Artikel
1
Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
-
activiteitenplan: het plan van de aanvrager tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van filmactiviteiten niet zijnde een filmproductie;
-
afwerking: het voor bioscoopvertoning gereed maken van een filmproductie na voltooiing van de werkkopie;
-
animatie: een filmproductie die een kunstmatige filmtechniek hanteert waarbij door het na elkaar afspelen van verschillende stilstaande beelden de illusie van beweging ontstaat;
-
arthouse film: een speelfilm waarbij de nadruk op de artistieke potentie ligt en het eindresultaat van een dusdanig bijzondere kwaliteit zal zijn dat de filmproductie nationaal en/of internationaal goed ontvangen zal worden;
-
begroting: de gedetailleerde financiële onderbouwing van de kosten van een filmproductie of filmactiviteit;
-
bestuur: het bestuur van het Fonds;
-
bioscoopuitbreng: de landelijke distributie van een filmproductie, die na de première minimaal drie weken gelijktijdig in drie of meer bioscopen of filmtheaters met een dagelijkse vertoning voor een betalend publiek in Nederland wordt uitgebracht;
-
categorie: een soort filmproductie;
-
coproductie: een filmproductie, waaraan twee of meer coproducenten risicodragend, op basis van een door alle partijen goedgekeurd filmplan en/of scenario een inhoudelijke en financiële bijdrage leveren;
-
documentaire: een non-fictie filmproductie geschikt voor bioscoopvertoning die een aspect van de werkelijkheid belicht waarbij de eigen visie van de regisseur wordt vormgegeven met creatieve gebruikmaking van filmische middelen in een persoonlijke stijl;
-
experimentele film: een filmproductie die naar het oordeel van het bestuur van het Fonds onderzoekend en/of grensverleggend is dan wel projecten met een duidelijk aanwijsbaar filmische component waarin het visueel verhalende en de inzet van nieuwe mediatoepassingen (E-cultuur) samenkomen;
-
financieel & productioneel protocol: waarin specifieke financiële en productionele
-
protocol: vereisten die het Fonds aan filmproducties en filmactiviteiten stelt, zijn opgenomen;
-
filmactiviteit: activiteiten op het gebied van film, concreet in de tijd afgebakend, die niet als filmproductie kunnen worden aangemerkt;
-
filmplan: het plan van de aanvrager tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van activiteiten dat bestaat uit het financieren, voortbrengen en (doen) exploiteren van een filmproductie;
-
filmproductie: een cinematografisch werk;
-
het Fonds: Stichting Nederlands Fonds voor de Film;
-
mainstream film: een speelfilm waarbij de nadruk ligt op de publiekspotentie, dat wil zeggen de grootte van het publieksbereik in samenhang met de beoogde commerciële resultaten;
-
marktpartijen: partijen wier reguliere professionele activiteiten zijn gericht op het distribueren en exploiteren van filmproducties, in de ruimste zin des woords, ofwel partijen die risicodragende investeringen doen;
-
minoritaire coproductie: een in de Nederlandse bioscoop en/of filmtheaters uit te brengen (internationale) filmproductie, waarvoor de Nederlandse producent in beperkte mate beslissingsbevoegd en verantwoordelijk is en waarvoor deze ook minder dan vijftig procent van de financiering van de filmproductie bijeen heeft gebracht;
-
ontwikkeling: alle werkzaamheden verbonden aan de ontwikkeling van een filmproductie tot aan de productie ervan;
-
producent: de natuurlijke persoon die de productiemaatschappij rechtsgeldig vertegenwoordigt en binnen de organisatie van de productiemaatschappij beleidsmatig, bedrijfsmatig en inhoudelijk eindverantwoordelijk is;
-
productiekosten: de kosten gemoeid met de realisering van een filmproductie;
-
realisering: alle werkzaamheden na de fase van ontwikkeling die verbonden zijn aan het tot stand brengen en voor vertoning gereed maken van een filmproductie die bestemd is voor bioscoopuitbreng in Nederland;
-
regisseur: een natuurlijk persoon die de artistieke regie voert over de uitvoering van een filmproductie;
-
scenario: een beschrijving van opeenvolging van scènes en geschreven tekst met dialoog geschikt om te verfilmen tot een filmproductie;
-
scenarist: de schrijver van een synopsis, treatment of scenario;
-
speelfilm: een filmproductie in het genre fictie met een vertoningduur van tenminste 60 minuten, dieprimair bestemd is voor bioscoopuitbreng;
-
storyboard: een opeenvolging van op papier uitgewerkte shots van scènes uit een scenario bestaande uit tekeningen aangevuld met uitgeschreven informatie zoals de personages, het perspectief en een korte beschrijving en de duur van elk shot;
-
synopsis: een korte omschrijving van het verhaal en de belangrijkste personages van het te schrijven scenario;
-
treatment: een per scène of cluster van scènes, geconcentreerd geschreven weergave van het te schrijven scenario, zonder dialogen;
-
uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst tussen het Fonds en de subsidieontvanger ter uitvoering van het besluit tot verlening van een subsidie.