Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 april 2010, nr. WJZ/202171 (8280), houdende regels voor de subsidiëring van restauratiewerkzaamheden voor speciale projecten in verband met het stimuleringsbudget woningbouw 2010–2013 (Tijdelijke subsidieregeling restauratie speciale projecten)
inspectierapport: rapport met betrekking tot een beschermd monument dat de technische of fysieke staat van dat monument beschrijft, en dat is opgesteld door een ter zake deskundige persoon of instantie;
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Artikel
2
Reikwijdte
De minister kan uitsluitend ten behoeve van de restauratie van de volgende beschermde monumenten subsidie verstrekken:
a.
Havenkerk te Schiedam;
b.
Prinsenhof te Groningen;
c.
Groot Lankum te Franeker;
d.
Wintertuin te Baarn;
e.
Steenfabriek te Randwijk;
f.
Badpaviljoen te Hindelopen;
g.
Belfort te Sluis;
h.
Panorama Mesdag te ’s-Gravenhage;
i.
Portugese Synagoge te Amsterdam; en
j.
dit onderdeel is nog niet in werking getreden.
Artikel
3
Subsidieplafonds
Het subsidieplafond bedraagt voor:
a.
Havenkerk te Schiedam: € 1 miljoen;
b.
Prinsenhof te Groningen: € 1 miljoen;
c.
Groot Lankum te Franeker: € 1 miljoen;
d.
Wintertuin te Baarn: € 1,5 miljoen;
e.
Steenfabriek te Randwijk: € 700.000;
f.
Badpaviljoen te Hindelopen: € 600.000;
g.
Belfort te Sluis: € 600.000;
h.
Panorama Mesdag te ’s-Gravenhage: € 400.000;
i.
Portugese Synagoge te Amsterdam: € 430.000; en
j.
Justus van Effencomplex te Rotterdam: € 1,5 miljoen.
kosten uitsluitend subsidiabel zijn voorzover de werkzaamheden:
1°.
strekken tot restauratie van een monument als bedoeld in artikel 3 en zijn monumentale waarden,
2°.
sober en doelmatig zijn,
3°.
technisch noodzakelijk zijn, en
4°.
de werkzaamheden zijn gericht op maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder historische materialen en constructies;
b.
kosten voor werkzaamheden gericht op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade subsidiabel zijn;
c.
kosten voor werkzaamheden gericht op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen subsidiabel zijn;
d.
kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie niet subsidiabel zijn, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van de minister ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn; en
e.
kosten voor werkzaamheden die voortvloeien uit veranderd gebruik, alsmede kosten voor werkzaamheden die zijn gericht op comfortverbetering niet subsidiabel zijn.
2
Indien de restauratie waarvoor subsidie wordt gevraagd reeds aangevangen is, komen onverminderd het eerste lid, tevens voor subsidie in aanmerking de gemaakte kosten in verband met de restauratie voor zover die kosten in 2010 zijn gemaakt.
Artikel
5
Subsidieperiode
De activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt vangen aan of zijn reeds aangevangen in 2010 en zijn afgerond voor 1 januari 2014.
Artikel
6
Aanvraag subsidieverlening
1
Per monument als bedoeld in artikel 3 wordt één aanvraag voor subsidie ingediend.
2
Voor zover de minister niet reeds beschikt over deze documenten, gaat een aanvraag vergezeld van:
a.
een restauratieplan; en
b.
een globale begroting van de kosten van de voorgenomen restauratiewerkzaamheden.
3
Een restauratieplan omvat in ieder geval:
a.
tekeningen van de bestaande toestand van het monument;
b.
tekeningen waarop de voorgenomen restauratiewerkzaamheden of wijzigingen van het monument staan aangegeven; en
c.
een op de technische staat van het monument gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de restauratiewerkzaamheden van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan.
Artikel
7
Indieningstermijn
1
Een aanvraag tot verlening van subsidie wordt ingediend voor 1 augustus 2010.
2
In afwijking van het eerste lid kan de minister voor artikel 3, onderdeel j, een andere indieningsdatum vaststellen.
Artikel
8
Subsidieverlening
De minister beslist binnen dertien weken op een aanvraag tot verlening van subsidie.
Voor zover voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 is vereist, vangen die activiteiten niet aan zonder of in afwijking van de vergunning.
3
Wijzigt deze regeling.
Artikel
10
Bevoorschotting
Direct na de subsidieverlening verstrekt de minister aan de subsidieontvanger een voorschot van 80 procent van de verleende subsidie.
Artikel
11
Aanvraag tot subsidievaststelling en verantwoording
1
Binnen 13 weken na afronding van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.
2
De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een prestatieverklaring en een financieel verslag.
3
In de prestatieverklaring toont de subsidieontvanger aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. De minister kan een model vaststellen voor de prestatieverklaring.
4
De prestatieverklaring gaat vergezeld van een inspectierapport dat is opgesteld na afronding van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend.
5
Het financieel verslag geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de aanwending en besteding van de subsidie door de subsidieontvanger. De minister kan een model vaststellen voor het financieel verslag.
6
Het financieel verslag gaat vergezeld van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In de verklaring verklaart de accountant dat de bedragen in het financieel verslag juist zijn en doet hij tevens een uitspraak over de naleving door de subsidieontvanger van de in het controle protocol genoemde voorschriften.
7
De subsidieontvanger bedingt bij de accountant dat deze zijn onderzoek inricht overeenkomstig een door de minister vast te stellen controleprotocol.
8
De minister kan de subsidieontvanger verplichten de desbetreffende originele rekeningen en betalingsbewijzen te overleggen.
Artikel
12
Vaststelling
De minister beslist binnen 22 weken op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel
13
Inwerkingtreding
1
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van artikel 3, onderdeel j, dat op een nader door de minister te bepalen tijdstip in werking treedt.
2
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2015.
Artikel
14
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling restauratie speciale projecten.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. vanBijsterveldt-Vliegenthart