Rijkswet van 7 juli 2010 tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba

Rijkswet tot vaststelling zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met het verkrijgen door Curaçao en Sint Maarten van de hoedanigheid van land in het Koninkrijk, wenselijk is om een grens vast te stellen tussen de zeegebieden, met inbegrip van de daaronder gelegen zeebodem en ondergrond, van Curaçao enerzijds en Bonaire anderzijds, respectievelijk Sint Maarten enerzijds en Saba anderzijds;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

In noordelijke richting is het eindpunt van de grenslijn punt A, en in zuidelijke richting is het eindpunt van de grenslijn punt W, die de snijpunten vormen van de grenslijnen tussen de zeegebieden van het land Curaçao, het openbaar lichaam Bonaire, en de Republiek Venezuela.

Artikel

3

Artikel

4

In westelijke richting is het eindpunt van de grenslijn punt A, en in oostelijke richting is het eindpunt van de grenslijn punt K, die de snijpunten vormen van de grenslijnen tussen de zeegebieden van het land Sint Maarten, het openbaar lichaam Saba en de Franse Republiek.

Artikel

5

Deze rijkswet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad en in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A. Th. B. Bijleveld-Schouten
De Minister van Buitenlandse Zaken, M. J. M. Verhagen
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

1

Bijlage

2