarderingsgrondslagen en afschrijvingstermijnen uitgesplitst naar:

    • 1°.

      de universele postdienst,

    • 2°.

      de andere activiteiten van de verlener van de universele postdienst;

  • c.

    een beschrijving en onderbouwing van de toerekeningswijze, bedoeld in artikel 11, tweede lid, onderdeel d, onderdeel 4°, met dien verstande dat daarbij ten minste op het volgende wordt ingegaan:

    • 1°.

      de algemene uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de toerekening van de kosten, bedoeld in de artikelen 7c en 7d, en

    • de gehanteerde (hulp-)kostenplaatsen, (hulp-)kostendragers en verdeelsleutels en de wijze waarop voorgenoemde componenten zijn gebaseerd op de methode van activity based costing;

  • d.

    een functionele beschrijving van het kostentoerekeningsysteem, dat wordt gehanteerd op basis van artikel 7a.

§

2

Tariefruimte universele postdienst

Artikel

14

Artikel

14a

Artikel

14b

Artikel

14c

De berekening van de basis tariefruimte onderscheidenlijk de aanvullende tariefruimte vindt plaats op basis van de gegevens uit de financiële verantwoording over het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de basis tariefruimte wordt bepaald onderscheidenlijk het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvullende tariefruimte wordt bepaald, met uitzondering van de consumentenprijsindex.

Artikel

14d

Artikel

14e

§

3

De tarieven voor de universele postdienst

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

17a

Vervallen

Artikel

17b

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Hoofdstuk

4a

Uitvoering communautaire regelgeving

Artikel

19a

Als nationale regelgevende instantie als bedoeld in verordening (EU) nr. 2018/644 wordt aangewezen: de Autoriteit Consument en Markt.

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

20

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Postwet 2009 in werking treedt.

Artikel

21

Deze regeling wordt aangehaald als: Postregeling 2009

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F.Heemskerk

Bijlage

1

Op dienstverleningspunten met een volledig assortiment worden de volgende diensten aangeboden:

  • a.

    postzegelverkoop en postzegelafdrukken;

  • b.

    de collectie van:

    • 1°.

      brieven die elk afzonderlijk ten hoogste twee kilogram wegen en die worden aangeboden voor postvervoer binnen Nederland en voor postvervoer van en naar gebieden buiten Nederland;

    • 2°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste tien kilogram wegen en worden aangeboden voor postvervoer binnen Nederland;

    • 3°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste twintig kilogram wegen en die worden aangeboden voor postvervoer van en naar gebieden buiten Nederland;

    • 4°.

      aangetekende poststukken voor postvervoer binnen Nederland en voor postvervoer van en naar gebieden buiten Nederland;

    • 5°.

      poststukken die in hoofdzaak tekst bevatten in voor blinden bestemde tekens en die elk afzonderlijk ten hoogste zeven kilogram wegen;

    • 6°.

      poststukken met aangegeven waarde;

  • c.

    de distributie van:

    • 1°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste tien kilogram wegen afkomstig uit Nederland;

    • 2°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste twintig kilogram wegen afkomstig uit gebieden buiten Nederland;

    • 3°.

      aangetekende poststukken voor postvervoer binnen Nederland en voor postvervoer van en naar gebieden buiten Nederland;

    • 4°.

      poststukken met aangegeven waarde.

Bijlage

2

Op dienstverleningspunten met een nagenoeg volledig assortiment worden ten minste de volgende diensten aangeboden:

  • a.

    postzegelverkoop en postzegelafdrukken;

  • b.

    de collectie van:

    • 1°.

      brieven die elk afzonderlijk ten hoogste twee kilogram wegen en die worden aangeboden voor postvervoer binnen Nederland en voor postvervoer van en naar gebieden buiten Nederland;

    • 2°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste tien kilogram wegen en worden aangeboden voor postvervoer binnen Nederland;

    • 3°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste twintig kilogram wegen en die worden aangeboden voor postvervoer van en naar gebieden buiten Nederland;

    • 4°.

      aangetekende poststukken voor postvervoer binnen Nederland;

    • 5°.

      poststukken die in hoofdzaak tekst bevatten in voor blinden bestemde tekens en die elk afzonderlijk zeven kilogram wegen;

  • c.

    de distributie van:

    • 1°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste tien kilogram wegen afkomstig uit Nederland;

    • 2°.

      pakketten die elk afzonderlijk ten hoogste twintig kilogram wegen afkomstig uit gebieden buiten Nederland.

Bijlage

3

De formules voor het berekenen van de totale tariefruimte, de basis tariefruimte respectievelijk de aanvullende tariefruimte, bedoeld in de artikelen 14, derde lid, 14a, derde lid, respectievelijk 14b, derde lid van Regeling van de Minister van Economische Zaken van ..., tot wijziging van de Postregeling 2009 ter herziening van de tariefregulering en verbetering van het inzicht in de kosten van de universele postdienstverlening