Wet identiteitskaarten BES

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.

Artikel

1a

Artikel

2

Artikel

3

De identiteitskaart is ongeldig, indien:

  • a.

    de geldigheidsduur aangegeven op de kaart, welke niet meer dan vijf jaren mag bedragen, is verstreken.

  • b.

    het daarop vermelde niet langer in overeenstemming met de werkelijkheid is;

  • c.

    deze is beschadigd of het daarop vermelde geheel of gedeeltelijk onleesbaar is geworden;

  • d.

    in het daarop vermelde wijzigingen zijn aangebracht.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Overtreding van het bepaalde in de artikelen 1a, eerste lid, 4, 5 en 6 lid 2 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste één maand of geldboete van de eerste categorie.

Artikel

10

Hij, die opzettelijk gebruik maakt van de identiteitskaart van een ander, zich daarbij uitgevende voor de persoon op wie de identiteitskaart betrekking heeft, wordt gestraft hetzij, met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar, hetzij met een geldboete van de tweede categorie, hetzij met beide straffen.

Artikel

11

Artikel

12

De kosten aan de uitvoering van deze wet verbonden komen ten laste van de kas van het openbaar lichaam waar de identiteitskaart is afgegeven.

Artikel

13

Artikel

13a

De identiteitskaarten die in Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn afgegeven voor de inwerkingtreding van deze wet, behouden de geldigheidsduur die daarin is vermeld tot het bij ministeriële regeling te bepalen tijdstip waarop zij moeten worden vervangen door een identiteitskaart van het model dat na de inwerkingtreding van deze wet is vastgesteld.

Artikel

14

Deze wet wordt aangehaald als: Wet identiteitskaarten BES.