Wet openbare registers BES

Wet openbare registers BES

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

2

Openbare registers voor registergoederen

Titel

1

Algemene bepalingen

Afdeling

1

Omschrijving en vorm van de openbare registers; aantekeningen in de openbare registers, daaronder begrepen doorhalingen van inschrijvingen; vervanging van de inhoud van de openbare registers

Artikel

8

Artikel

9

Afdeling

2

Plaats van inschrijving

Artikel

10

Stukken ter verkrijging van inschrijving van feiten die betrekking hebben op onroerende zaken of de rechten waaraan deze onderworpen zijn, worden aangeboden aan de bewaarder van het openbaar lichaam waarbinnen de onroerende zaken waarop de in te schrijven feiten betrekking hebben, zijn gelegen.

Afdeling

3

Vereisten voor inschrijving en de wijze waarop deze geschiedt

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Na de inschrijving, bedoeld in artikel 12, eerste lid, worden de ter inschrijving aangeboden stukken aan de aanbieder teruggegeven nadat zij door de bewaarder zijn voorzien van een aantekening, vermeldende het kantoor, dag, uur en minuut van aanbieding, alsmede het deel van het desbetreffende register waarin en het nummer waaronder in dat deel de opberging van het afschrift is geschied, dan wel ingeval artikel 11, zevende lid, toepassing heeft gevonden, de verwijzing naar de plaats waaronder de desbetreffende mechanische reproduktie is opgeborgen.

Artikel

14

Afdeling

4

Voorlopige aantekeningen en bewijs van ontvangst

Artikel

15

Artikel

16

Titel

2

Vereisten met betrekking tot in te schrijven stukken

Afdeling

1

Algemene vereisten waaraan in te schrijven stukken moeten voldoen

Artikel

18

Artikel

19

Ingeval het ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft op een bepaald reeds eerder ingeschreven stuk, bevat het een verwijzing naar dit eerdere stuk overeenkomstig door het bestuurscollege daartoe vast te stellen regelen.

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

Vermeldt een ter inschrijving aangeboden stuk niet één of meer der gegevens, in de artikelen 19 tot en met 22 voor een zodanig stuk voorgeschreven, en is het naar zijn aard niet voor aanvulling te dier zake vatbaar, dan wordt de vermelding van de ontbrekende gegevens in een nadere, door degene die de inschrijving verlangt, ondertekende, verklaring alsnog op het stuk gesteld of daaraan gehecht.

Afdeling

2

Vereisten waaraan ter inschrijving aangeboden stukken moeten voldoen in verband met de aard van het in te schrijven feit

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Ter inschrijving van de aanvaarding van een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving of van de verwerping van een nalatenschap wordt een door de griffier getekende verklaring aangeboden die de inhoud weergeeft van de verklaring, krachtens artikel 1055 of 1083 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek BES met betrekking tot deze aanvaarding of verwerping ter griffie afgelegd.

Artikel

29

Ter inschrijving van de afstand van een huwelijksgemeenschap wordt een door de griffier getekend uittreksel uit het huwelijksgoederenregister aangeboden, inhoudende de verklaring betreffende de afstand, die krachtens artikel 104 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES in het huwelijksgoederenregister is ingeschreven.

Artikel

30

Artikel

31

Op de inschrijving van reglementen en andere regelingen die tussen medegerechtigden in registergoederen zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing:

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Ter inschrijving van een verjaring wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring of een authentiek afschrift daarvan aangeboden, inhoudende dat naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt, de verjaring is ingetreden, alsmede

  • a.

    welk registergoed door verjaring is verkregen, dan wel welk beperkt recht op een registergoed is tenietgegaan;

  • b.

    tegen wie de verjaring werkt, indien dit bekend is;

  • c.

    welke feiten tot de verjaring hebben geleid; en

  • d.

    dat de verjaring wordt betwist of niet wordt betwist door degene tegen wie zij werkt, zo dit bekend is.

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Afdeling

3

Vereisten waaraan stukken moeten voldoen, aangeboden ter inschrijving van het instellen van een rechtsvordering, van het indienen van een verzoekschrift, van tegen rechterlijke uitspraken ingestelde rechtsmiddelen of van de waardeloosheid van zodanige inschrijvingen

Artikel

38

Artikel

39

Ter inschrijving van de instelling van een rechtsmiddel tegen een rechterlijke uitspraak, als bedoeld in artikel 38, is dat artikel van overeenkomstige toepassing. Indien het ingestelde rechtsmiddel een beroep in cassatie is, wordt aangeboden een door de griffier van Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Curaçao, Aruba, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba of door de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden getekende verklaring dat beroep in cassatie is ingesteld.

Artikel

40

Ter inschrijving van de waardeloosheid van een overeenkomstig artikel 38 of artikel 39 verkregen inschrijving, kan ook worden aangeboden:

  • a.

    een daartoe strekkende verklaring, afgegeven door een deurwaarder of gemachtigde die optreedt voor de eiser, de verzoeker of degene die het rechtsmiddel heeft ingesteld;

  • b.

    een rechterlijke uitspraak die ertoe strekt dat een zodanige inschrijving waardeloos is.

Afdeling

4

Overige bepalingen betreffende inschrijvingen

Artikel

41

Artikel

42

Op de inschrijving van stukken tot verbetering van onjuistheden en onvolledigheden in ingeschreven stukken, zijn de bepalingen, gegeven bij of krachtens dit hoofdstuk, van overeenkomstige toepassing.

Artikel

43

Indien het ter inschrijving aangeboden stuk waarin het in te schrijven feit is opgenomen, niet voldoet aan de vereisten, gesteld in de artikelen 18 tot en met 42, kan het met ontbrekende gegevens worden aangevuld door een verklaring aan de voet van het stuk, ondertekend door degene die bevoegd is tot het opmaken en ondertekenen van een zodanig stuk, een en ander voor zover de aard van het stuk zich daartegen niet verzet.

Artikel

44

Artikel

45

Titel

3

Inschrijfbaarheid van andere stukken en van verandering van woonplaats

Artikel

46

Artikel

47

Hoofdstuk

3

Verstrekking van inlichtingen uit de openbare registers

Artikel

99

Artikel

100

Artikel

101

Indien de verstrekking van inlichtingen, bedoeld in artikel 99, eerste lid, onroerende zaken en de rechten waaraan deze onderworpen zijn betreft, is daarmee belast de bewaarder.

Artikel

116

Het bestuurscollege stelt regelen vast omtrent de wijze waarop vergissingen, verzuimen of andere onregelmatigheden, begaan door de bewaarder bij de inschrijving van stukken in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a tot en met c, bij het stellen daarin van aantekeningen, daaronder begrepen doorhalingen van inschrijvingen in die registers, bij de boeking van stukken in de registers van voorlopige aantekeningen, of bij de doorhaling van voorlopige aantekeningen, worden hersteld.

Hoofdstuk

4

Vergoedingen

Artikel

117

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

118

Deze wet wordt aangehaald als: Wet openbare registers BES.