Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister: minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
b.
onderwijsinstelling:
-
1°.
instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, onder 1° en 2°, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die ingevolge artikel 2.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
-
2°.
instelling met een diploma-erkenning als bedoeld in artikel 1.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
3°.
hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
4°.
hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
1°.
-
c.
zorgopleiding:
-
1°.
beroepsopleidende leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel i, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die met een in bijlage 1 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
2°.
beroepsbegeleidende leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel i, van de Wet educatie en beroepsonderwijs die met een in bijlage 2 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
3°.
voltijds of deeltijds opleiding als bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek die met een in bijlage 3 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
4°.
duale opleiding als bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek die met een in bijlage 4 van deze regeling genoemde code wordt vermeld in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
1°.
-
d.
stageplaats:
-
1°.
de praktijkuren van de deelnemer in het kader van de beroepspraktijkvorming, bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, bij een leerbedrijf als bedoeld in artikel 4.1.2, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit WEB voor een zorgopleiding als bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 2°;
-
2°.
de tijdsduur gedurende welke een deelnemer als onderdeel van een zorgopleiding als bedoeld onderdeel c, onder 3° of 4°, ingevolge artikel 7.6, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek een bepaald vak onder leiding in praktijk brengt op grondslag van een overeenkomst, gesloten door de deelnemer, de stageaanbieder en de onderwijsinstelling, waarin ten minste is opgenomen de aanvangsdatum en einddatum van de periode en het aantal te volgen praktijkuren;
-
1°.
-
e.
studiejaar: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daarop volgende jaar voor zover het betreft een zorgopleiding, bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 2°, of tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar voor zover het betreft een zorgopleiding, bedoeld in onderdeel c, onder 3° of 4°;
-
f.
deelnemer: natuurlijke persoon die in het studiejaar bij een onderwijsinstelling ingeschreven staat of heeft gestaan voor een volledige zorgopleiding waarbij, indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1°, blijkens de overeenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de studielast op jaarbasis ten minste 300 uren omvat en indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2°, blijkens de overeenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de studielast van het door de onderwijsinstelling verzorgde onderwijsprogramma op jaarbasis ten minste 300 uren omvat;
-
g.
stageaanbieder:
-
1°.
zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 van de Kwaliteitswet zorginstellingen;
-
2°.
degene die:
-
–
in een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg staat ingeschreven of een beroep uitoefent waarvan de opleiding krachtens artikel 34, eerste lid, van die wet is geregeld of aangewezen,
-
–
zijn beroep uitoefent anders dan in het kader van een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Kwaliteitswet zorginstellingen en
-
–
zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verleent;
-
–
-
3°.
zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet op de jeugdzorg.
-
1°.
-
h.
gerealiseerde stageplaats: het aantal uren tijdens de periode van de stageplaats volgens de overeenkomst, bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of onderdeel d, onder 2°, tot ten hoogste 1280 uren per studiejaar en 40 weken per studiejaar indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2° of 4°, dan wel 1440 uren per studiejaar en 40 weken per studiejaar indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 3°, gedeeld door 1280 indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2° of 4°, dan wel door 1440 indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 3°, en vermenigvuldigd met de periode van de stageplaats tijdens het studiejaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt gedeeld door de volledige periode van de stageplaats, met dien verstande dat uitsluitend acht wordt geslagen op de uren en de periode van de stageplaats die binnen de looptijd van de overeenkomst vallen.