.... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte), statutair gevestigd te ...., mede kantoorhoudende te ...., hierna te noemen: ‘de Bank’;
-
A.
dat artikel 3.3, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van frequentieruimte een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (hierna: ‘de Minister’);
-
B.
dat de Minister met betrekking tot de verlenging van de looptijd van de vergunningen voor landelijke commerciële radio-omroep voor één van de kavels A1, A2, A3, A4, A5, A6 of A9 onder gelijktijdige verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling verlenging en digitalisering landelijke commerciële radio-omroep (hierna: Regeling verlenging en digitalisering) en in de Regeling vaststelling eenmalig bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2011 (hierna: Regeling eenmalig bedrag);
-
C.
dat degene die een aanvraag om verlenging van de looptijd van een FM-vergunning en van een aanvraag om verlening van een vergunning voor digitale radio-omroep indient op grond van artikel 3 van de Regeling verlenging en digitalisering verplicht is bij de indiening daarvan een waarborgsom of een bankgarantie te verstrekken ter grootte van een zesde deel van het bedrag dat of de bedragen die hij verschuldigd is op grond van artikel 2, eerste of tweede lid, van de Regeling eenmalig bedrag;
-
D.
dat voor het geval voor de verlenging en verlening van vergunningen op grond van de Regeling verlenging en digitalisering een eenmalig bedrag verschuldigd is op grond van de Regeling eenmalig bedrag, bij verlening van uitstel van betaling op grond van artikel 4:94 van de Awb jo. artikel 3, tweede lid, van die regeling aan de desbetreffende beschikking de voorschriften worden verbonden dat het verschuldigde bedrag wordt betaald in zes gelijke termijnen die steeds jaarlijks vervallen op 1 september, voor het eerst op 1 september 2011, en dat de verkrijger respectievelijk de houder van de vergunningen een waarborgsom verstrekt of een bankgarantie volgens het model, opgenomen in de bijlage, overlegt ter hoogte van een zesde deel van het verschuldigde bedrag;
-
E.
dat ..... (naam aanvrager/houder van de vergunningen), natuurlijke persoon of rechtspersoon naar ..... (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte) recht, statutair gevestigd te ....., kantoorhoudende te ....., hierna te noemen: ‘de Aanvrager/Houder’,
op grond hiervan is gehouden een waarborgsom te storten of een bankgarantie te doen stellen ter zekerheid van al hetgeen de aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de Vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;
-
F.
dat de Aanvrager de Bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is;