Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
b.
bevoegd gezag: bevoegd gezag van een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
-
c.
universiteit: een universiteit als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger en wetenschappelijk onderwijs;
-
d.
educatieve minor: die minor waarmee, na het met goed gevolg afronden van zowel de minor als een vakbachelor die opgenomen is op de verwantschapstabel, een onderwijsbevoegdheid kan worden verkregen.
-
e.
aanvrager: het bevoegd gezag;
-
f.
verwantschapstabel: de tabel waarin is opgenomen welke wo-bachelors in combinatie met het volgen van een educatieve minor kunnen leiden tot de bevoegdheid om les te geven op de mavo en de eerste drie leerjaren van havo en vwo. De tabel die geldt voor studiejaar 2009–2010 is in bijlage 1 opgenomen;
-
g.
stagiair: de persoon die in een studiejaar ingeschreven staat voor een wo-bacheloropleiding die is opgenomen op de verwantschapstabel en bij de aanvrager het praktijkdeel van een binnen die bacheloropleiding gevolgde educatieve minor vervult;
-
h.
stageplaats: een stage aan een school voor voortgezet onderwijs in het kader van het volgen van een educatieve minor;
-
i.
studiejaar: tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar;
-
j.
studiepunten: studiepunten als bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
k.
subsidie: aanvullende bekostiging als bedoeld in artikel 85a van de Wet op het voortgezet onderwijs.