Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 7 januari 2011, nr. 5672140, houdende vaststelling van de organisatie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie)

Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Hoofdstuk

I

Algemeen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ministerie: het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • b.

    minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;

  • c.

    staatssecretaris: de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

  • d.

    departementsleiding: de minister en de staatssecretaris alsmede de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de directeuren-generaal gezamenlijk;

  • e.

    bestuursdepartement: de departementsleiding alsmede de beleids-, staf- en bedrijfsvoeringsonderdelen ter ondersteuning van de departementsleiding;

  • f.

    bestuursraad: de bestuursraad, bedoeld in artikel 3, vierde lid.

Artikel

2

Het ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

  • a.

    de volgende dienstonderdelen, die rechtstreeks ressorteren onder de secretaris-generaal:

    • 1°.

      de directie Wetgeving (DW)

    • 2°.

      de directie Europese en Internationale Aangelegenheden (DEIA)

    • 3°.

      de directie Strategie (DS);

    • 4°.

      het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC);

    • 5°.

      het bureau Secretaris-Generaal (BSG);

    • 6°.

      de directie Voorlichting (DV);

    • 7°.

      de directie Financieel-Economische Zaken (DFEZ);

    • 8°.

      de directie Personeel en Organisatie (DP&O);

    • 9°.

      de directie Informatisering (DI);

    • 10°.

      de Departementale Auditdienst (DAD);

    • 11°.

      de directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement (DBOB);

    • 12°.

      de baten-lastendienst Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT (GDI);

    • 13°.

      de directie Inkoop, Huisvesting en Milieu (DIHM);

    • 14°.

      de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt);

    • 15°.

      de Beleidsacademie;

    • 16°.

      het bureau Adviescollege Verloftoetsing tbs;

  • b.

    het directoraat-generaal Veiligheid (DGV), bestaande uit de volgende dienstonderdelen:

    • 1°.

      het bureau Directeur-Generaal van het directoraat-generaal Veiligheid (BDGV)

    • 2°.

      de afdeling Financiën DGV (FDGV);

    • 3°.

      de directie Veiligheid en Bestuur (VB);

    • 4°.

      de directie Politie en Veiligheidsrego’s (DPV);

    • 5°.

      de directie Nationale veiligheid (DNV)

    • 6°.

      het bureau Korpsbeheer en relatiebeheer agentschappen (KOBRA);

    • 7°.

      de baten-lastendienst Korps landelijke politiediensten (KLPD);

    • 8°.

      het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

    • 9°.

      het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • c.

    het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR), bestaande uit een stafondersteuning en de volgende dienstonderdelen:

    • 1°.

      de directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding (DRC);

    • 2°.

      de directie Rechtsbestel (DRb);

    • 3°.

      de directie Instrumentatie Rechtspleging en Rechtshandhaving (DIRR);

    • 4°.

      de directie Juridische en Operationele Aangelegenheden (DJOA);

    • 5°.

      de baten-lastendienst Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

    • 6°.

      de baten-lastendienst Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB);

  • d.

    het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties (DGPJS), bestaande uit een stafondersteuning en de volgende dienstonderdelen:

    • 1°.

      de directie Sanctie- en Preventiebeleid (DSP);

    • 2°.

      de directie Justitieel Jeugdbeleid (DJJ);

    • 3°.

      de directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken (CBJ);

    • 4°.

      de baten-lastendienst Dienst JUSTIS;

    • 5°.

      de baten-lastendienst Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI);

    • 6°.

      de raad voor de kinderbescherming (RvdK);

    • 7°.

      het bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies;

  • e.

    de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), bestaande uit de volgende dienstonderdelen:

    • 1°.

      het bureau Algemene Zaken;

    • 2°.

      het bureau Communicatie en Voorlichting;

    • 3°.

      de directie Beleid en Strategie (DBS);

    • 4°.

      de directie Regie (DR);

    • 5°.

      de directie Kennis & Analyse (DKA);

    • 6°.

      de directie Beveiliging Burgerluchtvaart (DBB);

    • 7°.

      de eenheid Bewaking en Beveiliging (EBB);

  • f.

    de inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV).

Artikel

3

Hoofdstuk

II

De onder de secretaris-generaal (SG) en de plaatsvervangend secretaris-generaal (pSG) ressorterende dienstonderdelen

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De directie Strategie (DS) is belast met het ondersteunen van de departementsleiding bij het ontwikkelen en vormgeven van ministeriebrede strategie. Dit bewerkstelligt zij in het bijzonder door het uitvoeren van toekomst- en omgevingsgerichte verkenningen en het op basis daarvan signaleren van strategische thema’s alsmede het bevorderen van de doorwerking daarvan, dit in goed samenspel met partners binnen en buiten het ministerie.

Artikel

8

Artikel

9

Het bureau Secretaris-Generaal (BSG) is belast met algemene staftaken en de secretariële, administratieve en organisatorische ondersteuning van de minister, de staatssecretaris, de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal. Het is voorts belast met de protocollaire ondersteuning van de departementsleiding van het ministerie en vervult daarbij een coördinerende rol. Deze taken worden gekenmerkt door een representatief of vertrouwelijk karakter.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

De directie Inkoop, Huisvesting en Milieu (DIHM) is belast met het realiseren van beleid, kaders en richtlijnen op het bedrijfsvoeringterrein van inkoop, huisvesting en milieu.

Artikel

18

Artikel

19

De Beleidsacademie is belast met de ontwikkeling en organisatie van opleidingsprogramma’s ten behoeve van alle beleidsambtenaren van het ministerie.

Artikel

20

Het bureau Adviescollege Verloftoetsing tbs is belast met het ondersteunen van het Adviescollege Verloftoetsing tbs alsmede het ontwikkelen van richtlijnen en andere vormen van methodische aanpak ten behoeve van dat Adviescollege.

Hoofdstuk

III

Directoraat-generaal Veiligheid (DGV)

Artikel

21

Onverminderd artikel 3 is de directeur-generaal Veiligheid verantwoordelijk voor de beleids- en bedrijfsvoering van de binnen het directoraat-generaal Veiligheid ondergebrachte dienstonderdelen.

Artikel

22

Het bureau Directoraat-Generaal van het directoraat-generaal Veiligheid heeft tot taak het ondersteunen van het managementteam van het direcotraat-generaal Veiligheid en de directies bij de uitvoering van de beleids- en beheertaken.

Artikel

23

De afdeling Financiën DGV (FDGV) heeft tot taak het ondersteunen van het managementteam van het directoraat-generaal Veiligheid en de directies bij de uitvoering van de Veiligheidsbegroting.

Artikel

24

De directie Veiligheid en Bestuur (DVB) heeft de volgende taken:

  • a.

    het ontwikkelen van een lange termijn visie op maatschappelijke veiligheidsvraagstukken vanuit bestuurlijk oogpunt;

  • b.

    het bevorderen van fysieke veiligheid.

Artikel

25

De directie Politie en Veiligheidsregio’s (DPV) heeft de volgende taken:

  • a.

    het ontwikkelen van een (langetermijn)visie op de kwaliteit, de inrichting en de ontwikkeling van en de samenhang tussen de veiligheidsorganisaties en de feitelijke inrichting ervan;

  • b.

    het ontwikkelen van beleid op de taakuitvoering en bevoegdheden van de veiligheidsorganisaties;

  • c.

    leveren van een bijdrage aan de besluitvorming over:

    • 1°.

      de landelijke prioriteiten in het werk van de veiligheidsorganisaties;

    • 2°.

      het relatiebeheer van de veiligheidsorganisaties;

    • 3°.

      het beleid op kwaliteit van personeel en materiaal van de veiligheidsorganisaties;

    • 4°.

      het bekostigingsbeleid en monitoring van politie en veiligheidsregio’s;

    • 5°.

      het (financieel) toezicht op de regionale politiekorpsen, zelfstandige bestuursorganen en baten-lastendiensten.

Artikel

26

De directie Nationale Veiligheid (DNV) heeft de volgende taken:

  • a.

    het voorkomen van en prepareren voor dreigingen tegen de nationale veiligheid;

  • b.

    het in dit kader ontwikkelen van een eenheid in visie en optreden tussen de verschillende regio’s en het nationale niveau.

Artikel

27

Het bureau Korpsbeheer en relatiebeheer agentschappen (KOBRA) heeft de volgende taken:

  • a.

    het adviseren en ondersteunen van de directeur-generaal bij de uitvoering van diens taken als gemandateerd beheerder van het Korps landelijke politiediensten, het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba en als beheerder van de Onderzoeksraad voor Veiligheid;

  • b.

    het adviseren en ondersteunen van de functionarissen die op basis van ondermandaat door de directeur-generaal Veiligheid taken als gemandateerd beheerder van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitvoeren;

  • c.

    het faciliteren van het Korps landelijke politiediensten, het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Onderzoeksraad voor Veiligheid in de relatie met de beheerder;

  • c.

    het faciliteren van de beleidsbepaling en kaderstelling ten aanzien van het Korps landelijke politiediensten, korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Onderzoeksraad voor Veiligheid;

  • d.

    het faciliteren van het Korps landelijke politiediensten, het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Onderzoeksraad voor Veiligheid in de relaties met het ministerie.

Hoofdstuk

IV

Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR)

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

De baten-lastendienst Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) heeft tot taak het openbaar ministerie en de departementsleiding te ondersteunen bij hun werkzaamheden ten behoeve van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke en administratieve sancties alsmede met betrekking tot het beheer en de verwerking van gegevens dienaangaande. Het CJIB heeft tevens tot taak door de minister aangewezen andere werkzaamheden te verrichten ter ondersteuning van het Rijk bij de uitvoering zijn taken.

Hoofdstuk

V

Directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties (DGPJS)

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

De baten-lastendienst Dienst JUSTIS is belast met het namens de minister nemen van besluiten en verwerken van informatie ter bevordering van een betrouwbare, veilige en rechtvaardige samenleving in sectoren met kwetsbare belangen.

Artikel

41

De baten-lastendienst Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is belast met het leveren van een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan de zorg van het ministerie toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen.

Artikel

42

De raad voor de kinderbescherming (RvdK) is belast met het waarborgen van het fundamentele recht van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en uitgroei naar volwassenheid. De raad voert de volgende taken uit: beschermingszaken, scheiding en omgang, adoptie en strafzaken.

Artikel

43

Het bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventiese is belast met de bedrijfsvoering en de ondersteuning van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies.

Hoofdstuk

VI

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb)

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

Het bureau Communicatie en Voorlichting is belast met regie op de voorlichting, woordvoering en communicatiestrategie betreffende terrorisme en terrorismebestrijding.

Artikel

47

Artikel

48

De directie Regie (DR) is belast met:

  • a.

    het regisseren van de samenwerking van de verschillende partijen op het terrein van terrorismebestrijding via structurele, procesgerichte regie en tevens incidentele, meer actiegerichte regie;

  • b.

    het realiseren van een hogere samenwerkingsgraad tussen die partijen.

Artikel

49

Artikel

50

Artikel

51

De Eenheid Bewaking en Beveiliging (EBB) is belast met het onderhouden, uitvoeren en vernieuwen van het nationaal stelsel van bewaken en beveiligen, het stelsel van speciale eenheden, het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding en het uitvoeren van de Regeling bijstand bestrijding luchtvaartterrorisme.

Hoofdstuk

VII

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid

Hoofdstuk

VIII

Slotbepalingen

Artikel

53

Bij de hoofden van de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen liggen voor het daarbij werkzame personeel ter inzage:

  • a.

    een exemplaar van deze regeling;

  • b.

    het organisatie- en formatierapport van het betreffende dienstonderdeel.

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Artikel

59

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 14 oktober 2010.

Artikel

60

Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie,I.W.Opstelten