De Raad van State gehoord (advies van 11 juni 2010, nr. W03.10.0501/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 15 juli 2010, nr. 5661305/10/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel
1
Overeenkomstig artikel 36f, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht keert Onze Minister van Justitie het resterende bedrag van de maatregel, bedoeld in dat artikellid, uit aan het slachtoffer dat geen rechtspersoon is of diens nabestaanden.
Onze Minister van Justitie belast het Centraal Justitieel Incassobureau met het verrichten van de werkzaamheden die voortvloeien uit artikel 36, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht: het uitkeren van niet tijdig betaalde betalingsverplichtingen van de veroordeelde aan het slachtoffer en het verhaal op de veroordeelde.
Artikel
4
Wijzigt het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en schadevergoedingsmaatregelen.
Artikel
5
1
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2
Artikel 1, tweede lid, vervalt vijf jaar na inwerkingtreding van dit besluit. In het eerste lid vervalt het cijfer 1.
Artikel
6
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit voorschot schadevergoedingsmaatregel.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.