Besluit van 2 juli 2010, houdende vaststelling van regels voor examens van beroepsopleidingen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (Examenbesluit beroepsopleidingen WEB)

Examenbesluit beroepsopleidingen WEB

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 16 maart 2010, nr. WJZ/196829 (4858), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
De Raad van State gehoord (advies van 21 april 2010, nr. W05.10.0096/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 28 juni 2010, nr. WJZ/218936(4858), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

3

Indeling van het examen

Hoofdstuk

II

Centraal examen

Artikel

6

Taken College voor examens

Artikel

7

Taak minister

Onze Minister zorgt ervoor dat de instellingen tijdig beschikken over de opgaven.

Artikel

8

Herkansing centraal examen

Artikel

9

Gang van zaken bij centraal examen

De examencommissie zorgt er in ieder geval voor dat:

  • a.

    de opgaven van het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij de opgaven aan de deelnemers of examendeelnemers worden voorgelegd;

  • b.

    het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend, en

  • c.

    het door het college vastgestelde examenprotocol in acht wordt genomen.

Artikel

10

Beoordeling, vaststelling score en cijfer centraal examen

Artikel

11

Niet volgens de regels afgenomen centraal examen

Artikel

12

Onvoorziene omstandigheden centraal examen

Indien door onvoorziene omstandigheden het centraal examen voor één of meer onderdelen van één of meer beroepsopleidingen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist Onze Minister hoe in dat geval moet worden gehandeld.

Hoofdstuk

III

Instellingsexamen

Artikel

13

Gang van zaken instellingsexamen

Het instellingsexamen vindt plaats overeenkomstig de door de examencommissie krachtens de wet vastgestelde regels.

Artikel

14

Waardering instellingsexamen

Indien het examen voor een onderdeel van de beroepsopleiding bestaat uit zowel een centraal examen als een instellingsexamen, wordt de waardering voor het instellingsexamen in cijfers uitgedrukt.

Hoofdstuk

IV

Uitslag van het examen

Artikel

15

Eindwaardering

Artikel

16

Vaststelling uitslag

De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast met inachtneming van artikel 17.

Artikel

17

Uitslag

Onverminderd artikel 7.4.3 van de wet is het examen met goed gevolg afgelegd, indien:

  • a.

    voor alle examenonderdelen een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 dan wel «voldoende» is behaald met inachtneming van het bepaalde in artikel 19, derde lid, of

  • b.

    voor zover voor Nederlandse taal of rekenen een centraal examen is afgenomen, voor één van die examenonderdelen een eindwaardering van ten minste het cijfer 5 is behaald, en voor de overige examenonderdelen een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 dan wel «voldoende» is behaald.

Hoofdstuk

V

Overgangs-, invoerings- en slotbepalingen

Artikel

18

Invoering centrale examinering

Centrale examinering als bedoeld in de artikelen 4 en 5 vindt voor de eerste maal plaats in het studiejaar 2013–2014 bij beroepsopleidingen waarmee een aanvang wordt gemaakt op of na 1 augustus 2010. Indien de resultaten van eerdere pilotexamens als bedoeld in artikel 19, dan wel onvoorziene omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan bij koninklijk besluit een later studiejaar worden bepaald dat voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

19

Pilot centrale examinering

Artikel

21

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Examenbesluit beroepsopleidingen WEB.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin