Voor zover een belastingplichtige of inhoudingsplichtige op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het tijdstip van transitie rechten en verplichtingen heeft, ingevolge:
-
a.
de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943;
-
b.
de Landsverordening op de loonbelasting 1976;
-
c.
de Landsverordening op de winstbelasting 1940;
-
d.
de Landsverordening omzetbelasting 1999;
-
e.
de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997;
-
f.
de Overdrachtsbelastingverordening;
-
g.
de Successiebelastingverordening 1908;
-
h.
de Landsverordening spaarvermogensheffing;
-
i.
de Zegelverordening 1908;
-
j.
de Gedistilleerdverordening 1908;
-
k.
de Landsverordening accijns op bier 1970;
-
l.
de Landsverordening Accijns van Sigaretten 1970;
-
m.
de Landsverordening van de eerste november 1932 tot heffing van een bijzonder invoerrecht op benzine;
-
n.
de Regeling bijzonder invoerrecht op benzine Bovenwindse Eilanden;
-
o.
de Landsverordening ter bevordering bedrijfsvestiging en hotelbouw;
-
p.
de Landsverordening belastingfaciliteiten industriële ondernemingen;
-
q.
de Landsverordening renovatie hotels;
-
r.
de Landsverordening ter bevordering van grondontwikkeling;
-
s.
de Landsverordening economische zones 2000;
-
t.
de Landsverordening tarief van invoerrechten;
-
u.
de Landsverordening In- en Uitvoer;
-
v.
de Landsverordening uitvoerrecht op delfstoffen;
-
w.
de op de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldende eilandsverordeningen regelende de heffing van opcenten op de aanslagen in de inkomstenbelasting en de winstbelasting;
-
x.
de Registratieverordening 1908;
-
y.
de Landsverordening op de scheepsregistratiebelasting 1987, of
-
z.
de op de in de onderdelen a tot en met y bedoelde verordeningen gebaseerde regelingen,
blijven deze rechten en verplichtingen daarna doorlopen en blijven de onder a tot en met z genoemde verordeningen en regelingen daarna daarop ongewijzigd van toepassing.