Wet Verdrag Chemische Wapens BES

Hoofdstuk

1

Begripsomschrijving

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    verdrag: het op 13 januari 1993 te Parijs tot stand gekomen Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (Trb. 1993, 162);

  • b.

    minister: de Minister van Economische Zaken;

  • c.

    stoffen: chemische elementen en hun verbindingen, zoals zij voorkomen in hun natuurlijke toestand of bij produktie ontstaan, met inbegrip van additieven die nodig zijn voor het behoud van de stabiliteit van het produkt en de onzuiverheden ten gevolge van het produktieprocédé;

  • d.

    giftige stoffen: stoffen die door hun fysische of chemische inwerking op levensprocessen van mensen en dieren de dood, tijdelijke functie-aantasting of blijvend letsel kunnen veroorzaken;

  • e.

    precursoren: chemische agens die zijn betrokken bij enigerlei stap in de produktie van een giftige stof, ongeacht de wijze van produktie, waartoe mede behoren hoofdbestanddelen van binaire of meerdere bestanddelen bevattende chemische systemen;

  • f.

    chemische wapens:

    • 1.

      giftige stoffen en hun precursoren, uitgezonderd die, bestemd voor ingevolge het verdrag niet verboden doeleinden, zolang de soorten en hoeveelheden met die doeleinden in overeenstemming zijn; en of

    • 2.

      munitie en andere inzetmiddelen, ontworpen om de dood of ander letsel te veroorzaken door de toxische eigenschappen van giftige stoffen, die kunnen vrijkomen als gevolg van het gebruik van zodanige munitie en andere inzetmiddelen; en of

    • 3.

      uitrusting ontworpen voor gebruik dat rechtstreeks verband houdt met het gebruik van munitie en andere inzetmiddelen;

  • g.

    inrichting: een inrichting als bedoeld in Afdeling I, onderdeel 6, van de Verificatiebijlage van het verdrag;

  • h.

    fabriekscomplex fabriek en eenheid: hetgeen daaronder wordt verstaan in Afdeling I, onderdeel 6, van de Verificatiebijlage van het verdrag;

  • i.

    produceren van stoffen: het vormen van stoffen door middel van een chemische reactie;

  • j.

    verwerken van stoffen: het toepassen van een fysisch proces, zoals de formulering, extractie en zuivering, waarbij de stoffen niet worden omgezet in andere stoffen;

  • k.

    verbruiken van stoffen: het omzetten in andere stoffen door middel van een chemische reactie;

  • l.

    invoer en uitvoer: invoer als bedoeld in artikel 1.1. onder s. van de Wet Douane- en Accijnswet BES. Onder uitvoer wordt verstaan het brengen van goederen buiten Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  • m.

    internationale routine-inspectie: een inspectie als bedoeld in artikel VI, derde tot en met vijfde lid, van het verdrag ter verificatie van de naleving daarvan;

  • n.

    internationale uitdagingsinspectie: een inspectie als bedoeld in artikel IX, achtste lid, van het verdrag ter verificatie van de naleving daarvan;

  • o.

    internationaal inspectie-team: inspecteurs en inspectie-assistenten, door de Directeur-Generaal van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens belast met het verrichten van een Internationale routine- of uitdagingsinspectie;

  • p.

    begeleidingsteam: de door de minister tot begeleiding van het internationale inspectieteam aangewezen ambtenaren of andere personen.

Hoofdstuk

2

Chemische wapens en stoffen en inrichtingen voor de produktie daarvan

§

1

Verbodsbepalingen

Artikel

2

Artikel

3

§

2

Kennisgevingen

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Degene die een inrichting als bedoeld in artikel VI, zesde lid, van het verdrag in bedrijf houdt waar stoffen als bedoeld in Afdeling I, onder 4, van de Verificatiebijlage van het Verdrag worden geproduceerd, in hoeveelheden, aangegeven bij algemene maatregel van bestuur, is verplicht aan de Minister de gegevens te verstrekken, die zijn aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Tot de aan te wijzen gegevens behoren de gegevens, bedoeld in de Verificatiebijlage, Afdeling IX, onder 4 tot en met 6, van het verdrag.

Artikel

7

Degene die overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 6 een kennisgeving heeft gedaan, is verplicht de in die artikelen bedoelde gegevens ten minste tot tien jaar na de indiening van de kennisgeving te bewaren.

Artikel

8

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, worden nadere regels gesteld ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 6.

Hoofdstuk

3

Straf- en toezichtsbepalingen

Artikel

9

Artikel

10

Handelen in strijd met de bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 8, 14, eerste lid, of 15, derde lid, gestelde voorschriften is een overtreding en wordt gestraft met, hetzij hechtenis van ten hoogste zes maanden en geldboete van de vierde categorie, hetzij met één van beide straffen.

Artikel

11

[vervallen]

Artikel

12

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn belast de daartoe aangewezen ambtenaren of andere personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.

Artikel

13

Artikel

14

Hoofdstuk

4

Internationale routine- en uitdagingsinspecties

Artikel

15

Artikel

16

Hoofdstuk

5

Overige bepalingen

Hoofdstuk

6

Slotbepalingen

Artikel

18

Deze wet treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

Artikel

19

Deze wet kan worden aangehaald als: Wet Verdrag Chemische Wapens BES.