Artikel
A
De hoofdstukken I en VIII van de Belastingwet BES zijn van overeenkomstige toepassing op deze wet en de daarop berustende bepalingen.
De hoofdstukken I en VIII van de Belastingwet BES zijn van overeenkomstige toepassing op deze wet en de daarop berustende bepalingen.
Onder de naam «loonbelasting» wordt een belasting van de werknemer of diens inhoudingsplichtige geheven.
Werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in dienstbetrekking staat of van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een vroegere dienstbetrekking van hemzelf of van een ander.
Wie niet op de BES eilanden woont, wordt slechts als werknemer beschouwd voor zover hij:
zijn dienstbetrekking op de BES eilanden vervult, dan wel loon geniet uit een vroeger op de BES eilanden vervulde dienstbetrekking;
in dienstbetrekking staat tot een publiekrechtelijk rechtspersoon naar het op de BES eilanden geldende recht, dan wel uit andere hoofde loon geniet van een zodanige rechtspersoon;
loon geniet uit een bestaande of vroegere functie door hemzelf of door een ander vervuld als bestuurder of commissaris van een op de BES eilanden gevestigd lichaam als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel c, van de Belastingwet BES, ook in geval van beperking van de bevoegdheid tot niet op de BES eilanden gelegen gedeelten van de onderneming van dat lichaam.
Krachtens wettelijk vruchtgenot aan een kind ontleent loon wordt geacht door het kind te zijn genoten.
Als dienstbetrekking wordt beschouwd elke arbeidsverhouding, waarbij een gezagsverhouding bestaat tussen degene die werk opdraagt en degene die het uitvoert.
Onder dienstbetrekking wordt tevens verstaan de arbeidsverhouding van:
de bestuurder of commissaris van een op de BES eilanden gevestigd lichaam als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel c, van de Belastingwet BES;
het kind van 14 jaar of ouder dat werkzaam is in de onderneming van zijn ouder, tenzij die onderneming mede voor zijn rekening wordt gedreven;
personen die niet anders dan op provisiebasis werken;
degene, die als artiest of beroepssportbeoefenaar optreedt en zijn woonplaats niet op de BES eilanden heeft;
degene, wiens functie op een benoeming berust;
degene die, anders dan in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, zich verbindt om persoonlijk een werk van stoffelijke aard uit te voeren tegen een te betalen prijs;
degene die de in onderdeel f bedoelde persoon bij het tot stand brengen van dat werk bijstaat;
degene die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner als bedoeld in artikel 6d, vijfde lid, onderdeel a, een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting BES heeft.
Het tweede lid, onderdelen f en g, vindt geen toepassing indien de in onderdeel f bedoelde verbintenis rechtstreeks is aangegaan met een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden dan wel met het Rijk, Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
Bij algemene maatregel van bestuur, kunnen bedrijfssectoren en -takken worden aangewezen ten aanzien waarvan het tweede lid, onderdelen f en g, niet van toepassing is.
Als loon van de in het tweede lid, onder f, bedoelde uitvoerder wordt aangemerkt het gehele door de aanbesteder verstrekte loon, verminderd met het loon van de hulpen. Deze vermindering is slechts van toepassing voor zover de uitvoerder aan de aanbesteder een door hem en zijn hulpen ondertekende verklaring doet toekomen waaruit het loon van ieder van de hulpen blijkt.
Inhoudingsplichtige is:
degene, tot wie één of meer personen in dienstbetrekking staan;
degene, die aan één of meer personen loon uit vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander verstrekt.
Als degene, tot wie de dienstbetrekking bestaat, wordt beschouwd in de gevallen bedoeld in artikel 3, tweede lid. onder
het lichaam;
de ouder;
degene, van wie provisie genoten wordt;
degene, met wie het optreden is overeengekomen;
degene, te wiens laste de betaling komt;
de aanbesteder;
de aanbesteder;
het lichaam.
Degene tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat wordt geacht aan de werknemer het loon te verstrekken dat deze uit hoofde van zijn dienstbetrekking geniet van een niet-inhoudingsplichtige;
Wie niet op de BES eilanden woont of gevestigd is, wordt slechts als inhoudingsplichtige beschouwd indien hij op de BES eilanden een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger heeft, dan wel op de BES eilanden één of meer personen in dienst heeft en door de Inspecteur als inhoudingsplichtige is aangewezen. Onverminderd het bepaalde in de vorige volzin worden ten aanzien van een niet op de BES eilanden wonende of gevestigde aannemer of onderaannemer als bedoeld in artikel 8.68 van de Belastingwet BES de werkzaamheden ten behoeve van het werk geacht te zijn verricht met behulp van een vaste inrichting op de BES eilanden indien de uitvoering van het werk langer duurt dan 30 dagen. Voor de toepassing van de eerste volzin worden organen of organisatieonderdelen van de Staat der Nederlanden geacht op de BES eilanden inhoudingsplichtig te zijn ten aanzien van personen die deze organen of organisatieonderdelen op de BES eilanden in dienst hebben en ter zake van het loon uit vroegere dienstbetrekking dat deze organen of organisatieonderdelen verstrekken.
Diplomatieke, consulaire en andere vertegenwoordigers van vreemde mogendheden en hun toegevoegde ambtenaren, alsmede door Onze Minister aan te wijzen internationale organisaties en vertegenwoordigers en functionarissen daarvan, worden niet als inhoudingsplichtigen beschouwd. De consulaire vertegenwoordiger is evenwel inhoudingsplichtig, indien en voor zover hij naast het consulaire ambt een bedrijf of beroep uitoefent.
Ter vergemakkelijking van de heffing van de inkomstenbelasting kunnen bij algemene maatregel van bestuur, regels worden gegeven ingevolge welke loonbelasting mede wordt geheven van natuurlijke personen die:
termijnen van lijfrente of andere periodieke uitkeringen of verstrekkingen genieten;
uitkeringen genieten ter vervanging van gederfde of te derven periodieke uitkeringen.
Loon is al hetgeen onder welke naam of vorm ook uit een bestaande of vroegere dienstbetrekking wordt verkregen.
Tot het loon behoren aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen, waaronder rechten van werknemers op een of meer uitkeringen uit een spaar- en voorzieningsfonds.
Tot het loon behoren uitkeringen en verstrekkingen ingevolge een tot het loon behorende aanspraak voor zover de aanspraak in afwijking van hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald, bij de bepaling van de verschuldigde belasting niet als loon in aanmerking is genomen.
Degene, tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat, wordt geacht de uitkeringen van ongevallengelden en ziekengelden ingevolge de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet ziekteverzekering BES, welke door zijn tussenkomst worden uitbetaald, als loon uit de dienstbetrekking te verstrekken.
Tot het loon behoren niet:
aanspraken ingevolge de Wet ziekteverzekering BES, de Wet ongevallenverzekering BES en de Cessantiawet BES;
aanspraken die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken als bedoeld in onderdeel a;
aanspraken ingevolge een pensioenregeling;
aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval;
eenmalige uitkeringen en verstrekkingen ter zake van het overlijden van de werknemer voor zover deze uitkeringen en verstrekkingen driemaal het loon over een maand niet overtreffen, alsmede aanspraken op de hiervoor bedoelde uitkeringen en verstrekkingen;
de door de werkgever ten behoeve van de werknemer gemaakte kosten in verband met geneeskundige behandeling en verpleging, alsmede de aanspraken van de werknemer op vrije geneeskundige behandeling en verpleging en op tegemoetkoming in ziektekosten;
vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van kosten tot verwerving van het loon, behoudens ter zake van:
posten als bedoeld in artikel 9c, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting BES, met uitzondering van onderdeel h daarvan;
vervoerskosten als bedoeld in artikel 9c, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting BES voor zover meer wordt vergoed dan de aldaar genoemde prijs per kilometer;
vaste vergoedingen voor zover niet is voldaan aan door Onze Minister nader te stellen regels;
uitkeringen en verstrekkingen tot vergoeding van door de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking geleden schade aan of verlies van persoonlijke goederen;
uitkeringen tot dekking van op de werknemer drukkende kosten van zijn opleiding of studie voor een beroep, alsmede verstrekkingen met betrekking tot zodanige opleiding of studie;
bedragen die worden ingehouden:
als bijdrage ingevolge een pensioenregeling;
als bijdrage voor aanspraken die ingevolge de onderdelen b en d niet tot het loon behoren.
Onder pensioenregeling wordt verstaan een regeling die uitsluitend:
ten doel heeft de verzorging van werknemers en gewezen werknemers bij invaliditeit of ouderdom en de verzorging van hun echtgenoten en gewezen echtgenoten en van hun kinderen en pleegkinderen die de leeftijd van 27 jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd zijn geweest; en
een pensioen inhoudt dat niet uitgaat boven hetgeen naar maatschappelijke opvattingen, mede in verband met diensttijd en genoten beloningen redelijk moet worden geacht en waarvan het lichaam dat als verzekeraar van een pensioen optreedt de pensioenverplichting rekent tot het binnenlandse ondernemingsvermogen.
Onze Minister is bevoegd om:
nadere regels te geven ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b;
onder door hem te stellen voorwaarden, bepaalde regelingen of groepen van regelingen die afwijken van het in het eerste lid bepaalde, als pensioenregeling in de zin van dit artikel aan te wijzen.
Ingeval van een gebeurtenis als hierna bedoeld, wordt op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip de aanspraak aangemerkt als loon uit een vroegere dienstbetrekking van de werknemer of de gewezen werknemer dan wel, indien deze is overleden, van de gerechtigde tot de aanspraak:
een aanspraak ingevolge een pensioenregeling is niet langer als zodanig aan te merken;
een aanspraak ingevolge een pensioenregeling wordt afgekocht of vervreemd dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid;
een op de BES eilanden gevestigd lichaam dat als verzekeraar van een pensioen optreedt, houdt op op de BES eilanden te zijn gevestigd dan wel rekent de pensioenverplichting niet langer geheel tot het binnenlandse ondernemingsvermogen;
een aanspraak ingevolge een pensioenregeling wordt prijsgegeven, behoudens voor zover de aanspraak niet voor verwezenlijking vatbaar is.
Ingeval een verplichting ingevolge een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk overgaat op een andere verzekeraar wordt de aanspraak ingevolge die regeling geacht te worden afgekocht. De eerste volzin is niet van toepassing voor zover deze verplichting geheel of gedeeltelijk overgaat naar een op de BES eilanden gevestigde verzekeraar die de pensioenverplichting rekent tot zijn binnenlands ondernemingsvermogen.
Niet in geld genoten loon wordt in aanmerking genomen naar de waarde welke daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend met dien verstande dat voor zover de verwerving van het loon het gebruik of verbruik daarvan meebrengt, de waarde wordt gesteld op ten hoogste het bedrag van de besparing.
De ingevolge het eerste lid in aanmerking te nemen waarde wordt verminderd met het bedrag dat de werknemer ter zake in rekening wordt gebracht, met dien verstande dat de aldus verminderde waarde ten minste op nihil wordt gesteld.
In afwijking van het eerste en tweede lid wordt, ingeval aan een werknemer in verband met het verrichten van arbeid een bestelauto of een personenauto ter beschikking is gesteld, tot de inkomsten uit arbeid gerekend ten minste het bedrag waarmee 15% van de nieuwwaarde, met inbegrip van de algemene bestedingsbelasting en de invoerrechten, van de bestelauto of personenauto de vergoeding die de werknemer ter zake van het gebruik, anders dan ten behoeve van het verrichten van arbeid, verschuldigd is, te boven gaat, tenzij de werknemer doet blijken dat die auto niet voor privédoeleinden, waaronder woon-werkverkeer, wordt gebruikt. Voor de toepassing van dit lid en de daarop berustende bepalingen wordt een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor vervoer van goederen niet als bestelauto aangemerkt.
Voor de toepassing van dit artikel wordt met betrekking tot de personenauto, onderscheidenlijk de bestelauto, die voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Belastingwet BES in het kentekenregister is geregistreerd onder algemene bestedingsbelasting mede verstaan: omzetbelasting en invoerheffingen.
Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, wordt het in het kalenderjaar van dat lichaam genoten loon ten minste gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
90% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van het lichaam of met het lichaam verbonden lichamen, met dien verstande dat indien tot het lichaam of met het lichaam verbonden lichamen geen andere werknemers dan de werknemer in dienstbetrekking staan, dit loon wordt gesteld op 90% van de netto-omzet van het lichaam;
tweemaal de belastingvrije som, bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting BES.
Indien de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat het hoogste bedrag, bedoeld in het eerste lid, hoger is dan 90% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, wordt het loon in afwijking van het eerste lid gesteld op 90% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking met dien verstande dat het loon ten minste wordt gesteld op het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, of, indien het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan dat bedrag, op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b:
wordt onder netto-omzet verstaan: de totale omzet van het lichaam na aftrek van de verschuldigde algemene bestedingsbelasting en alle op deze omzet betrekking hebbende kosten, lasten en afschrijvingen;
worden de partner van de werknemer en de bloed- of aanverwanten van de werknemer tot en met de derde graad niet als werknemer aangemerkt, met dien verstande dat ingeval deze personen loon genieten, dit loon ter bepaling van de netto-omzet als kosten in aanmerking wordt genomen.
In afwijking van het eerste en tweede lid mag het in een kalenderjaar genoten loon in het jaar van oprichting van het lichaam en de drie daaropvolgende kalenderjaren ook worden gesteld op het bedrag van de commerciële winst van het lichaam, doch niet op een lager bedrag dan nihil.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
partner: de echtgenoot, alsmede de ongehuwde meerderjarige persoon waarmee de ongehuwde meerderjarige belastingplichtige een notarieel samenlevingscontract is aangegaan en met wie hij staat ingeschreven op hetzelfde adres in de basisadministratie personen op de BES eilanden of een daarmee naar aard en strekking overeenkomstige basisadministratie buiten de BES eilanden;
aanmerkelijk belang: een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting BES;
meest vergelijkbare dienstbetrekking: de dienstbetrekking die van alle dienstbetrekkingen:
waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt;
die bekend zijn bij de inhoudingsplichtige en de inspecteur;
waarvan het loon bekend is of in redelijkheid geschat kan worden; en
waarvan het loon niet op een ander bedrag is vastgesteld dan in het economische verkeer gebruikelijk is;
het meest vergelijkbaar is met de dienstbetrekking van de werknemer;
met het lichaam verbonden lichaam:
een lichaam waarin de inhoudingsplichtige voor ten minste een derde gedeelte belang heeft;
een lichaam dat voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de inhoudingsplichtige;
een lichaam waarin een derde voor ten minste een derde gedeelte belang heeft, terwijl deze derde tevens voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de inhoudingsplichtige.
De vaste kostenaftrek over een loontijdvak van een jaar bedraagt USD 280, met dien verstande dat de vaste kostenaftrek niet meer bedraagt dan het in het loontijdvak genoten loon.
Indien het loon wordt genoten over een ander loontijdvak dan een jaar, wordt het bedrag, bedoeld in het tweede lid, herleid tot een bedrag voor het toepasselijke loontijdvak. Daarbij wordt een jaar op 260 dagen, een maand op 65/3 dag, een week op 5 dagen en een tijdvak dat korter is dan een halve dag op een halve dag gesteld.
Vervallen
Het bedrag van de verschuldigde belasting over een loontijdvak van een jaar wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 24 en 24A van de Wet inkomstenbelasting BES, met dien verstande dat in afwijking van artikel 24A, eerste lid, geen vermindering plaatsvindt met het zuivere bedrag van de voordelen, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder 3°, en met de opbrengst, bedoeld in artikel 17, eerste lid, aanhef en onderdelen e en f, van die wet.
Indien de werknemer over loontijdvakken die geheel of gedeeltelijk samenvallen loon geniet uit meer dan één dienstbetrekking of vroegere dienstbetrekking dan wel van meer dan één inhoudingsplichtige en dit loon voor de berekening van de belasting niet wordt samengevoegd, kan de werknemer de belastingvrije som en de ouderentoeslag slechts in één dienstbetrekking dan wel tegenover één inhoudingsplichtige geldend maken.
Het bedrag van de belasting over een ander loontijdvak dan een jaar wordt door herleiding bepaald met overeenkomstige toepassing van artikel 6e, vierde lid.
Bij ministeriële regeling kunnen ter nadere uitvoering van deze wet loonbelastingtabellen worden vastgesteld voor loontijdvakken waarvoor Onze Minister dit nodig acht. In deze tabellen:
wordt de belastingvrije som voor de loonbelasting op zodanige wijze verwerkt dat naast het bedrag aan loon het belastingbedrag of belastingpercentage is vermeld;
kan de verwerking van de belastingvrije som geheel of ten dele achterwege worden gelaten;
kan bij de verwerking van de belastingvrije som rekening worden gehouden met algemeen voorkomende beloningen die worden belast volgens een tabel voor bijzondere beloningen als bedoeld in artikel 8b;
kunnen loonklassen en afrondingen worden aangebracht.
De loonbelastingtabellen worden vastgesteld op basis van de daarvoor benodigde gegevens zoals die vermoedelijk zullen luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van de tabellen.
Voor zover de bij vaststelling van de tabellen toegepaste gegevens zodanig afwijken van de gegevens zoals die luiden op het tijdstip van inwerkingtreding dat bij toepassing van laatstbedoelde gegevens andere tabellen zouden zijn vastgesteld, kunnen bij ministeriële regeling nieuwe tabellen worden vastgesteld, ingaande ten hoogste zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding, bedoeld in het derde lid, waarin de in de verstreken loontijdvakken ontstane afwijking zoveel mogelijk in de nog niet verstreken loontijdvakken van het kalenderjaar ongedaan wordt gemaakt.
Tantièmes, gratificaties en ander loon dat in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar wordt toegekend, worden belast volgens de loonbelastingtabel voor bijzondere beloningen die bij ministeriële regeling wordt vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 8a, tweede tot en met vierde lid, met dien verstande dat in deze tabel jaarlonen en belastingpercentages worden opgenomen.
Indien dit niet tot een hoger belastingbedrag leidt mag het loon, bedoeld in het eerste lid, worden beschouwd als een toevoeging aan het loon over het loontijdvak waarin het wordt uitbetaald.
Overwerkloon mag worden belast naar het percentage dat wordt aangewezen door de loonbelastingtabel voor bijzondere beloningen.
Als jaarloon geldt voor de toepassing van dit artikel:
ingeval de werknemer over het gehele voorafgaande kalenderjaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten: het in dat jaar genoten loon;
ingeval de werknemer over een gedeelte van het voorafgaande kalenderjaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten: het tot een jaarloon herleide bedrag van het in dat jaar genoten loon;
in andere gevallen: het tot een jaarloon te herleiden in het kalenderjaar te genieten loon.
In afwijking van de artikelen 5, 8, 8a en 8b bedraagt de belasting het loon vermenigvuldigd met het hoogste in artikel 24a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting BES in kolom IV vermelde percentage ingeval:
de werknemer zijn naam, adres, woonplaats of het aan hem toegekende identificatienummer, bedoeld in artikel 8.86, negende lid, van de Belastingwet BES, niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt;
de werknemer ter zake van de inlichtingen, bedoeld in onderdeel a, onjuiste gegevens heeft verstrekt en de inhoudingsplichtige dit weet of redelijkerwijs moet weten.
Indien de belasting ingevolge de artikelen 12a en 12c in één bedrag met de premies voor de volksverzekeringen en de premie die verschuldigd is ingevolge het Besluit zorgverzekering BES wordt geheven, wordt in afwijking van het eerste lid het bedrag van de verschuldigde belasting tezamen met het bedrag van de verschuldigde premies voor de volksverzekeringen en de premie die verschuldigd is ingevolge het Besluit zorgverzekering BES gesteld op het loon vermenigvuldigd met het hoogste in artikel 24a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting BES in kolom IV vermelde percentage.
In afwijking van het in artikel 8 bepaalde bedraagt de belasting ten aanzien van de niet op de BES eilanden wonende artiest die een overeenkomst van korte duur om als musicus of anderszins als artiest op te treden is aangegaan, 10% van de som van het loon.
Vervallen
Loon wordt geacht te zijn genoten op het tijdstip waarop het:
betaald of verrekend wordt, ter beschikking van de werknemer wordt gesteld of rentedragend wordt, dan wel
vorderbaar en inbaar wordt.
Indien is overeengekomen dat het loon geheel of gedeeltelijk op een ongebruikelijk tijdstip zal worden genoten, wordt daarmee voor de toepassing van het eerste lid geen rekening gehouden.
Voor zover ingevolge artikel 6d het loon hoger is dan het werkelijk genoten loon, wordt het meerdere geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt.
De inhoudingsplichtige is verplicht de belasting in te houden op het tijdstip waarop het loon geacht wordt te zijn genoten.
Overtreft de belasting het van de inhoudingsplichtige genoten loon in geld, dan wordt het ontbrekende geacht te zijn ingehouden op het tijdstip omschreven in artikel 11, tweede lid, met dien verstande dat de inhoudingsplichtige bevoegd is dat ontbrekende te verhalen op de werknemer.
Indien de werknemer ook premieplichtig is voor de algemene ouderdomsverzekering BES en de algemene weduwen- en wezenverzekering BES, geschiedt de heffing van de belasting en de premies voor deze volksverzekeringen in één bedrag dan wel in één percentage, met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de heffing en de invordering van de loonbelasting.
Voor gevallen waarin het eerste lid toepassing vindt, worden, met overeenkomstige toepassing van artikel 8a, tweede tot en met vierde lid, en artikel 8b, eerste lid, bij ministeriële regeling tabellen vastgesteld waarin telkens de belasting en de premies voor de volksverzekeringen in één bedrag dan wel in één percentage worden opgenomen.
Indien ten aanzien van de werknemer ook premieplicht voor de werknemersverzekeringen bestaat, geschiedt de heffing van de premies voor de werknemersverzekeringen gelijktijdig met die van de belasting en geschiedt de afdracht van die premies en de belasting op één aangifte, een en ander met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de heffing en de invordering van de loonbelasting.
Indien de werknemer ook verzekeringsplichtig is in de zin van het Besluit zorgverzekering BES, geschiedt de heffing van de premie die verschuldigd is ingevolge het Besluit zorgverzekering BES gelijktijdig met die van de belasting en geschiedt de afdracht van die premie en de belasting op één aangifte, een en ander met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de heffing en de invordering van de loonbelasting.
Voor zover de belasting en de premies voor de volksverzekeringen, de premies voor de werknemersverzekeringen of de ingevolge het Besluit zorgverzekering BES verschuldigde premie gelijktijdig worden geheven en artikel 8.22, 8.23 of 8.26 van de Belastingwet BES toepassing vindt, wordt dat artikel slechts eenmaal toegepast, met dien verstande dat alsdan voor de toepassing van artikel 8.26, tweede lid, van Belastingwet BES wordt uitgegaan van het gezamenlijk gelijktijdig geheven bedrag.
De inhoudingsplichtige is gehouden volgens bij ministeriële regeling te stellen regels:
een loonadministratie te voeren en daarbij de gegevens te administreren met betrekking tot de door bij ministeriële regeling aan te wijzen uitkeringen en verstrekkingen welke ingevolge artikel 6, vijfde lid, niet tot het loon behoren;
van de werknemer opgave te vragen van gegevens waarvan de kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn;
aan de Inspecteur opgave te verstrekken van het in een kalenderjaar door de werknemer genoten loon, van de ingehouden belasting en van andere gegevens welke van belang kunnen zijn voor de heffing van de inkomstenbelasting;
aan de werknemer opgave te verstrekken van het in een kalenderjaar genoten loon, van de ingehouden belasting en van andere gegevens welke van belang kunnen zijn voor de heffing van de inkomstenbelasting. Bij beëindiging van de dienstbetrekking in de loop van een kalenderjaar moet de verklaring desgevraagd worden gegeven over de tijd, waarin de werknemer in dat kalenderjaar bij hem in dienstbetrekking was. De verklaring wordt binnen tien dagen na het verzoek van de werknemer afgegeven;
aan de inspecteur mededeling te doen omtrent het einde van zijn inhoudingsplicht.
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van de werknemer die niet op de BES eilanden woont en die werkzaamheden verricht of heeft verricht in een geheel buiten de BES eilanden vervulde dienstbetrekking, indien het heffingsrecht over het loon uit die dienstbetrekking op grond van een verdrag of regeling ter voorkoming van dubbele belasting niet aan de BES eilanden is toegewezen en de werknemer niet premieplichtig is voor de volksverzekeringen en de zorgverzekering.
De werknemer is verplicht volgens bij ministeriële regeling te stellen regels:
opgave te verstrekken van gegevens waarvan de kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn;
de inhoudingsplichtige om uitreiking van een loonbelastingverklaring te verzoeken indien zich een wijziging voordoet met betrekking tot de omstandigheden die voor de heffing van belang zijn.
Tot de gegevens, bedoeld in het eerste lid, en in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, wordt mede gerekend het aan de werknemer toegekende identificatienummer, bedoeld in artikel 8.86, negende lid, van de Belastingwet BES.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing ten aanzien van de werknemer die niet op de BES eilanden woont en die werkzaamheden verricht of heeft verricht in een geheel buiten de BES eilanden vervulde dienstbetrekking, indien het heffingsrecht over het loon uit die dienstbetrekking op grond van een verdrag of regeling ter voorkoming van dubbele belasting niet aan de BES eilanden is toegewezen en de werknemer niet premieplichtig is voor de volksverzekeringen en de zorgverzekering.
Eindheffingsbestanddelen zijn bestanddelen van het loon waarover de verschuldigde belasting niet is geheven, in verband waarmee aan de inhoudingsplichtige een naheffingsaanslag wordt opgelegd, behoudens:
voor zover de inhoudingsplichtige verzoekt, onder verstrekking van de daartoe noodzakelijke gegevens, dat loon niet als eindheffingsbestanddeel aan te merken;
voor zover de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking besluit, mede gelet op het aantal werknemers waarop de naheffingsaanslag betrekking heeft, dat loon niet als eindheffingsbestanddeel aan te merken omdat het wel toepassen daarvan zou kunnen leiden tot een zodanig grote afwijking van het belastbare inkomen in de zin van de inkomstenbelasting van een of meer werknemers dat voor hen aanzienlijke voordelen zouden kunnen ontstaan in het kader van de heffing van die belasting, van andere belastingen of in het kader van andere wettelijke regelingen.
In afwijking van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt de belasting over eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 20 geheven van de inhoudingsplichtige.
Met betrekking tot eindheffingsbestanddelen wordt het bedrag van de verschuldigde belasting bepaald aan de hand van het gebruteerde tarief.
Bij de toepassing van het gebruteerde tarief wordt het bedrag van de verschuldigde belasting bepaald aan de hand van de voor het tijdvak waarin het loon is genoten geldende in artikel 24a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting BES opgenomen tabel. Daarbij wordt aangenomen dat de inhoudingsplichtige de belasting en de bij reguliere betaling van het loon verschuldigde premies voor de volksverzekeringen en premie die verschuldigd is ingevolge het Besluit zorgverzekering BES aanstonds voor zijn rekening heeft genomen.
Voor zover aannemelijk is dat de inhoudingsplichtige de belasting, de premies voor de volksverzekeringen en de premie die verschuldigd is ingevolge het Besluit zorgverzekering BES pas later voor zijn rekening heeft genomen, wordt het voordeel dat voor de werknemer ontstaat door toepassing van de eindheffing in de eindheffing betrokken naar de situatie op het moment dat de inhoudingsplichtige de belasting, de premies voor de volksverzekeringen en de premie die verschuldigd is ingevolge het Besluit zorgverzekering BES voor zijn rekening heeft genomen. Het in de eerste zin bedoelde voordeel wordt niet later in de eindheffing betrokken dan op het moment van de naheffing naar de dan geldende situatie.
De volgens dit artikel verschuldigde belasting kan globaal worden vastgesteld, zodanig dat deze redelijkerwijs overeenkomt met de verschuldigde belasting die op de voet van het eerste tot en met derde lid zou zijn bepaald, indien:
een of meer werknemers in hetzelfde loontijdvak of in meerdere loontijdvakken als eindheffingsbestanddelen aan te merken loonvoordelen hebben genoten; en
dat leidt tot een vereenvoudiging van de vaststelling van de verschuldigde belasting.
Voor de toepassing van artikel 21a kunnen bij ministeriële regeling tabellen worden vastgesteld voor het bepalen van het op de eindheffingsbestanddelen toe te passen tarief. Daarbij kunnen de gevolgen van het passeren van tariefschijfgrenzen en maximumpremielonen buiten beschouwing blijven en kunnen voorts de noodzakelijke afrondingen en vereenvoudigingen worden toegepast.
Voor gevallen waarin artikel 12a, eerste lid, of artikel 12c, eerste lid, van toepassing is, kunnen, met overeenkomstige toepassing van artikel 21a, bij ministeriële regeling tabellen worden vastgesteld waarin telkens de belasting en de premies voor de volksverzekeringen, onderscheidenlijk de premie die verschuldigd is ingevolge het Besluit zorgverzekering BES, in één bedrag dan wel in één percentage worden opgenomen.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels ter uitvoering van deze wet worden vastgesteld.
[vervallen]
[vervallen]
Deze wet wordt aangehaald als: Wet loonbelasting BES.
[vervallen]