Artikel
1
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
–
baan: een al dan niet verhard gedeelte van de luchthaven, uitsluitend bestemd voor het opstijgen of landen van luchtvaartuigen;
-
–
beweging: een start of een landing met een luchtvaartuig;
-
–
CTR: CTR als bedoeld in artikel 1 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening;
-
–
gemotoriseerd schermvliegtuig: schermvliegtuig als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement uitgerust met een motor;
-
–
gyroplane: helikopter als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement waarvan de rotorbladen niet door de motor worden aangedreven;
-
–
helikopter: helikopter als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement, niet zijnde een gyroplane;
-
–
helikopterluchthaven: burgerluchthaven die uitsluitend wordt gebruikt door helikopters;
-
–
houder van een ontheffing: houder van een ontheffing als bedoeld in artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart;
-
–
landbouwluchtvaartuig: een voor het uitvoeren van landbouwwerkzaamheden toegelaten luchtvaartuig;
-
–
luchtvaartvertoning: luchtvaartvertoning als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel h, van de Regeling luchtvaartvertoningen;
-
–
minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;
-
–
mla: MLA als bedoeld in artikel 1 van het Besluit luchtvaartuigen 2008;
-
–
obstakel: een roerende of onroerende zaak, zowel tijdelijk als permanent, of een deel daarvan, die een belemmering vormt voor een luchtvaartuig, in een gebied bestemd voor bewegingen van een luchtvaartuig op de grond dan wel uitsteekt boven een omschreven vlak ter bescherming van een luchtvaartuig in zijn vlucht;
-
–
onbemand luchtvaartuig tot 150 kilogram: onbemand luchtvaartuig tot 150 kilogram, niet zijnde een modelluchtvaartuig waarvan de totale massa ten hoogste 25 kilogram bedraagt;
-
–
schermvliegtuig: schermvliegtuig als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement;
-
–
strook: gedeelte van een luchthaven waarin een baan is gelegen;
-
–
terrein voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik: terrein als bedoeld in artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart;
-
–
TMG: Touring Motor Glider als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement;
-
–
het verdrag: het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109);
-
–
verhoogde helikopterluchthaven: een helikopterluchthaven op een bouwwerk of constructie op het land van meer dan 3 meter hoogte ten opzichte van het omgevingsvlak;
-
–
vliegtuig: vliegtuig als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement;
-
–
vrije ballon: vrije ballon als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement;
-
–
waterluchthaven: burgerluchthaven, zijnde een watergebied, ingericht voor het gebruik door watervliegtuigen;
-
–
watervliegtuig: vliegtuig dat zich te water als schip kan verplaatsen;
-
–
zeemijl: de afstand van 1852 meter;
-
–
zweeftoestel: zweeftoestel als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement, niet zijnde een gemotoriseerd schermvliegtuig.