Cessantiawet BES

Cessantiawet BES

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze landsverordening wordt verstaan onder:

  • Minister: de Minister van Arbeid en Sociale Zaken;

  • Bank: de Sociale Verzekeringsbank;

  • werkgever: de werkgever, bedoeld in artikel 1613a van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen;

  • werknemer: de arbeider, bedoeld in artikel 1613a van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen, met uitzondering van een persoon werkzaam bij een publiekrechtelijk lichaam alsmede een beambte of leerkracht bij het gesubsidieerd bijzonder onderwijs;

  • cessantia-uitkering: de eenmalige uitkering als bedoeld in artikel 3 lid 1;

  • loon: elke uitkering in welke vorm ook welke de werknemer als vergoeding voor zijn arbeid ten laste van zijn werkgever geniet, alsook ontvangsten van derden, welke van invloed zijn op de voorwaarden der arbeidsovereenkomst, behalve:

    • vergoeding voor het verrichten van overwerk in de zin van de Arbeidsregeling 1952 (P.B. 1958, no. 24);

    • de toeslag op het loon ingevolge artikel 58 van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) en artikel 52 van de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering (P.B. 1965, no. 194);

    • de sociale verzekeringspremies welke ten laste van de werkgever komen;

    • vergoeding boven het normale loon voor het tijdelijk verrichten van andere dan de normale arbeid, waartoe hij ingevolge arbeidsovereenkomst in het bedrijf van zijn werkgever is verplicht;

    • vergoeding, welke bij uitzondering wordt gegeven voor het verrichten van een boven het normale liggende arbeidsprestatie;

  • weekloon: bij een uurloon: de geldswaarde van het loon per uur vermenigvuldigd met het aantal werkuren per week van de betrokken werknemer; bij een dagloon: de geldswaarde van het loon per dag vermenigvuldigd met het aantal werkdagen per week van de betrokken werknemer; bij een maandloon: de geldswaarde van het loon per maand vermenigvuldigd met 12 en gedeeld door 52.

Vaststelling van het weekloon

Artikel

2

Cessantia-uitkering

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Uitvoeringsorgaan

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Beroep

Artikel

9

Tegen een beschikking van de directeur van de Bank met betrekking tot de toekenning of betaalbaarstelling van een cessantia-uitkering als bedoeld in artikel 4, staat voor belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop deze is gegeven, beroep open bij het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen.

Vorderingen en aansprakelijkheid

Artikel

10

Uitvoering en toezicht

Artikel

11

Artikel

12

Ter uitvoering van deze landsverordening kunnen nadere regelen worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel

12a

Artikel

13

Alle ingevolge deze landsverordening opgemaakte of overgelegde stukken, verzoekschriften en beschikkingen zijn vrij van het recht van zegel en van de formaliteit van registratie.

Strafbepalingen

Artikel

14

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

15

Artikel

16

[wijzigt de artikelen 1615j en 1615k van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen]