Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies voor duurzame mobiliteit, logistiek en duurzaam waterbeheer (Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat)

Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsomschrijvingen

In deze regeling en in de op grond van deze regeling vastgestelde subsidieprogramma’s wordt verstaan onder:

  • aanvrager: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een subsidie op grond van deze regeling aanvraagt of heeft aangevraagd;

  • adviescommissie: adviescommissie duurzaamheid verkeer en waterstaat, bedoeld in artikel 30;

  • eco-innovatie: alle vormen van innovatie die leiden tot of gericht zijn op een aanzienlijke verbetering van de milieubescherming;

  • grote onderneming: onderneming die geen MKB-onderneming is;

  • innovatiecluster: een samenwerkingsverband van onafhankelijke ondernemingen of onderzoeksinstellingen, die in een bepaalde sector en regio actief zijn en die tot doel hebben innovatieve activiteiten te stimuleren door het bevorderen van een intensieve onderlinge kruisbestuiving, het delen van faciliteiten en de uitwisseling van kennis en deskundigheid en door daadwerkelijk bij te dragen aan technologieoverdracht, netwerking en informatieverspreiding tussen de ondernemingen binnen het cluster;

  • kleine onderneming: kleine onderneming in de zin van Verordening (EG) 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (Pb EU 2008, L 214);

  • middelgrote onderneming: middelgrote onderneming in de zin van Verordening (EG) 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (Pb EU 2008, L 214);

  • minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • MKB-onderneming: kleine of middelgrote onderneming;

  • onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd, die een economische activiteit uitoefent;

  • onderzoeksinstelling:

    • a.

      een in onderdelen a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs;

    • b.

      een andere dan in de onder a bedoelde onderzoeksinstelling die geheel of gedeeltelijk door de rijksoverheid is gefinancierd en die activiteiten verricht met als doel het uitbreiden van de algemene wetenschappelijke en technische kennis;

    • c.

      een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde openbare instelling voor hoger onderwijs;

    • d.

      een geheel of gedeeltelijk door een andere staat gefinancierde onderzoeksinstelling die activiteiten verricht met als doel het uitbreiden van de algemene wetenschappelijke en technische kennis;

    • e.

      een andere entiteit als zodanig door de minister aangewezen;

      • referentiesituatie: de situatie aan de hand waarvan wordt beoordeeld of en in welke mate een project, als bedoeld in artikel 5, onderdelen m tot en met p leidt tot de beoogde milieudoelstellingen en op basis waarvan kan worden bepaald of, en zo ja, in hoeverre er in het kader van de uitvoering van een project sprake is van extra kosten ten behoeve van het milieu;

      • subsidie-effectiviteit: het bedrag van de subsidie in relatie met de beoogde resultaten van het project;

      • subsidieprogramma: een door de minister op basis van deze regeling vastgesteld subsidieprogramma;

      • voucher: een door de minister op basis van een subsidieprogramma afgegeven document dat een geldswaarde vertegenwoordigt en dat kan worden ingeleverd bij één of meer van de instellingen, organisaties of ondernemingen ten behoeve van de uitvoering van een duurzaam project;

      • uitvoeringsinstantie: de door de minister aan te wijzen organisatie belast met de uitvoering van het subsidieprogramma.

Artikel

2

Vaststellen van subsidieprogramma’s

Artikel

3

Vaststellen subsidieprogramma de-minimis

Artikel

4

Wijze van verdeling subsidiegelden

Artikel

5

Projecten die voor subsidie, kredietsubsidie en garantiesubsidie in aanmerking komen

Artikel

6

Cumulatie

Indien ter zake van een project reeds door een ander bestuursorgaan of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies het van toepassing zijnde subsidiepercentage als percentage van de subsidiabele kosten niet wordt overschreden.

§

2

Aanvraag subsidie

Artikel

7

Aanvraag subsidie

§

3

Subsidiebedrag en subsidiabele kosten

Artikel

8

Maximale subsidiepercentages en maximale subsidiebedragen bij subsidie, kredietsubsidie en garantiesubsidie

Artikel

9

Maximale subsidiepercentages bij kredietsubsidie

Artikel

10

Gemaakte en betaalde kosten

Subsidiabele projectkosten komen uitsluitend in aanmerking voor subsidie voor zover deze rechtstreeks aan de uitvoering van een project, als bedoeld in artikel 5, zijn toe te rekenen en na de datum van indienen van de subsidieaanvraag door de subsidieontvanger worden gemaakt en, indien de aard van deze kosten met zich meebrengt dat zij kunnen worden betaald, vóór de indiening van het verzoek tot subsidievaststelling zijn betaald.

Artikel

11

Subsidiabele kosten van haalbaarheidsprojecten

De subsidiabele kosten van een haalbaarheidsproject gericht op industrieel onderzoek, van een haalbaarheidsproject gericht op experimentele ontwikkeling en van een milieu-haarheidsproject zijn uitsluitend de studiekosten voor zover deze behoren tot de in artikel 12 genoemde kosten.

Artikel

12

Subsidiabele kosten van fundamenteel onderzoeksproject, industrieel onderzoeksproject en experimenteel ontwikkelingsproject

Artikel

13

Subsidiabele kosten van een detacheringsproject

Subsidiabele kosten van een detacheringsproject zijn uitsluitend de loonkosten voor het inlenen van hooggekwalificeerd personeel en een opslag voor algemene kosten van ten hoogste 50 procent van de loonkosten.

Artikel

14

Subsidiabele kosten van een innovatieadviesproject

Artikel

15

Subsidiabele kosten van een innovatieondersteuningsproject

Artikel

16

Subsidiabele kosten van een advies- of andere dienstenproject

De subsidiabele kosten van een advies- of andere dienstenproject zijn uitsluitend:

  • a.

    de kosten van externe adviseurs. De betrokken diensten mogen niet van permanente of periodieke aard zijn, noch tot de gewone bedrijfsactiviteiten van de onderneming behoren;

  • b.

    de kosten van deelneming aan vakbeurzen en tentoonstellingen voor het huren, opzetten en gebruiken van een standplaats, uitsluitend wanneer de onderneming voor de eerste keer aan een bepaalde vakbeurs of tentoonstelling deelneemt.

Artikel

17

Subsidiabele kosten van een opleidingsproject

Artikel

18

Subsidiabele kosten van milieu-investeringsprojecten

Artikel

20

Subsidiabele projectkosten van een exploitatieproject voor energiebesparing

Artikel

21

Subsidiabele kosten innovatiecluster-investeringsproject

De subsidiabele kosten van een innovatie-investeringsproject zijn uitsluitend de kosten van investeringen in grond, gebouwen, machines en uitrusting en die betrekking hebben op:

  • a.

    opleidingsfaciliteiten en onderzoekcentra;

  • b.

    open acces-onderzoeksinfrastructuur zoals laboratoria en testfaciliteiten;

  • c.

    breedbandnetwerkinfrastructuur.

Artikel

22

Subsidiabele kosten innovatiecluster-exploitatieproject

De subsidiabele kosten van een innovatiecluster-exploitatieproject zijn uitsluitend de loon- en administratiekosten in verband met de volgende activiteiten:

  • a.

    marketing van het cluster om nieuwe ondernemingen aan te trekken die in het cluster deelnemen;

  • b.

    beheer van de open acces-faciliteiten van het cluster;

  • c.

    organisatie van opleidingsprogramma’s, workshops en conferenties om kennisdeling en netwerking tussen de clusterleden te bevorderen.

Artikel

24

Niet subsidiabele kosten

§

4

Vouchers

Artikel

25

Vaststellen subsidieprogramma met uitgifte van vouchers

Artikel

26

Vaststellen subsidieprogramma de-minimis met uitgifte van vouchers

Indien in een subsidieprogramma is opgenomen dat vouchers kunnen worden verleend als de-minimissteun in de zin van Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (Pb EU 2006, L379), bevat het subsidieprogramma, naast het bepaalde in artikel 25, tevens de voorschriften die de genoemde verordening daaraan stelt.

Artikel

27

Aanvraag en verstrekking van vouchers

Artikel

28

Verstrekking van subsidie na overlegging van een voucher

Artikel

29

Kosten die in aanmerking komen bij de uitvoering van een project op basis van een voucher

§

5

Adviescommissie

Artikel

30

Adviescommissie duurzaamheid verkeer en waterstaat

Artikel

31

Advisering

§

6

Beslissing op de aanvraag

Artikel

32

Beslistermijn

Artikel

33

Rangschikking

Artikel

34

Weigeringsgronden

§

7

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

35

Uitvoering project

Artikel

36

Administratieve verplichtingen

De subsidieontvanger voert een zodanige administratie waaruit te allen tijde op eenvoudige en eenduidige wijze valt af te leiden:

  • a.

    de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;

  • b.

    indien van toepassing het aantal uren dat per werknemer is besteed aan het project;

  • c.

    voor zover van toepassing de berekening en samenstelling van het integrale uurtarief en de specifiek ten behoeve van het project gemaakte en betaalde kosten voor zover deze niet zijn opgenomen in het integrale uurtarief.

Artikel

37

Verplichtingen met betrekking tot melden

Artikel

38

Openbaarmaking

Artikel

39

Verslaglegging

De minister kan in de beschikking tot subsidieverlening bepalen dat de subsidieontvanger steeds na afloop van een periode van zes maanden een schriftelijk verslag uitbrengt omtrent de voortgang van de uitvoering van het project, met inbegrip van een vergelijking van die uitvoering en die resultaten met het projectplan en de bij de subsidieverlening vermelde raming van de kosten.

Artikel

40

Verplichtingen in relatie tot gebruik

§

8

Verplichtingen van de subsidieontvanger bij kredietsubsidie en ontheffingsmogelijkheid van terugbetaling

Artikel

41

Algemeen

Artikel

42

Mogelijkheid tot ontheffing van terugbetaling bij kredietsubsidie

§

9

Voorwaarde garantiesubsidie

Artikel

43

Voorwaarde garantiesubsidie

Indien een garantiesubsidie is verleend, verbindt de minister aan de subsidie de opschortende voorwaarde dat een in het vastgesteld subsidieprogramma bepaalde gebeurtenis binnen een in het subsidieprogramma vermelde termijn zich voordoet.

§

10

Voorschotten

Artikel

44

Voorschotten

§

11

De subsidievaststelling

Artikel

45

Aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel

46

Beschikking tot subsidievaststelling

Artikel

47

Afwijkende verantwoordingsprocedure

Artikel

49

Inwerkingtreding

Artikel

50

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Kaderregeling subsidies duurzaamheid verkeer en waterstaat.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, C.M.P.S.Eurlings
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C.Huizinga-Heringa