Deelregeling beurzen en stipendia Fonds Podiumkunsten

Paragraaf

1:

Algemeen

Artikel

1.1

Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bestuur: de raad van bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

  • Fonds Podiumkunsten: de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

  • Nederland: Het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

  • podiumkunstenaar: iemand die artistiek-inhoudelijk actief is in de podiumkunsten en in die hoedanigheid aantoonbaar geïntegreerd is in de professionele podiumkunstpraktijk in Nederland;

  • verzamelinkomen: het bedrag zoals gedefinieerd in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Artikel

1.2

Subsidievormen

Het bestuur kan subsidie verstrekken aan individuen in de vorm van ontwikkelingsbeurzen, werkbeurzen en stipendia.

Artikel

1.3

Beperking

Een individu kan nooit over enige periode tegelijkertijd meerdere subsidies ontvangen op basis van deze regeling.

Artikel

1.4

De aanvraag

Artikel

1.5

Procedure

Artikel

1.6

Subsidieplafond

Artikel

1.7

Verdeling budget

Artikel

1.8

Algemene weigeringsgronden

Het bestuur kan, onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, subsidie weigeren:

  • a)

    als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

  • b)

    als reeds tweemaal eerder voor dezelfde activiteit subsidie is aangevraagd;

  • c)

    als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

  • d)

    als de aanvraag betrekking heeft op een reeds geheel of gedeeltelijk voltooide activiteit;

  • e)

    als de eerste openbare activiteit waarvoor het subsidie (mede) is bestemd plaatsvindt binnen 4 maanden na de uiterste indiendatum;

  • f)

    als aannemelijk is dat de activiteit ook tot stand zal komen als geen subsidie wordt verstrekt.

Paragraaf

2:

Ontwikkelingsbeurzen

Artikel

2.1

Doel

Het bestuur verstrekt ontwikkelingsbeurzen aan individuen om bij te dragen aan de verdieping van hun vakmatige of artistiek-inhoudelijke kennis of vaardigheden en zo de kwaliteit en verscheidenheid in de podiumkunsten in Nederland te stimuleren.

Artikel

2.2

Aanvrager

Artikel

2.3

Vereisten

Artikel

2.4

Beoordeling

Artikel

2.5

Hoogte ontwikkelingsbeurs

Het bestuur kan richtlijnen vaststellen aan de hand waarvan de hoogte van de ontwikkelingsbeurs wordt bepaald.

Paragraaf

3:

Werkbeurzen theatertekst

Artikel

3.1

Doel

Het bestuur verstrekt werkbeurzen theatertekst om bij te dragen aan de artistieke ontplooiing van auteurs en zo de kwaliteit en verscheidenheid binnen de podiumkunsten te stimuleren.

Artikel

3.2

Aanvrager

Artikel

3.3

Vereisten

Artikel

3.4

Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a)

    kwaliteit van eerdere literaire werken van de aanvrager;

  • b)

    oorspronkelijkheid en zeggingskracht van de te schrijven theatertekst;

  • c)

    mate waarin het voornemen bijdraagt aan concrete verdieping of verbreding in het werk van de aanvrager;

  • d)

    verwachtingen ten aanzien van de speelpotentie van de theatertekst waarvoor de werkbeurs wordt aangevraagd;

  • e)

    mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de diversiteit in het repertoire voor theater.

Artikel

3.5

Hoogte werkbeurs

Het bestuur kan richtlijnen vaststellen aan de hand waarvan de hoogte van de werkbeurs wordt bepaald.

Paragraaf

4:

Werkbeurzen compositie

Artikel

4.1

Doel

Het bestuur verstrekt werkbeurzen compositie om bij te dragen aan de artistieke ontplooiing van componisten en zo de kwaliteit en verscheidenheid binnen de podiumkunsten te stimuleren.

Artikel

4.2

Aanvrager

Artikel

4.3

Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a)

    kwaliteit van eerdere composities van de aanvrager;

  • b)

    mate waarin het plan bijdraagt aan concrete verdieping of verbreding in het werk van de aanvrager;

  • c)

    verwachtingen ten aanzien van de speelpotentie van de composities waarvoor de werkbeurs wordt aangevraagd;

  • d)

    mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de diversiteit in het eigentijdse muziekrepertoire in Nederland.

Artikel

4.4

Hoogte werkbeurs

Een werkbeurs wordt verstrekt voor een periode van 3 of 6 maanden en wordt berekend op basis van een door het bestuur vast te stellen subsidiebedrag per maand.

Paragraaf

5:

Stipendium compositie

Artikel

5.1

Doel

Het bestuur verstrekt stipendia compositie om componisten in staat te stellen gedurende een langere periode te werken aan een of meerdere werken en zo de kwaliteit en verscheidenheid binnen de podiumkunsten te stimuleren.

Artikel

5.2

Aanvrager

Een stipendium compositie kan worden aangevraagd door een podiumkunstenaar die minimaal 8 jaar actief componeert en wiens werk regelmatig wordt uitgevoerd in de Nederlandse muziekpraktijk.

Artikel

5.3

Vereisten

Artikel

5.4

Beoordeling

Aanvragen worden ten opzichte van elkaar afgewogen aan de hand van de volgende criteria:

  • a)

    kwaliteit van eerdere composities van de aanvrager;

  • b)

    mate waarin het plan bijdraagt aan concrete verdieping of verbreding in het werk van de aanvrager;

  • c)

    verwachtingen ten aanzien van de speelpotentie van de composities waarvoor de werkbeurs wordt aangevraagd;

  • d)

    mate waarin het te verwachten resultaat bijdraagt aan de diversiteit in het eigentijdse muziekrepertoire in Nederland.

Artikel

5.5

Hoogte stipendium

Artikel

5.6

Uitbetaling stipendium

Artikel

5.7

Verplichtingen

De ontvanger van een stipendium compositie dient opgaaf te doen van zijn verzamelinkomen zoals dat wordt vastgesteld op basis van de Wet op de loonbelasting over de jaren waarop het stipendium betrekking heeft. Deze opgaaf dient zo spoedig mogelijk na afloop van dat jaar, maar uiterlijk vóór 15 juli van het daar opvolgende jaar te geschieden door indiening van een kopie van de aangifte alsmede een kopie van de definitieve aanslag, zodra deze door de aanvrager ontvangen is.

Paragraaf

6:

Overige bepalingen

Artikel

6.1

Aan het subsidie verbonden verplichtingen

Artikel

6.2

Verantwoording van het subsidie

Artikel

6.3

Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel

6.4

Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

6.5

Intrekking

Artikel

6.6

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling beurzen en stipendia Fonds Podiumkunsten.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+,
namens deze:
G. Lawson, directeur/voorzitter Raad van Bestuur.

Vastgesteld in de vergadering van het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+, d.d. 17 november 2010.