Artikel
1
Begripsbepaling regeling
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
land: Curaçao, Sint Maarten of, met betrekking tot de BES, Nederland;
-
b.
BES: De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
-
c.
overnemende land: het land dat ingevolge artikel 2 of 4 de met een bepaalde aanspraak op een uitkering of verzekering corresponderende verplichting overneemt.
-
d.
tijdstip van transitie: het tijdstip waarop artikel I, derde lid, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking treedt;
-
e.
actieve deelnemer: degene die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van transitie overheidsdienaar is in de zin van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren (P.B. 1997, no. 312).
-
f.
gepensioneerde: degene die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van transitie gepensioneerd overheidsdienaar is in de zin van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren (P.B. 1997, no. 312) of de nagelaten betrekking van deze ambtenaar.
-
g.
gewezen overheidsdienaar: degene die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van transitie gewezen overheidsdienaar is in de zin van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren (P.B. 1997, no. 312).
-
h.
uitkering: een uitkering, verstrekking of tegemoetkoming op grond van:
-
1°.
De pensioenlandsverordening overheidsdienaren ( P.B. 1997, no. 312)
-
2°.
De Duurtetoeslagregeling pensioengerechtigden 1943 (P.B. 1943 no. 77)
-
3°.
De landsverordening verhoging leeftijdsgrens ambtenaren (P.B. 1959 no. 126) in samenhang met artikel VII van de Invoeringslandsverordening rechtspositionele regelingen 1998 (P.B. 1997, no. 313);
-
4°.
De landsverordening verhoging leeftijdsgrens 1996 (P.B. 1995 no 230)
-
5°
De landsverordening Pensioenregeling politieke gezagsdragers (P.B. 2006, no 31) ;
-
6°
De regeling uitkering bij wijze van pensioen. (P.B. 1959, no 126)
-
7°
De werkliedenverordening 1944 (P.B. 1978 no 376)
-
1°.
-
i.
vermogen van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen: het blijkens de eindbalans uit de op te stellen gecontroleerde jaarrekening, per tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van transitie, totale vermogen van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen.
-
j.
Premiereserves = voorziening pensioenverplichting (netto vpv): de contante waarde van de opgebouwde pensioenrechten op basis van reeds verstreken dienstjaren tot aan het tijdstip van transitie. Voorst is in de waardering opgenomen de contante waarde van de toekomstige uitbetalings- en beheerskosten. Bij de berekening van de contante waarde is een rekenrente gehanteerd van 4% en GBM/V 2000–2005 -1-2. De overige actuariële grondslagen en veronderstellingen zijn gelijk de wetenschappelijke balans 2008
-
k.
Werklieden: deelgenoten in het Werkliedenpensioenfonds die een uitkering of een opgebouwd recht hebben op basis van de Werkliedenverodening 1944 (P.B. 1978 no 376)
-
l.
Indien een land de bevoegdheid ter zake van de uitvoering van een uitkering dan wel een hiermee naar aard en strekking overeenkomende voorziening, rechtstreeks opdraagt aan een daartoe aangewezen rechtspersoonlijkheid bezittende uitvoeringsorganisatie, kan die uitvoeringsorganisatie voor de toepassing van deze regeling in de plaats van dat land treden.