Wet vestiging bedrijven BES

Artikel

1

In de artikelen van deze wet wordt verstaan onder openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

Artikel

1a

Artikel

2

Het is verboden:

  • a.

    een zaak te vestigen en te drijven of te doen drijven;

  • b.

    een zaak te doen vestigen en te drijven of te doen drijven;

  • c.

    een zaak over te nemen en te drijven of te doen drijven;

  • d.

    een zaak te doen overnemen en te drijven of te doen drijven;

  • e.

    een zaak voort te zetten of te doen voortzetten;

  • f.

    een zaak ten aanzien van het publiek te verplaatsen;

  • g.

    een zaak van aard te wijzigen, zonder een daartoe strekkende vergunning van het Bestuurscollege.

Artikel

3

Geen vergunning is vereischt voor één of meer van bovengenoemde handelingen ten aanzien van zaken:

  • a.

    toebehoorende aan publiekrechtelijke lichamen;

  • b.

    welke uitsluitend uitgeoefend worden in of op openbare markten of als straatventerij op den openbare weg;

  • c.

    waarbij het bedrijf van land-, tuinbouw, veeteelt of visscherij uitgeoefend wordt al of niet samengaande met den verkoop van de producten in dat bedrijf voortgebracht, gewonnen of gevangen;

  • d.

    toebehoorende aan ambachtslieden, tenzij deze uitgeoefend worden met meer arbeiders dan voor elk bedrijf door het Bestuurscollege bij besluit zal worden bepaald;

  • e.

    toebehoorende aan kleine handelslieden, die bij besluit van het Bestuurscollege daarvan zijn vrijgesteld.

Artikel

4

Artikel

4a

Artikel

4b

Artikel

4c

Artikel

5

Artikel

6

Bij het verleenen eener vergunning is het Bestuurscollege bevoegd, daaraan voorwaarden te verbinden, betreffende de credietwaardigheid van den aanvrager en de financiering der zaak.

Artikel

7

Artikel

8

Verlening, weigering of intrekking van een vergunning heeft niet plaats dan nadat de betrokken Kamer van Koophandel en Nijverheid is gehoord. De betrokken kamer brengt het advies binnen twee weken uit.

Artikel

9

[vervallen]

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Met het opsporen van de bij deze wet strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de ambtenaren, die in het algemeen belast zijn met het opsporen van strafbare feiten, mede belast zij, die door het Bestuurscollege daartoe worden aangewezen.

Artikel

13

Artikel

14

Bij ministeriële regeling kunnen verdere regelen in het belang van een goede uitvoering van deze wet worden gegeven.

Artikel

15

Het Bestuurscollege doet een zaak sluiten, welke zonder vergunning gedreven wordt.

Artikel

16

Het bepaalde in artikel 2, sub e, is niet van toepassing ten aanzien van zaken, die bij het inwerkingtreden dezer wet wettig werden gedreven. Voor het voortzetten dezer zaken wordt, zonder dat zij een vergunning behoeven aan te vragen, door de autoriteit aangewezen in artikel 2, een vergunning als daar bedoeld uitgereikt.

Artikel

17

[vervallen]

Artikel

18

Deze wet wordt aangehaald als: Wet vestiging bedrijven BES.