Regeling verpakking en etikettering van bestrijdingsmiddelen BES

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

6

Op, aan of bij de verpakking mogen geen aanduidingen en vermeldingen voorkomen, welke een onjuiste of misleidende indruk kunnen wekken omtrent de aard, de samenstelling, de toepassingsmogelijkheden of de schadelijkheid van het bestrijdingsmiddel.

Artikel

7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verpakking en etikettering van bestrijdingsmiddelen BES.

Bijlage

I

behorende bij ‘Regeling verpakking en etikettering van bestrijdingsmiddelen BES’

GEVAARSYMBOLEN.

Gelet op artikel 3, onder a en artikel 3, lid 2, wordt door de Minister, bedoeld in artikel 1 van de Wet voorschriften bestrijdingsmiddelen BES, bepaald welke van de volgende gevaarsymbolen en de daarbij behorende aanduidingen op de verpakking van een bestrijdingsmiddel moeten worden aangebracht:

    • a.

      voor zeer giftige en vergiftige bestrijdingsmiddelen;

      een doodshoofd met gekruiste doodsbeenderen, met als onderschrift ‘Zeer giftige’ onderscheidenlijk ‘Vergiftig’;

    • b.

      voor bestrijdingsmiddelen welke irriterend of schadelijk voor de gezondheid zijn:

      een Andreaskruis, met als onderschrift ‘Irriterend’ onderscheidenlijk ‘Schadelijk’;

    • c.

      voor bijtende bestrijdingsmiddelen:

      de afbeelding van inwerken zuur, met als onderschrift ‘Bijtend’;

    • d.

      voor licht ontvlambare bestrijdingsmiddelen:

      een vlam, met als onderschrift “Licht ontvlambaar”;

    • e.

      voor oxyderende bestrijdingsmiddelen:

      een vlam boven een cirkel met als onderschrift ‘Oxyderend’;

    • f.

      voor explosieve bestrijdingsmiddelen:

      een detonerende bom, met als onderschrift ‘Ontplofbaar’.

Bijgevoegde illustratie geeft een beeld van de gevaarsymbolen.

Bijlage

II

behorende bij ‘Regeling verpakking en etikettering van bestrijdingsmiddelen BES’

AANDUIDING BIJZONDERE GEVAREN.

De in artikel 3, lid 1, sub b, bedoelde aanduidingen van de bijzondere gevaren zijn een of meer van de volgende:

    • a.

      voor zeer giftige bestrijdingsmiddelen:

        • Zeer giftig bij inademing

        • Zeer giftig bij aanraking met de huid

        • Zeer giftig bij opname door de mond.

    • b.

      voor giftige bestrijdingsmiddelen

        • Giftig bij inademing

        • Giftig bij aanraking met de huid

        • Giftig bij opname door de mond.

    • c.

      voor bestrijdingsmiddelen welke schadelijk voor de gezondheid zijn:

        • Schadelijk voor de gezondheid bij inademing

        • Schadelijk voor de gezondheid bij aanraking met de huid

        • Schadelijk voor de gezondheid bij opname door de mond.

    • d.

      voor irriterende bestrijdingsmiddelen:

        • Irriterend voor de ogen

        • Irriterend voor de ademhalingswegen

        • Irriterend voor de huid.

    • e.

      voor bijtende bestrijdingsmiddelen:

        • Veroorzaakt brandwonden

        • Veroorzaakt ernstige brandwonden.

    • f.

      voor licht ontvlambare bestrijdingsmiddelen:

        • Licht ontvlambaar

        • Zeer licht ontvlambaar

        • Vormt licht ontvlambaar gas in contact met water

    • g.

      voor explosieve bestrijdingsmiddelen:

        • Ontploffingsgevaar bij menging met oxyderende stoffen.

Bijlage

III

behorende bij ‘Regeling verpakking en etikettering van bestrijdingsmiddelen BES’

VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN.

De in artikel 3, lid 1, sub c, bedoelde veiligheidsaanbevelingen zijn een of meer van de volgende:

    • a.

      Algemeen:

        • Buiten bereik van kinderen bewaren.

        • Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

        • Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

    • b.

      Voor schadelijke bestrijdingsmiddelen:

        • Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

    • c.

      Voor giftige bestrijdingsmiddelen:

        • Bij ongeval of indien men zich onwel voelt onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

    • d.

      Voor bepaalde bestrijdingsmiddelen overeenkomstig hun bijzondere aard:

        • Stof niet inademen.

        • Gas / rook / damp / spuitnevel niet inademen

        • Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken.

        • Draag geschikte beschermende kleding

        • Draag geschikte handschoenen.

        • Tijdens de ontsmetting/bespuiting een geschikt ademhalingstoestel dragen.

    • e.

      Bij bijtende bestrijdingsmiddelen:

        • Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel ........ (naderhand aan te geven).

        • Een beschermingsmiddel voor de ogen/voor het gezicht dragen.