Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 mei 2009, nr. BVE/I&I/118094, houdende regels voor de subsidiëring van schoolmaatschappelijk werk in de bve-sector (Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo)

Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Besluit:

Artikel

2

Te subsidiëren activiteiten

Artikel

3

Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is per kalenderjaar een bedrag van € 15.000.000 beschikbaar.

Artikel

4

Berekening subsidiebedrag

Artikel

5

Begrotingsvoorwaarde

In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de met inachtneming van artikel 4 verleende of te verlenen subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieontvangers en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.

Artikel

6

Betaling

Het subsidiebedrag wordt jaarlijks in een keer uitbetaald in de maand januari. In 2009 wordt het subsidiebedrag betaald binnen 10 weken na inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel

7

Besteding subsidie

De subsidie wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Eventueel niet-bestede middelen na afloop van de looptijd van de subsidie zullen worden teruggevorderd. De subsidie wordt uiterlijk in het jaar volgend op het jaar van verstrekking besteed.

Artikel

8

Verantwoording en controle

Artikel

9

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

10

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het mbo.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. vanBijsterveldt-Vliegenthart

Bijlage:

Richtlijnen voor registratie schoolmaatschappelijk werk mbo-instellingen

Inleiding

Jaarlijks verzamelt het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) gegevens over leerlingenzorg en Zorg en Adviesteams voor de landelijke ZAT-monitor, de jaarlijkse rapportage van het NJI over de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingenzorg in het onderwijs en de samenwerking met externe partijen. De noodzakelijke beleidsinformatie omtrent het schoolmaatschappelijk werk wordt in deze monitor opgenomen.

De vragen die door elke instelling beantwoord worden zijn:

  • 1.

    Hoeveel keer is er een beroep gedaan op het schoolmaatschappelijk werk in kalenderjaar n? Welk tijdsbeslag was hiermee in totaal gemoeid?

    • Hoe is de verdeling van de gemelde problemen over de categorieën als gedragsproblematiek;

    • lichamelijke en geestelijke gezondheidsklachten;

    • woon- en gezinsproblematiek;

    • functioneren op school;

    • sociaal netwerk en vrije tijd;

    • ingrijpende traumatische gebeurtenis.

  • 2.

    Wat is de aard en duur van de geboden hulp?

  • 3.

    Hoe is de geboden hulp door docenten en hulpvragers gewaardeerd?

Het NJI neemt bij het van kracht worden van de regeling deze vragen letterlijk op in de reeds bestaande monitor van de ontwikkeling van de zorgstructuur in de bve-instellingen.