Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot het instellen van het directoraat-generaal Rijkswaterstaat (Instellingsbesluit directoraat-generaal Rijkswaterstaat)
Instellingsbesluit directoraat-generaal Rijkswaterstaat
Besluit:
Artikel
2
1
Het directoraat-generaal Rijkswaterstaat is samengesteld uit:
-
a.
een stafdienst van de directeur-generaal;
-
b.
regionale diensten;
-
c.
landelijke diensten;
-
d.
programmadirecties en
-
e.
projectdirecties.
2
De Minister van Verkeer en Waterstaat stelt de in het eerste lid genoemde diensten en directies in.
Artikel
3
Het directoraat-generaal Rijkswaterstaat is, voor zover één en ander aan de Minister van Verkeer en Waterstaat is opgedragen, belast met de navolgende hoofdtaken en daarmee samenhangende activiteiten:
-
a.
de aanleg, het beheer en het onderhoud van rijkswaterstaatswerken;
-
b.
het verrichten dan wel bevorderen van onderzoek en het adviseren van de Minister van Verkeer en Waterstaat over hetgeen dienstig kan zijn voor de uitvoering van de taken genoemd in onderdeel a;
-
c.
het adviseren over en het toetsen van de uitvoerbaarheid van nieuwe wet- en regelgeving, die voor de uitvoering van de taken genoemd in onderdeel a, van belang is;
-
d.
de vergunningverlening en handhaving van wet- en regelgeving, voor zover dat niet uitdrukkelijk aan een ander onderdeel van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is opgedragen, verband houdende met de uitvoering van de taken genoemd in onderdeel a, waarvoor de Minister van Verkeer en Waterstaat bevoegd gezag is; en
-
e.
de toetsing van de uitvoerbaarheid van plannen, regelingen en projectenvan andere bestuursorganen die gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van de taken genoemd in onderdeel a.
Artikel
4
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 1.1 van de Waterwet in werking treedt.
Artikel
5
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit directoraat-generaal Rijkswaterstaat.
Dit besluit wordt met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant geplaatst en wordt in afschrift gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de secretaris-generaal, diens plaatsvervanger en de diensthoofden.
Dit besluit is met terugwerkende kracht inwerking getreden vanaf 22 december 2009.