Besluit van 8 december 2009, houdende verlenging van de periode in artikel 43e, derde lid, Auteurswet

Besluit verlenging periode ex artikel 43e, derde lid, Auteurswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 10 november 2009, 5627559/09/6;
Gelet op artikel 43e, derde lid, van de Auteurswet en richtlijn nr. 2001/84/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, PbEG 2001, L 272/32;
De Raad van State gehoord (advies van 19 november 2009, nr. W03.09.0475/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 2 december 2009, nr. 5630757/09/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin