Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende bepalingen inzake het verstrekken van subsidie aan de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (Subsidieregeling NLR)

Subsidieregeling NLR

Artikel

1

Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b.

    NLR: de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium;

  • c.

    Onderzoeksprogramma NLR: het in overleg met het Rijk door NLR opgestelde programma van vraaggestuurd onderzoek, bestaande uit de onderdelen Kennis voor beleid, Kennis als vermogen en Faciliteiten als vermogen;

  • d.

    Kennis voor beleid: middellange termijn onderzoek, op initiatief van de overheid of het bedrijfsleven, van belang voor beleidsvraagstukken van de overheid en voor economische vraagstukken van strategisch belang voor het bedrijfsleven;

  • e.

    Kennis als vermogen: lange termijn onderzoek, op initiatief van NLR, gericht op het in stand houden en ontwikkelen van kennis die NLR in staat stelt toekomstige vragen, beleidsvragen daaronder begrepen, te kunnen beantwoorden;

  • f.

    Faciliteiten als vermogen: ontwikkeling en instandhouding van de grote onderzoeks- en testfaciliteiten, benodigd voor het uitvoeren of kunnen uitvoeren van de onderdelen Kennis voor beleid en Kennis als vermogen enerzijds en van onderzoeksopdrachten van overheid en bedrijfsleven anderzijds;

  • g.

    Programmafinanciering: subsidie van het Rijk ten behoeve van het Onderzoeksprogramma NLR;

  • h.

    Instandhoudingsbijdrage: subsidie van het Rijk ten behoeve van de instandhouding van de grote onderzoeks- en testfaciliteiten van NLR. Deze subsidie heeft geen betrekking op de instandhouding dan wel de vervanging van de grote onderdelen van de windtunnel, ook wel aangeduid als Large Low Speed Facility.

Artikel

2

Subsidie

Artikel

3

Mededeling voornemen

De minister deelt jaarlijks schriftelijk aan NLR mee welk bedrag hij voornemens is beschikbaar te stellen voor de Programmafinanciering onderscheidenlijk de Instandhoudingsbijdrage. De minister doet deze mededeling uiterlijk op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor hij het voorgenomen bedrag beschikbaar wil stellen.

Artikel

5

Aanvraag tot subsidieverlening

Artikel

6

Beschikking tot subsidieverlening

Artikel

7

Weigeringsgronden

De minister kan de subsidieverlening, bedoeld in artikel 2, eerste lid, geheel of gedeeltelijk weigeren, indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in artikel 5;

  • b.

    er in de voorgaande kalenderjaren ten aanzien van de subsidieverlening dan wel de subsidievaststelling toepassing is gegeven aan de artikelen 4:48, 4:49 of 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht; of

  • c.

    NLR de in deze regeling opgenomen verplichtingen in enig kalenderjaar niet heeft nageleefd.

Artikel

8

Hoofdstuk XII Rijksbegroting

Indien de Tweede Kamer Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting van enig jaar niet heeft goedgekeurd vóór aanvang van het desbetreffende kalenderjaar, wordt de subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor 50% van het in dat Hoofdstuk opgenomen bedrag verleend en wordt het resterende gedeelte verleend zodra Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting is goedgekeurd.

Artikel

9

Verplichtingen NLR

Artikel

10

Voorschotverlening

Tegelijkertijd met de beschikking tot subsidieverlening wordt een beschikking tot bevoorschotting gegeven ter hoogte van 100% van de verleende subsidie.

Artikel

11

Subsidievaststelling

Artikel

12

Subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid

Artikel

13

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel

14

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling NLR.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,C.M.P.S.Eurlings