Wet van 12 november 2009 tot implementatie van Europese regelgeving betreffende het verkeer van diensten op de interne markt (Dienstenwet)

Dienstenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om te voorzien in wettelijke regels om uitvoering te geven aan richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt (PbEU L 376);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

§

1.1

Definities en reikwijdte

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • afnemer: natuurlijke persoon die onderdaan is van een lidstaat of die rechten heeft die hem door communautaire besluiten zijn verleend, of een rechtspersoon in de zin van artikel 48 van het Verdrag die in een lidstaat is gevestigd en, al dan niet voor beroepsdoeleinden, van een dienst gebruik maakt of wil maken;

  • Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

  • bevoegde instantie: bestuursorgaan, een ander orgaan of een autoriteit, dat of die een toezichthoudende, vergunningverlenende of regelgevende rol vervult ten aanzien van diensten;

  • centraal loket: het centraal loket, bedoeld in artikel 5, eerste lid;

  • consument: afnemer die een natuurlijke persoon is, niet handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf;

  • dienst: economische activiteit, anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding geschiedt, als bedoeld in artikel 50 van het Verdrag;

  • dienstverrichter: natuurlijke persoon die onderdaan is van een lidstaat of een rechtspersoon in de zin van artikel 48 van het Verdrag, die in een lidstaat is gevestigd en die een dienst aanbiedt of verricht;

  • dwingende redenen van algemeen belang: redenen die als zodanig zijn erkend in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

  • eis: verplichting, verbodsbepaling, voorwaarde of beperking uit hoofde van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of voortvloeiend uit de rechtspraak, de administratieve praktijk, de regels van beroepsorden of de collectieve regels van beroepsverenigingen of andere beroepsorganisaties, die deze in het kader van de hun toegekende bevoegdheden hebben vastgesteld, met uitzondering van regels vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten waarover door de sociale partners is onderhandeld;

  • gereglementeerd beroep: beroepsactiviteit of een geheel van beroepsactiviteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255);

  • informatiepunt: het informatiepunt, bedoeld in artikel 6, eerste lid;

  • interne markt informatiesysteem: elektronisch informatiesysteem, bedoeld in artikel 34 van de richtlijn, voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde instanties van de lidstaten;

  • lidstaat: lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte;

  • lidstaat van vestiging: lidstaat op het grondgebied waarvan de dienstverrichter is gevestigd;

  • Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • procedures en formaliteiten: activiteiten die naar hun aard door middel van uitwisseling van gegevens en bescheiden tussen een dienstverrichter en een of meer bevoegde instanties plaatsvinden en die op een eis of een vergunning betrekking hebben;

  • richtlijn: richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU L 376);

  • Verdrag: Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

  • vergunningstelsel: procedure die voor een dienstverrichter of afnemer de verplichting inhoudt bij een bevoegde instantie stappen te ondernemen ter verkrijging van een vergunning;

  • vergunning: beslissing, uitdrukkelijk of stilzwijgend, over de toegang tot of de uitoefening van een dienst;

  • vestiging: daadwerkelijke uitoefening van een economische activiteit als bedoeld in artikel 43 van het Verdrag, door een dienstverrichter voor onbepaalde tijd en vanuit een duurzame infrastructuur, van waaruit daadwerkelijk diensten worden verricht;

  • zakelijke afnemer: afnemer, niet zijnde een consument.

Artikel

2

Artikel

3

Het bij of krachtens deze wet bepaalde is mede van toepassing in de Nederlandse exclusieve economische zone.

§

1.2

Wederzijdse erkenning van gegevens en bescheiden

Artikel

4

Hoofdstuk

2

Centrale elektronische voorzieningen voor dienstverrichters en afnemers

§

2.1

Het centraal loket

Artikel

5

§

2.2

Het informatiepunt

Artikel

6

Hoofdstuk

3

Informatie, bijstand en elektronische afwikkeling voor dienstverrichters

§

3.1

Toegankelijkheid van informatie voor dienstverrichters

Artikel

7

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties maakt de volgende informatie voor dienstverrichters via het centraal loket toegankelijk:

  • a.

    de eisen en vergunningstelsels, bedoeld in artikel 2, en de namen en adresgegevens van de bij die eisen en vergunningstelsels betrokken bevoegde instanties;

  • b.

    de rechtsmiddelen die algemeen voorhanden zijn voor het beslechten van geschillen tussen bevoegde instanties en dienstverrichters, tussen dienstverrichters en afnemers of tussen dienstverrichters onderling;

  • c.

    de middelen en voorwaarden om toegang te krijgen tot openbare registers en openbare databanken met gegevens over dienstverrichters en diensten;

  • d.

    de namen en adresgegevens van verenigingen en organisaties zonder winstoogmerk, anders dan de bevoegde instanties, van welke dienstverrichters praktische bijstand kunnen krijgen.

Artikel

8

Artikel

9

De informatie, bedoeld in de artikelen 7 en 8 is actueel, duidelijk en ondubbelzinnig.

Artikel

10

Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen ten behoeve van een goede uitvoering van artikel 7 regels worden gesteld over de wijze waarop bevoegde instanties informatie als bedoeld in artikel 8 ordenen en toegankelijk maken.

Artikel

11

Indien daarin niet op andere wijze is voorzien, draagt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ten behoeve van dienstverrichters zorg voor het gemakkelijk langs elektronische weg toegankelijk maken van informatie over:

  • a.

    de betekenis van bepaalde keurmerken;

  • b.

    de criteria voor het aanvragen van keurmerken;

  • c.

    andere kwaliteitsaanduidingen voor diensten;

  • d.

    op communautair niveau vastgestelde gedragscodes die gericht zijn op de vergemakkelijking van de toegang tot of uitoefening van diensten.

§

3.2

Verlening van bijstand aan dienstverrichters

Artikel

12

§

3.3

Op procedures en formaliteiten betrekking hebbend berichtenverkeer

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

§

3.4

Gegevensbescherming

Artikel

16

Hoofdstuk

4

Informatie en bijstand voor afnemers

§

4.1

Toegankelijkheid van informatie voor afnemers

Artikel

17

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties maakt via het centraal loket voor zakelijke afnemers toegankelijk:

  • a.

    de informatie, bedoeld in artikel 7, onderdelen a en c;

  • b.

    algemene informatie over in andere lidstaten geldende eisen inzake toegang tot en uitoefening van diensten;

  • c.

    de rechtsmiddelen die algemeen voorhanden zijn voor het beslechten van geschillen tussen bevoegde instanties en zakelijke afnemers of tussen dienstverrichters en zakelijke afnemers;

  • d.

    algemene informatie over in andere lidstaten beschikbare rechtsmiddelen voor het beslechten van geschillen tussen dienstverrichters en zakelijke afnemers;

  • e.

    de namen en adresgegevens van verenigingen of organisaties zonder winstoogmerk, anders dan de bevoegde instanties, waarvan zakelijke afnemers praktische bijstand kunnen krijgen;

  • f.

    de namen en adresgegevens van verenigingen of organisaties zonder winstoogmerk, die geen bevoegde instantie in enige lidstaat zijn, en waar zakelijke afnemers praktische bijstand van kunnen krijgen in een andere lidstaat dan Nederland.

Artikel

18

De Autoriteit Consument en Markt maakt via het informatiepunt voor consumenten toegankelijk:

  • a.

    de informatie, bedoeld in artikel 7, onderdelen a en c;

  • b.

    algemene informatie over in andere lidstaten geldende eisen inzake toegang tot en uitoefening van diensten, in het bijzonder informatie inzake consumentenbescherming;

  • c.

    de rechtsmiddelen die algemeen voorhanden zijn voor het beslechten van geschillen tussen bevoegde instanties en consumenten of tussen dienstverrichters en consumenten;

  • d.

    algemene informatie over in andere lidstaten beschikbare rechtsmiddelen voor het beslechten van geschillen tussen dienstverrichters en consumenten;

  • e.

    de namen en adresgegevens van verenigingen of organisaties zonder winstoogmerk, anders dan de bevoegde instanties, waarvan consumenten praktische bijstand kunnen krijgen.

  • f.

    de namen en adresgegevens van verenigingen of organisaties zonder winstoogmerk, die geen bevoegde instantie in enige lidstaat zijn, en waar consumenten praktische bijstand van kunnen krijgen in een andere lidstaat dan Nederland.

Artikel

19

Een bevoegde instantie die betrokken is bij één of meer eisen of vergunningstelsels als bedoeld in artikel 2, maakt voor afnemers langs elektronische weg toegankelijk:

  • a.

    de informatie, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, en artikel 8, tweede lid;

  • b.

    de rechtsmiddelen die algemeen voorhanden zijn voor het beslechten van geschillen tussen haar en een afnemer of tussen een dienstverrichter en een afnemer.

Artikel

20

De informatie, bedoeld in de artikelen 17, 18 en 19, is actueel, duidelijk en ondubbelzinnig.

Artikel

21

Bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kunnen ten behoeve van een goede uitvoering van artikel 17, onderdelen a, c en e, regels worden gesteld over de wijze waarop bevoegde instanties informatie als bedoeld in artikel 19 ordenen en toegankelijk maken.

Artikel

22

Indien daarin niet op andere wijze is voorzien, draagt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ten behoeve van zakelijke afnemers onderscheidenlijk Onze Minister ten behoeve van consumenten zorg voor het gemakkelijk langs elektronische weg toegankelijk maken van informatie over:

  • a.

    de betekenis van bepaalde keurmerken;

  • b.

    de criteria voor het aanvragen van keurmerken;

  • c.

    andere kwaliteitsaanduidingen voor diensten;

  • d.

    op communautair niveau vastgestelde gedragscodes die gericht zijn op de vergemakkelijking van de toegang tot of uitoefening van diensten.

§

4.2

Verlening van bijstand aan afnemers

Artikel

23

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties verstrekt een zakelijke afnemer op diens verzoek:

  • a.

    algemene informatie over in de andere lidstaten geldende eisen inzake de toegang tot en de uitoefening van diensten.

  • b.

    algemene informatie over in andere lidstaten beschikbare rechtsmiddelen voor het beslechten van geschillen tussen een dienstverrichter en een zakelijke afnemer;

  • c.

    namen en adresgegevens van verenigingen en organisaties zonder winstoogmerk uit een andere lidstaat, die geen bevoegde instanties in die lidstaat zijn, en van welke een zakelijke afnemer praktische bijstand kan krijgen.

Artikel

24

De Autoriteit Consument en Markt verstrekt een consument op diens verzoek:

  • a.

    algemene informatie over in de andere lidstaten geldende eisen inzake de toegang tot en uitoefening van diensten, in het bijzonder die inzake consumentenbescherming;

  • b.

    algemene informatie over in andere lidstaten beschikbare rechtsmiddelen voor het beslechten van geschillen tussen een dienstverrichter en een consument;

  • c.

    namen en adresgegevens van verenigingen en organisaties zonder winstoogmerk uit een andere lidstaat, die geen bevoegde instanties in die lidstaat zijn, en van welke een consument praktische bijstand kan krijgen.

Artikel

25

Een bevoegde instantie verstrekt een afnemer op diens verzoek algemene informatie over de gebruikelijke uitleg en toepassing van eisen of vergunningstelsels, bedoeld in artikel 2, waarbij die bevoegde instantie is betrokken.

Artikel

26

Op een informatieverzoek als bedoeld in de artikelen 23 tot en met 25 is artikel 12, tweede tot en met zesde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de behandeling van een tot Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gericht verzoek geschiedt via het centraal loket en een tot de Autoriteit Consument en Markt gericht verzoek via het informatiepunt.

Artikel

27

Hoofdstuk

5

Vergunningstelsels

§

5.1

Vergunningen op aanvraag

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

§

5.2

Meldingen

Artikel

35

Artikel

36

Hoofdstuk

6

Administratieve samenwerking

§

6.1

Wederzijdse bijstand

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

§

6.2

Informatie over de betrouwbaarheid van dienstverrichters

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

§

6.3

Veiligheidsmaatregelen jegens dienstverrichters in individuele gevallen

Artikel

45

Deze paragraaf is niet van toepassing:

  • a.

    indien de wettelijke voorschriften op grond waarvan de maatregel wordt genomen, vallen onder een communautaire harmonisatiemaatregel op het gebied van de veiligheid van diensten;

  • b.

    op opsporingsonderzoeken als bedoeld in artikel 132a van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel

46

Voor de toepassing van de artikelen 47 tot en met 49 beschikken de bevoegde instanties over de toezichts- en handhavingsbevoegdheden die hen bij wettelijk voorschrift zijn toegekend, voor zover die bevoegdheden uitsluitend kunnen worden uitgeoefend ten aanzien van in Nederland gevestigde dienstverrichters.

Artikel

47

Een bevoegde instantie die is betrokken bij een of meer eisen of vergunningstelsels als bedoeld in artikel 2, kan uitsluitend in buitengewone omstandigheden ten behoeve van de veiligheid van dienstverrichtingen maatregelen treffen jegens een dienstverrichter die is gevestigd in een andere lidstaat en die diensten verricht in het gebied waarop deze wet van toepassing is.

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

50

§

6.4

Het waarschuwingsmechanisme

Artikel

51

Artikel

52

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van de door de Europese Commissie krachtens artikel 32, derde lid, van de richtlijn vastgestelde regels.

§

6.5

Toezicht en handhaving

Artikel

53

Een bevoegde instantie die is betrokken bij een of meer eisen of vergunningstelsels als bedoeld in artikel 2, ziet niet af van de toepassing van toezichts- of handhavingsmaatregelen jegens een dienstverrichter die in Nederland is gevestigd vanwege het feit dat de door die dienstverrichter verrichte dienst in een andere lidstaat is verricht of daar schade heeft veroorzaakt.

Artikel

54

Artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing indien een bevoegde instantie medewerking vordert naar aanleiding van een verzoek van een bevoegde instantie uit een andere lidstaat als bedoeld in de paragrafen 6.1, 6.2 en 6.3, met dien verstande dat, indien de bevoegde instantie geen bestuursorgaan is, de bevoegdheid van artikel 5:20, derde lid, wordt uitgeoefend door het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de bevoegde instantie werkzaam is.

§

6.6

Het contactpunt

Artikel

55

§

6.7

Het interne markt informatiesysteem

Artikel

56

Een bevoegde instantie die is betrokken bij een of meer eisen of vergunningstelsels als bedoeld in artikel 2, draagt zorg voor aansluiting op het interne markt informatiesysteem.

Artikel

57

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot technische eisen waaraan de bevoegde instanties moeten voldoen met het oog op aansluiting op het interne markt informatiesysteem en met betrekking tot de beveiliging van persoonsgegevens bij gebruik van het interne markt informatiesysteem.

Artikel

58

Een bevoegde instantie die is betrokken bij een of meer eisen of vergunningstelsels als bedoeld in artikel 2, kan het interne markt informatiesysteem benutten voor de uitwisseling van gegevens binnen Nederland met betrekking tot dienstverrichters en dienstverrichtingen.

Artikel

59

Artikel

60

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van door de Commissie krachtens artikel 36 van de richtlijn vastgestelde uitvoeringsmaatregelen en praktische regels voor de elektronische uitwisseling van informatie tussen de lidstaten.

Hoofdstuk

6a

Naleving verplichtingen door bevoegde instanties

Artikel

59a

Vervallen

Artikel

59b

Vervallen

Artikel

59c

Vervallen

Artikel

59d

Vervallen

Hoofdstuk

7

Wijziging van andere wetten

Artikel

61

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

62

Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 6.

Artikel

63

Wijzigt de Wet handhaving consumentenbescherming.

Artikel

64

Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering.

Hoofdstuk

8

Slotbepalingen

Artikel

66

Artikel

67

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

68

Deze wet wordt aangehaald als: Dienstenwet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, M. J. A. van der Hoeven
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin