Besluit van 29 augustus 2011 houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken (Bouwbesluit 2012)

Bouwbesluit 2012

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 juli 2011, nr. 2011- 20112000271178, CZW;
Gelet op de artikelen 2, 3, 5, 6 en 120 van de Woningwet en op richtlijn nr. 89/106/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake voor de bouw bestemde producten (PbEG L 40), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 93/68/EEG van de Raad van 22 juli 1993 (PbEG L 220), richtlijn nr. 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PbEG L 101/56), richtlijn nr. 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PbEU L153) en verordening nr. 305/2011/EU van het Europees parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PbEU L88);
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 juli 2011, W04.11.0267/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 augustus 2011, nr. 2011-2000364848, CZW;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

§

1.1

Algemeen

Artikel

1.1

Begripsbepalingen

Artikel

1.2

Aantal personen

Artikel

1.3

Gelijkwaardigheidsbepaling

Artikel

1.4

Gemeenschappelijk en gezamenlijk

§

1.2

Toepassing normen en certificatie- en inspectieschema’s

Artikel

1.5

Toepassing normen en certificatie- en inspectieschema’s

§

1.3

CE-markeringen, markttoezicht en kwaliteitsverklaringen

Artikel

1.6

In de handel brengen

Het is verboden een bouwproduct in de handel te brengen waarvoor overeenkomstig de verordening bouwproducten een geharmoniseerde norm is vastgesteld en de co-existentieperiode met betrekking tot die norm is afgelopen, indien dat product niet is voorzien van de daarop betrekking hebbende CE-markering.

Artikel

1.7

CE-markeringen

Vervallen

Artikel

1.8

Toepassing CE-markering en kwaliteitsverklaringen

Artikel

1.9

Certificatie- en inspectie-instellingen kwaliteitsverklaringen

Artikel

1.10

Verordening bouwproducten

Artikel

1.11

Erkenning kwaliteitsverklaringen

Artikel

1.11a

Verordening (EU) 2019/1020

§

1.4

Bijzondere bepalingen

Artikel

1.12

Verbouw

Artikel

1.12b

Uitzonderingen voor een drijvend bouwwerk

Artikel

1.13

Monumenten

Indien aan een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, dan wel artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo een voorschrift is verbonden dat afwijkt van een bij of krachtens dit besluit vastgesteld voorschrift voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk, is uitsluitend het aan die vergunning verbonden voorschrift van toepassing.

Artikel

1.14

Tijdelijke bouw

Artikel

1.15

Verplaatsing

Artikel

1.15a

Drank- en horeca-inrichting

Indien aan een activiteit op grond van hetgeen is bepaald krachtens de Alcoholwet een voorschrift is verbonden dat strenger is dan een bij of krachtens dit besluit gesteld voorschrift is uitsluitend het aan die activiteit verbonden voorschrift van toepassing.

Artikel

1.15b

(waterkerende bouwwerken)

Afdeling 2.1 is niet van toepassing voor zover de eisen betrekking hebben op de mate van waterkerendheid van het bouwwerk of een onderdeel daarvan.

Artikel

1.16

Zorgplicht

Artikel

1.17

Beschikbaarheid gegevens en bescheiden

Een constructieonderdeel waarvoor volgens de afdelingen 2.2, 2.8 of 2.9 een eis geldt waaraan het constructieonderdeel uitsluitend met een aanvullende behandeling kan blijven voldoen, is voorzien van een geldig door het bevoegd gezag aanvaard document waaruit blijkt dat deze aanvullende behandeling adequaat is toegepast.

§

1.5

Gebruiksmelding

Artikel

1.18

Gebruiksmeldingplicht

Artikel

1.19

Indiening gebruiksmelding

Artikel

1.20

Afhandeling gebruiksmelding

De melder krijgt door of namens het bevoegd gezag een bewijs van ontvangst toegezonden of uitgereikt, waarin de datum van ontvangst is vermeld.

Artikel

1.21

Nadere voorwaarden na gebruiksmelding

Artikel

1.22

Wijzigen nadere voorwaarden gebruiksmelding

§

1.6

Procedure bouwwerkzaamheden

Artikel

1.23

Aanwezigheid bescheiden

Tijdens het bouwen zijn, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig:

  • a.

    vergunning voor het bouwen;

  • b.

    veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7;

  • c.

    afschrift van een besluit ingevolge artikel 13, 13a, of 14 van de wet, dan wel een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, en

  • d.

    overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen.

Artikel

1.24

Het uitzetten van de bebouwingsgrenzen

Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor vergunning is verleend wordt, onverminderd de voorwaarden bij de vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het bevoegd gezag:

  • a.

    de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en

  • b.

    het straatpeil is uitgezet.

Artikel

1.25

Mededeling aanvang en beëindiging bouwwerkzaamheden

§

1.7

Procedure sloopwerkzaamheden

Artikel

1.26

Sloopmelding

Artikel

1.27

Indieningswijze sloopmelding

Artikel

1.28

Afhandeling sloopmelding

De melder krijgt door of namens het bevoegd gezag een bewijs van ontvangst toegezonden of uitgereikt, waarin de datum van ontvangst is vermeld.

Artikel

1.29

Nadere voorwaarden na sloopmelding

Artikel

1.30

Wijzigen nadere voorwaarden sloopmelding

Artikel

1.31

Samenloop sloopmelding en omgevingsvergunning

Vervallen

Artikel

1.32

Aanwezigheid bescheiden

Tijdens het slopen zijn, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig:

Artikel

1.33

Mededeling aanvang en beëindiging sloopwerkzaamheden

§

1.8

Certificering werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties in verband met koolmonoxide

Artikel

1.34

Definities

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde wordt verstaan onder:

Artikel

1.35

Werkzaamheden aan verbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en rookgasafvoervoorzieningen

Artikel

1.36

Certificerende instellingen

Artikel

1.37

Aanwijzing certificatieschema’s

Artikel

1.38

Meldplicht van (bijna-)ongevallen

Indien een certificaathouder bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden constateert dat een gasverbrandingsinstallatie een hogere concentratie koolmonoxide produceert dan een bij ministeriële regeling vastgestelde concentratie en dat deze vrijkomt in een ruimte waar zich personen in kunnen bevinden, meldt hij dit terstond aan de bewoner of gebruiker en eigenaar van het gebouw, het bevoegd gezag en de certificerende instelling.

Artikel

1.39

Informatieverstrekking

Artikel

1.40

Openbaar register

Artikel

1.41

Beeldmerk

§

1.9

Kwaliteitsborging voor het bouwen

§

1.9.1

Bouwwerken die onder het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen vallen

Artikel

1.42

Aanwijzing bouwwerken

Categorieën bouwwerken als bedoeld in artikel 7ab, eerste lid, van de wet zijn bouwwerken:

  • a.

    die vallen onder gevolgklasse 1 als bedoeld in artikel 1.43; en

  • b.

    ten aanzien waarvan een vergunning voor het bouwen is vereist.

Artikel

1.43

Gevolgklasse 1

§

1.9.2

Regels instrumenten voor kwaliteitsborging

Artikel

1.44

Borgingsplan

Artikel

1.45

Geen toestemming toepassing instrument

Artikel

1.46

Onafhankelijkheid kwaliteitsborger

Een instrument voor kwaliteitsborging schrijft voor dat de kwaliteitsborging alleen uitgevoerd wordt door een kwaliteitsborger die niet organisatorisch, financieel of juridisch betrokken is bij het betreffende bouwproject, tenzij deze betrokkenheid alleen voortvloeit uit de overeenkomst tot het uitvoeren van de kwaliteitsborging.

Artikel

1.47

Opleiding, kennis en ervaring kwaliteitsborger

Artikel

1.48

Administratieve organisatie kwaliteitsborger

Artikel

1.49

Informatieverstrekking kwaliteitsborger aan instrumentaanbieder

Artikel

1.50

Informatieverstrekking kwaliteitsborger aan bouwpartijen en bevoegd gezag

Artikel

1.51

Maatregelen instrumentaanbieder

§

1.9.3

Toelatingsprocedure en gegevensverstrekking

Artikel

1.52

Indieningsvereisten

Artikel

1.54

Beoordeling toelating

Artikel

1.55

Registratie instrumentaanbieders

De toelatingsorganisatie neemt binnen twee werkdagen na de datum waarop een beschikking als bedoeld in artikel 7ad, 7ae, 7af of 7ag van de wet is genomen in het register, bedoeld in artikel 7ai, eerste lid, van de wet op:

  • a.

    de datum van de beschikking tot toelating van het instrument, de bedrijfsnaam en de plaats van vestiging van de instrumentaanbieder, en het nummer waaronder hij geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;

  • b.

    de naam van het toegelaten instrument, met vermelding van de gevolgklassen en de typen bouwwerken waarop het instrument is gericht;

  • c.

    de datum van de aan de instrumentaanbieder gegeven waarschuwing, de datum en de termijn van de schorsing of intrekking van de toelating van een instrument met vermelding van de reden voor de waarschuwing, schorsing of intrekking.

Artikel

1.56

Registratie kwaliteitsborgers

Artikel

1.57

Vergoeding behandeling aanvraag en register

§

1.9.4

Overige bepalingen

Artikel

1.58

Verdeelsleutel en doorberekenen toezichtkosten

Hoofdstuk

2

Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid

Afdeling

2.1

Algemene sterkte van de bouwconstructie

§

2.1.1

Nieuwbouw

Artikel

2.1

Aansturingsartikel

Artikel

2.2

Fundamentele belastingscombinaties

Een bouwconstructie bezwijkt gedurende de in NEN-EN 1990 bedoelde ontwerplevensduur niet bij de fundamentele belastingscombinaties als bedoeld in NEN-EN 1990.

Artikel

2.3

Buitengewone belastingscombinaties

Artikel

2.4

Bepalingsmethode

Artikel

2.5

Verbouw

Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de artikelen 2.2 tot en met 2.4 van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in die artikelen aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het niveau zoals aangegeven in NEN 8700.

Artikel