Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag BES

Titel

I

De justitiële documentatie

§

1

Het registreren van gegevens

Artikel

1

§

2

De strafregisters

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Een strafblad wordt uit het strafregister verwijderd, indien na vernietiging van het gewijsde geen straf of maatregel wordt opgelegd.

Artikel

5

Artikel

6

De termijn, in het voorgaande artikel bedoeld, vangt aan op de dag na die, waarop de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

8a

In geval van tenuitvoerlegging op Bonaire, Sint Eustatius of Saba van een veroordeling, door een andere dan de rechter in het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gewezen, vangt de in artikel 5 bedoelde termijn aan op de dag na die waarop die veroordeling onherroepelijk is geworden. De duur van de termijn wordt bepaald aan de hand van de bij de uitspraak of beslissing, krachtens welke de bovenbedoelde veroordeling op Bonaire, Sint Eustatius en Saba kan worden ten uitvoer gelegd, opgelegde of uitvoerbaar geworden straf of maatregel.

§

3

De strafkaarten

Artikel

9

Alle bij het parket van de officier van justitie binnengekomen processen-verbaal of politiële rapporten betreffende een persoon, worden geregistreerd op een ten name van die persoon gestelde strafkaart.

Artikel

10

Artikel

11

Een strafkaart wordt vernietigd:

  • a.

    indien de daarop geregistreerde strafbare feiten overtredingen zijn en vijf jaren zijn verstreken sedert de datum, waarop de desbetreffende zaken zijn afgedaan, zonder dat een nieuw proces-verbaal of politieel rapport is geregistreerd;

  • b.

    indien de daarop geregistreerde feiten misdrijven zijn, die gestraft zijn met een geldboete van niet meer dan USD 28, terwijl er acht jaren zijn verstreken sinds de dag van het eindvonnis, zonder dat er een nieuw proces-verbaal of politieel rapport is geregistreerd;

  • c.

    indien de verdachte ter zake van de daarop geregistreerde strafbare feiten is vrijgesproken dan wel indien het openbaar ministerie besloten heeft de zaak niet te vervolgen en twee jaren zijn verstreken sedert de datum van het eindvonnis onderscheidenlijk de beslissing tot niet-vervolging;

  • d.

    indien betrokkene is overleden;

  • e.

    indien de geboortedatum van betrokkene tachtig jaar of langer in het verleden ligt.

§

4

Het verstrekken van gegevens uit de justitiële documentatiedienst

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Titel

Ia

Rechten van de betrokkene op kennisneming en verbetering

Artikel

14a

Artikel

14b

Artikel

14c

Artikel

14d

Een mededeling als bedoeld in de artikelen 14a en 14b blijft achterwege voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:

  • a.

    de veiligheid van de staat,

  • b.

    het voorkomen, opsporen en vervolgen van strafbare feiten,

  • c.

    het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b, of

  • d.

    de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

Artikel

14e

Artikel

14g

Artikel

14h

Titel

II

Verklaringen omtrent het gedrag

§

1

Algemeen

Artikel

15

Artikel

16

De afgifte van een verklaring omtrent het gedrag geschiedt door de gezaghebber van het openbaar lichaam waar betrokkene in het bevolkingsregister is opgenomen, dan wel indien hij verblijft buiten Bonaire, Sint Eustatius of Saba, vóór zijn vertrek laatstelijk was opgenomen.

Artikel

17

Artikel

18

§

2

De beoordeling van het verzoek

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

§

3

De beoordeling van het gedrag

Artikel

22

Artikel

23

§

4

Het beroep

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Wordt het klaagschrift gegrond verklaard, dan geeft de gezaghebber binnen drie dagen na ontvangst van de in het voorgaande artikel bedoelde brief de verklaring omtrent het gedrag af.

Titel

III

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

30

In de gevallen ten aanzien waarvan vóór de inwerkingtreding van deze wet voorschriften zijn gegeven over de afgifte of de overlegging van een bewijs van goed gedrag of een verklaring van overeenkomstige strekking, worden deze bewijzen of verklaringen, onder de benaming verklaring omtrent het gedrag, bij uitsluiting door de gezaghebber overeenkomstig de bepalingen van deze wet afgegeven. De bepalingen betreffende deze bewijzen of verklaringen in bedoelde voorschriften blijven buiten toepassing.

Artikel

31

Artikel

32

De verklaring omtrent het gedrag en het in artikel 17 bedoelde formulier zijn vrij van zegel. Onze Minister van Justitie bepaalt het bedrag, dat ten bate van ’s Rijks kas geheven wordt voor de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag.

Artikel

33

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag BES.