Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 juni 2010, nr. WJZ/213992 (8287), houdende regels voor de verstrekking van subsidie voor restauratie van beschermde monumenten ter compensatie van de afschaffing van vrijstelling van overdrachtsbelasting voor beschermde monumenten voor de jaren 2010 en 2011 (Restauratieregeling monumenten 2010 en 2011)

Restauratieregeling monumenten 2010 en 2011

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Algemene wet bestuursrecht: Awb;

  • Besluit: Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten;

  • minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • restauratie: verrichten van die werkzaamheden, de normale instandhouding te boven gaand, die voor het herstel van een beschermd monument noodzakelijk zijn.

Artikel

2

Begrotingsvoorbehoud

Artikel

3

Uitgezonderd van subsidie

Onverminderd artikel 4:35 van de Awb verstrekt de minister op grond van deze regeling in ieder geval geen subsidie:

  • a.

    voor zover in de subsidiabele kosten subsidie is verstrekt op grond van een andere rijkssubsidieregeling,

  • b.

    voor zover bij schade de subsidiabele kosten op grond van een verzekering worden gedekt of op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht dan wel anderszins niet ten laste van de aanvrager komen; of

  • c.

    voor archeologische monumenten.

Hoofdstuk

2

Restauratiesubsidie voor herbestemming en grote projecten

§

2.1

Algemeen

Artikel

4

Reikwijdte

Artikel

5

Aanvragers

Subsidie op grond van dit hoofdstuk kan worden aangevraagd door:

  • a.

    eigenaren van andere beschermde monumenten dan woonhuizen en dan boerderijen zonder agrarische functie;

  • b.

    aangewezen organisaties voor monumentenbehoud;

  • c.

    provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen die zijn ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen; en

  • d.

    eigenaren van woonhuizen en van boerderijen zonder agrarische functie die deel uitmaken van een complex, tenzij dat comple× als zodanig tot de categorie woonhuizen of boerderijen zonder agrarische functie behoort.

Artikel

6

Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking op grond van artikel 4 is een bedrag van € 30 miljoen beschikbaar.

Artikel

7

Aanvang restauratie

Artikel

8

Subsidiabele kosten

Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen als bedoeld in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten Brim 2010, opgenomen als bijlage bij de Regeling rijkssubsidiëring instandhouding monumenten, met dien verstande dat:

  • a.

    kosten uitsluitend subsidiabel zijn voor zover de werkzaamheden:

    • 1°.

      strekken tot restauratie van het monument en zijn monumentale waarden;

    • 2°.

      sober en doelmatig zijn;

    • 3°.

      technisch noodzakelijk zijn; en

    • 4°.

      zijn gericht op maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder historische materialen en constructies;

  • b.

    kosten voor werkzaamheden gericht op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade subsidiabel zijn;

  • c.

    kosten voor werkzaamheden gericht op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen subsidiabel zijn;

  • d.

    kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie niet subsidiabel zijn, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van de minister ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn;

  • e.

    kosten voor werkzaamheden die voortvloeien uit veranderd gebruik, alsmede kosten voor werkzaamheden die zijn gericht op comfortverbetering niet subsidiabel zijn; en

  • f.

    kosten voor werkzaamheden voor zover die reeds aangevangen of voltooid zijn voor de subsidieverlening niet subsidiabel zijn.

Artikel

9

Subsidiebedrag

De subsidie bedraagt 70% van de subsidiabele kosten.

§

2.2

Aanvraag

Artikel

10

In te dienen documenten

Artikel

11

Restauratieplan

Het restauratieplan bestaat uit:

  • a.

    een beschrijving van de technische staat van het monument, waarbij de gebreken van het monument nauwkeurig zijn vermeld;

  • b.

    overzichts- en detailfoto’s die een duidelijke indruk geven van het monument en zijn gebreken;

  • c.

    tekeningen van de bestaande toestand van het monument en tekeningen waarop de voorgenomen restauratiewerkzaamheden of wijzigingen van het monument staan aangegeven;

  • d.

    een op de onder a bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of werkomschrijving waaruit duidelijk zijn af te lezen de aard en omvang van de uit te voeren werkzaamheden, de daarbij toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede de wijze van uitvoering of verwerking daarvan; en

  • e.

    in voorkomend geval rapporten inzake bouwfysische, bouwhistorische, constructieve, decoratieve, materiaaltechnische of preventieve aspecten ten aanzien van het monument.

Artikel

12

Indieningstermijn

§

2.3

Verlening

Artikel

13

Weigeringsgronden

Artikel

14

Behandeling aanvragen

Artikel

15

Besluit tot verlening

§

2.4

Bevoorschotting en verplichtingen

Artikel

16

Bevoorschotting

De minister verleent voorschotten waarvan de hoogte en de termijnen in het besluit tot subsidieverlening worden vermeld.

§

2.5

Vaststelling

Artikel

18

Aanvraag tot vaststelling

Artikel

19

Prestatieverklaring

Artikel

20

Financieel verslag

Artikel

21

Besluit tot vaststelling

De minister beslist binnen 22 weken op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk

3

Restauratiesubsidie voor aangewezen organisaties voor monumentenbehoud

Artikel

22

Reikwijdte

De minister kan aan de aangewezen organisaties voor monumentenbehoud, genoemd in artikel 23, subsidie verstrekken ten behoeve van de restauratie van één of meerdere beschermde monumenten.

Artikel

23

Subsidieplafonds

Voor subsidieverstrekking op grond van artikel 22 is een bedrag beschikbaar voor:

  • a.

    Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van industrieel erfgoed B.V.: € 1.649.000;

  • b.

    NV Bergkwartier Maatschappij tot Stadsherstel: € 1.649.000;

  • c.

    Rijnlandse Molenstichting: € 367.500;

  • d.

    Stadsherstel Amsterdam N.V.: € 1.649.000;

  • e.

    Stichting Alde Fryske Tsjerken: € 175.000;

  • f.

    Stichting De Fryske Mole: € 189.000;

  • g.

    Stichting De Utrechtse Molens: € 757.200;

  • h.

    Stichting Het Drentse Landschap: € 1.014.000;

  • i.

    Stichting Het Geldersch Landschap en Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen: € 1.099.000;

  • j.

    Stichting Het Utrechts Monumentenfonds: € 734.200;

  • k.

    Stichting Monumentenbehoud Dongeradeel: € 94.000;

  • l.

    Stichting Oude Groninger Kerken: € 749.200;

  • m.

    Stichting Restauratie Rijksmonumenten Groningen: € 110.300;

  • n.

    Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: € 1.064.900;

  • o.

    Stichting Twickel: € 203.500;

  • p.

    Stichting Werelderfgoed Kinderdijk: € 769.200;

  • q.

    Stichting Wijnhuisfonds: € 287.000;

  • r.

    Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel N.V.: € 450.000;

  • s.

    Vereniging Hendrick de Keyser: € 1.649.000; en

  • t.

    Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland: € 1.340.000.

Artikel

24

Subsidiabele kosten

Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onderdeel f niet van toepassing is op kosten voor werkzaamheden die op of na 1 januari 2010 zijn uitgevoerd.

Artikel

25

Aanvraag

Artikel

26

Bepalingen van overeenkomstige toepassing

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

27

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2010.

Artikel

28

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Restauratieregeling monumenten 2010 en 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,J.M. vanBijsterveldt-Vliegenthart