Besluit van 30 augustus 2010, houdende de vaststelling van regels ter uitwerking van de Pensioenwet BES (Besluit Pensioenwet BES)

Besluit Pensioenwet BES

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 juni 2010, nr. AV/PB/2010/13055, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
De Raad van State gehoord (advies van 15 juli 2010, nr. W.12.10.0262/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 augustus 2010, nr. AV/PB/2010/16654, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Definities

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • uitbesteding door een pensioenuitvoerder: het door een pensioenuitvoerder verlenen van een opdracht aan een derde tot het ten behoeve van die uitvoerder verrichten van werkzaamheden die deel uitmaken van:

    • 1°.

      of voortvloeien uit het uitoefenen van het bedrijf; of

    • 2°.

      de wezenlijke bedrijfsprocessen ter ondersteuning daarvan;

  • wet: Pensioenwet BES.

§

2

Eisen ten aanzien van deskundigheid en betrouwbaarheid

Bepalingen ter uitvoering van artikel 5a, tiende lid, van de wet

Artikel

2

Toets deskundigheid en betrouwbaarheid

Voorafgaand aan de benoeming van een persoon die het beleid van een pensioenfonds gaat bepalen of mede bepalen toetst de Bank de deskundigheid en betrouwbaarheid van die persoon, bedoeld in artikel 5a van de wet.

Artikel

3

Deskundigheid

Artikel

4

Betrouwbaarheid

Artikel

5

Bronnen

Artikel

6

Strafrechtelijke veroordeling

Artikel

7

Vaststelling betrouwbaarheid

De Bank neemt bij de vaststelling, bedoeld in artikel 4, in aanmerking:

  • a.

    het onderlinge verband tussen de aan een antecedent ten grondslag liggende gedraging of gedragingen en de overige omstandigheden van het geval;

  • b.

    de belangen die de wet beoogt te beschermen; en

  • c.

    de overige belangen van het pensioenfonds en de betrokkene.

§

3

Beheerste en integere bedrijfsvoering

Bepalingen ter uitvoering van artikel 5b van de wet

Artikel

8

Beheerste bedrijfsvoering

Een pensioenfonds beschikt over goede administratieve en boekhoudkundige procedures en adequate interne controlemechanismen, stelt beleid op ten aanzien van de beheersing van te lopen risico’s en draagt zorg voor de uitvoering van dat beleid.

Artikel

9

Integriteitrisico

Een pensioenfonds draagt zorg voor een systematische analyse van integriteitrisico’s en stelt aan de hand van deze analyse een integriteitbeleid vast en draagt zorg voor de uitvoering van dat beleid.

Artikel

10

Belangenverstrengeling

Artikel

11

Soliditeit van het pensioenfonds

Een pensioenfonds voert een beleid gericht op het duurzaam beheersen van te lopen financiële risico’s en andere dan financiële risico’s.

Artikel

12

Continuïteitsanalyse

§

4

Parameters

Bepaling ter uitvoering van artikel 5b, 13, 13b, 16a, 16b en 16d van de wet

Artikel

13

Parameters

Vervallen

Artikel

14

Parameters vanaf 2012

Artikel

15

Overgangsbepaling wijziging parameters en lopende herstelplannen

Artikel

16

Overgangsbepaling voor nieuwe herstelplannen

Vervallen

§

5

Technische voorzieningen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 13 van de wet

Artikel

17

Hoogte technische voorzieningen

Artikel

18

Inzenden berekening technische voorzieningen

§

6

Kostendekkende premie

Bepalingen ter uitvoering van artikel 13b van de wet

Artikel

19

Kostendekkende premie

De benodigde premie in verband met de pensioenverplichtingen wordt berekend overeenkomstig artikel 17, waarbij rekening gehouden wordt met:

  • a.

    de opslag die nodig is voor het bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 13c van de wet;

  • b.

    de opslag die nodig is voor de bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorende uitvoeringskosten van het pensioenfonds; en

  • c.

    de premie die actuarieel benodigd is ten behoeve van toeslagverlening indien gekozen is voor financiering op de wijze, bedoeld in artikel 14b, eerste lid, onderdeel a, b of d van de wet.

§

7

Eigen vermogen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 13c van de wet

Artikel

20

Samenstelling eigen vermogen

Artikel

21

Ledenrekeningen

Artikel

22

Achtergestelde leningen

Artikel

23

Vereist eigen vermogen

§

8

Beleggingen en leningen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 14 en 14a van de wet

Artikel

24

Eisen ten aanzien van beleggingen

Artikel

25

Leningen

§

9

Herstelplannen

Bepalingen ter uitvoering van artikel 16a en 16b van de wet

Artikel

26

Langetermijnherstelplan

Artikel

27

Kortetermijnherstelplan

Het kortetermijnherstelplan, bedoeld in artikel 16b van de wet, bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de oorzaak van het niet meer of niet zullen voldoen aan de bij of krachtens artikel 13 van de wet gestelde vereisten ten aanzien de toereikende technische voorzieningen en de dekking daarvan door waarden;

  • b.

    een beschrijving van de voorziene ontwikkeling van de technische voorzieningen en de waarden;

  • c.

    een beschrijving van de concrete maatregelen waardoor de dekking van de technische voorzieningen binnen maximaal drie jaren op het vereiste niveau komt, waarbij rekening wordt gehouden met de verplichtingen van het pensioenfonds; en

  • d.

    uitsluitsel of is voldaan aan de criteria in artikel 16b van de wet.

§

10

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Bepalingen ter uitvoering van artikel 16e van de wet

Artikel

28

Inhoud actuariële en bedrijfstechnische nota

De actuariële en bedrijfstechnische nota, bedoeld in artikel 16e van de wet, bevat in ieder geval een beschrijving van:

  • a.

    de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem, zoals voorgeschreven bij of krachtens artikel 5b van de wet, en van de opzet van de administratieve organisatie en interne controle, bedoeld in artikel 8;

  • b.

    voor zover van toepassing procedures en criteria voor de aansluiting van werkgevers bij het betreffende pensioenfonds en voor het verkrijgen van het deelnemerschap van hun werknemers;

  • c.

    de hoofdlijnen van de uitvoeringsovereenkomst dan wel het uitvoeringsreglement;

  • d.

    de hoofdlijnen van de reeds verworven en nog te verwerven pensioenaanspraken en -rechten die voor de deelnemers, gewezen deelnemers, gepensioneerden of andere aanspraakgerechtigden voortvloeien uit het pensioenreglement;

  • e.

    de uit het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomst dan wel het uitvoeringsreglement voortvloeiende risico’s die in eigen beheer zijn gehouden dan wel zijn herverzekerd of overgedragen;

  • f.

    de financiële opzet;

  • g.

    de financiële sturingsmiddelen; en

  • h.

    de systematiek van de vaststelling van de parameters, zoals die op grond van artikel 16d van de wet worden vastgesteld.

Artikel

29

De financiële opzet

Artikel

30

De financiële sturingsmiddelen

De beschrijving van de financiële sturingsmiddelen, bedoeld in artikel 28, onder g, bevat in ieder geval een beschrijving van de inzetbaarheid van de sturingsmogelijkheden van het pensioenfonds ten aanzien van het premiebeleid, het beleggingsbeleid en het beleid met betrekking tot de aanpassingen van de aanspraken en inzake voorwaardelijke toeslagverlening. Daarbij wordt aangegeven welke effecten met de genoemde sturingsmiddelen worden bereikt.

Artikel

31

Het beleggingsbeleid

De beschrijving van het beleggingsbeleid, bedoeld in artikel 29, onder c, bevat in ieder geval een beschrijving van:

  • a.

    het strategisch beleggingsbeleid, waarin opgenomen een beschrijving van de beleggingsdoelstelling, de samenstelling van de beoogde beleggingsportefeuille alsmede de mate waarin van de beoogde beleggingsportefeuille mag worden afgeweken;

  • b.

    de opzet van de uitvoering van de vermogensbeheeractiviteiten;

  • c.

    de wijze van risicometing en -beheersing, met name van marktrisico’s en kredietrisico’s; en

  • d.

    de opzet van de resultaatsevaluatie met betrekking tot de onderwerpen genoemd onder a, b en c.

Artikel

32

Afwijking in geval van overdracht of herverzekering van risico’s

Voor zover risico’s zijn overgedragen of herverzekerd kunnen de beschrijvingen, bedoeld in de artikelen 30 en 31, beperkt blijven tot een verwijzing naar hetgeen in de ten behoeve van de overdracht of herverzekering afgesloten overeenkomsten is opgenomen.

§

11

Informatieuitwisseling met de Bank

Bepalingen ter uitvoering van artikel 16f van de wet

Artikel

34

Informatieverstrekking door pensioenfondsen aan de Bank

Artikel

35

Staten

Artikel

36

Uitwerking informatieverstrekking door pensioenfondsen

De Bank stelt regels met betrekking tot de te verstrekken gegevens, bedoeld in artikel 34. Deze omvatten uitsluitend:

  • a.

    de modellen waarin de gegevens worden verstrekt;

  • b.

    de reikwijdte en de mate van detaillering van de te verstrekken gegevens; deze omvatten geen uitbreiding of nadere rubricering van de in artikel 34 geduide gegevens;

  • c.

    de waardering van de posten;

  • d.

    de te hanteren valuta en rekeneenheid;

  • e.

    de afronding;

  • f.

    de termijn waarbinnen de gegevens worden verstrekt; deze is niet korter dan noodzakelijk voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van de wet; en

  • g.

    de frequentie waarmee de gegevens worden verstrekt; deze bedraagt minimaal één maal en maximaal vier maal per jaar.

Artikel

37

Verstrekking langs elektronische weg

§

12

Boeteregeling

Bepalingen ter uitvoering van artikel 22a van de wet

Artikel

38

Artikel

39

Draagkracht

Artikel

40

Schade voor derden bij pensioenuitvoerders

§

13

Kostenregeling

Bepalingen ter uitvoering van artikel 24, vierde lid, van de wet

Artikel

41

Kosten

Vervallen

Artikel

42

Vaststelling verschuldigd bedrag

Vervallen

Artikel

43

Verschuldigd bedrag bij gedeelte jaar

Vervallen

Artikel

44

Gegevensverstrekking

Vervallen

Artikel

45

Betaling

Vervallen

Artikel

46

Fusie pensioenuitvoerders

Vervallen

§

14

Uitbesteding

Bepalingen ter uitvoering van artikel 34, tweede lid, van de wet

Artikel

47

Werkzaamheden die niet mogen worden uitbesteed

Een uitvoerder besteedt niet uit:

  • a.

    taken en werkzaamheden van personen die het dagelijks beleid bepalen, daaronder mede verstaan het vaststellen van beleid en het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid;

  • b.

    werkzaamheden waarvan uitbesteding de verantwoordelijkheid van de uitvoerder voor de organisatie en beheersing van bedrijfsprocessen en het toezicht daarop kan ondermijnen;

  • c.

    indien de uitbesteding een belemmering kan vormen voor een adequaat toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde.

Artikel

48

Overeenkomst tot uitbesteding

Artikel

49

Beheersing van de risico’s

§

15

Slotbepalingen

Artikel

50

Inwerkingtreding en werkingsduur

Artikel

51

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Pensioenwet BES.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. P. H. Donner
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A. Th. B. Bijleveld-Schouten
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin