Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 oktober 2009, nr. BVE/161166, houdende regels voor het verstrekken van een aanvullende bekostiging ten behoeve van de intensivering van het taal- en rekenonderwijs in het mbo (Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo)

Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en, voor zover het betreft het beroepsonderwijs op het gebied van landbouw, natuurlijke omgeving en voedsel, de Minister van Economische Zaken;

  • wet: Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8, of een hogeschool als bedoeld in artikel 12.3.9 van de wet;

  • armoedeprobleemcumulatiegebied: een cumulatiegebied zoals gehanteerd in de Armoedemonitor 2005 van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek, zoals geactualiseerd op basis van het Regionaal Inkomensonderzoek;

  • deelnemer: een deelnemer die op 1 oktober van een kalenderjaar is ingeschreven aan een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de wet, die daadwerkelijk de opleiding volgt en op grond van artikel 2.3.2 van het Uitvoeringsbesluit WEB voor bekostiging wordt meegeteld;

  • apc-deelnemer: een deelnemer die woonachtig is in een postcodegebied dat valt in een armoedeprobleemcumulatiegebied;

  • taal: de Nederlandse taal;

  • DUO: uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • steunpunt: het tijdelijke Steunpunt taal en rekenen mbo verbonden aan de Stichting Innovatie Beroepsonderwijs.

Artikel

2

Te bekostigen activiteiten

Artikel

3

Bekostigingsplafond en verdelingswijze

Artikel

4

Bedrag per apc-deelnemer

Het bedrag per apc-deelnemer voor een instelling is afhankelijk van het percentage apc-deelnemers binnen de instelling ten opzichte van het totale aantal deelnemers van het tweede daaraan voorafgaande kalenderjaar van de instelling en bedraagt:

  • a.

    € 10 bij 10% of minder apc-deelnemers;

  • b.

    € 30 bij meer dan 10% maar maximaal 20% apc-deelnemers;

  • c.

    € 40 bij meer dan 20% maar maximaal 30% apc-deelnemers;

  • d.

    € 80 bij meer dan 30% maar maximaal 35% apc-deelnemers;

  • e.

    € 100 bij meer dan 35% maar maximaal 40% apc-deelnemers;

  • f.

    € 120 bij meer dan 40% apc-deelnemers.

Artikel

5

Bedrag naar rato van het aantal deelnemers

Het voor een instelling beschikbare bedrag naar rato van het aantal deelnemers is een voor de instelling evenredig gedeelte van het bedrag, bedoeld in artikel 3, vierde lid, en wordt berekend naar rato van het aandeel van de instelling in het landelijke totaal van deelnemers die op 1 oktober van het tweede daaraan voorafgaande kalenderjaar zijn ingeschreven.

Artikel

6

Overgangsbepaling voor de jaren 2010, 2011 en 2012

Artikel

7

Begrotingsvoorwaarde

Artikel

8

Implementatieplan Nederlandse taal en rekenen

Artikel

9

Besteding aanvullende bekostiging

De aanvullende bekostiging wordt uitsluitend aangewend voor het doel waarvoor zij is verstrekt. Eventueel niet-bestede middelen na afloop van de looptijd van de aanvullende bekostiging zullen worden teruggevorderd. De aanvullende bekostiging wordt uiterlijk in het jaar 2014 besteed.

Artikel

10

Verantwoording en controle

Artikel

11

Betaaltermijnen

De aanvullende bekostiging wordt jaarlijks in vier termijnen betaald.

Artikel

12

Evaluatie

Het steunpunt betrekt de bevindingen over de implementatieplannen en de jaarlijkse inhoudelijke verantwoording van de onderwijsinstellingen in de jaarverslagen bij zijn jaarlijkse voortgangsrapportage.

Artikel

13

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 en vervalt met ingang van 1 januari 2017.

Artikel

14

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo.

Deze regeling zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,J.M. vanBijsterveldt-Vliegenthart

Bijlage

behorende bij artikel 10, tweede lid, van de Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen mbo

Format voor het inhoudelijk verslag

Onderdeel

1:

Ondernomen activiteiten, bestede middelen en bereikte deelnemers en personeelsleden

A Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs

1.

2.

3.

B Toetsing van deelnemers

1.

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

C Extra onderwijstijd

1.

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

D Nieuwe of aangepaste faciliteiten

1.

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen

E.1 Professionalisering van docenten

1.

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

E.2 Professionalisering van overige functionarissen

1.

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

F Andere activiteiten die gericht zijn op intensivering van taal- en rekenonderwijs

1.

2.

3.

Onderdeel

2:

Reflectie op behaalde resultaten

De onderwijsinstelling geeft een reflectie op de resultaten die met de onderwijsinspanningen genoemd in het schema van onderdeel 1 zijn bereikt. De reflectie bevat ten minste:

  • een beeld van de behaalde resultaten, mede in relatie tot het implementatieplan bedoeld in artikel 8;

  • een reflectie op de behaalde resultaten in relatie tot de beoogde effecten op taal- en rekenprestaties van deelnemers;

  • conclusies op basis van deze reflectie m.b.t. eventuele bijstelling van het implementatieplan van april 2010.