Arbeidsveiligheidswet BES

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

4a

Het hoofd of de bestuurder van de onderneming is verplicht aan de ambtenaar bedoeld in artikel 2 lid 2 in het belang van de beveiliging van de arbeid, gelegenheid te geven en hulp te verlenen om monsters te nemen van stoffen of voorwerpen, welke in de onderneming ontstaan, worden verwerkt, vervaardigd, bereid of ten behoeve van de onderneming worden gebruikt.

Artikel

4b

Het hoofd of de bestuurder van de onderneming is verplicht te zorgen, dat in zijn onderneming bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen werktuigen, toestellen, vaten of gereedschappen niet worden vervaardigd, verkocht, verhuurd, afgeleverd of ten verkoop, ter verhuring of ter aflevering dan wel ten gebruik voorhanden worden gehouden, indien deze niet aan bij die algemene maatregel van bestuur gestelde voorschriften voldoen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven met betrekking tot de constructie en de beproeving van bij of krachtens die algemene maatregel van bestuur aangewezen toestellen en vaten, welke gevaar voor ontploffing opleveren.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

8

Artikel

9

Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening wordt het Veiligheidsbesluit I (P.B. 1955, no. 102) geacht te zijn vastgesteld ter uitvoering van artikel 2 dezer landsverordening.