Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 oktober 2011, nr. WJZ/337681 (8299), houdende voorschriften betreffende de verstrekking van subsidie in 2011 en volgende jaren voor de instelling van een haalbaarheidsonderzoek voor de herbestemming van monumenten en voor het treffen van tijdelijke maatregelen ter voorkoming van het verval van monumenten (Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten)

Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

Artikel

2

Reikwijdte

Subsidie kan worden verstrekt ten behoeve van een op grond van de Monumentenwet 1988, een provinciale verordening of een gemeentelijke verordening beschermd monument dan wel ten behoeve van een monument dat niet op grond van een van die regelingen is beschermd.

Artikel

3

Begrotingsvoorbehoud

Hoofdstuk

2

Subsidie voor onderzoek naar herbestemming voor gebouwde monumenten

Paragraaf

2.1

Algemeen

Artikel

4

Begripsbepalingen hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 5;

  • b.

    aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 9.

Artikel

5

Te subsidiëren activiteiten

Artikel

6

Aanvragers

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    eigenaren van een ander monument dan een woonhuis, en

  • b.

    rechtspersonen die belang hebben bij de herbestemming van een ander monument dan een woonhuis.

Artikel

7

Subsidieplafond

Artikel

8

Subsidiebedrag; minimum- en maximumbedrag aan kosten

Paragraaf

2.2

Aanvraag

Artikel

9

Aanvraag en indieningsvereisten

Artikel

10

Indieningstermijn

Paragraaf

2.3

Subsidievaststelling

Artikel

11

Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de verstrekking van een subsidie in elk geval geweigerd, voor zover:

  • a.

    de in de offerte, bedoeld in artikel 9, derde lid, onderdeel b, opgenomen kosten naar het oordeel van de minister niet redelijk zijn,

  • b.

    met betrekking tot de kosten subsidie is verstrekt op grond van een andere rijkssubsidieregeling,

  • c.

    met de werkzaamheden voor een onderzoek is begonnen, voordat de aanvraag is ingediend, of

  • d.

    de rechtspersoon, bedoeld in artikel 6, onderdeel b, naar het oordeel van de minister onvoldoende of geen belang bij de herbestemming van het monument heeft.

Artikel

12

Wijze van verdeling van de beschikbare middelen

De minister verdeelt de beschikbare bedragen, bedoeld in artikel 7, in volgorde van ontvangst van de aanvragen.

Artikel

13

Beschikking tot subsidievaststelling

Paragraaf

2.4

Verplichtingen en verantwoording

Artikel

14

Subsidieverplichtingen

Artikel

15

Desgevraagd verantwoorden

Hoofdstuk

3

Subsidie voor wind- en waterdicht maken van gebouwde monumenten

Paragraaf

3.1

Algemeen

Artikel

16

Begripsbepalingen hoofdstuk 3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 17;

  • b.

    aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 23.

Artikel

17

Te subsidiëren activiteiten

Artikel

18

Aanvragers

Subsidie kan worden aangevraagd door eigenaren van een ander monument dan een woonhuis.

Artikel

19

Subsidieplafond

Voor de subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is voor het tijdvak 1 november 2011 tot en met 31 oktober 2012 en de daaropvolgende subsidietijdvakken telkens een bedrag van € 1,4 miljoen beschikbaar.

Artikel

20

Subsidiabele kosten

Artikel

21

Niet-subsidiabele kosten

Artikel

22

Subsidiebedrag; minimum- en maximumbedrag aan subsidiabele kosten

Paragraaf

3.2

Aanvraag

Artikel

23

Aanvraag en indieningsvereisten

Artikel

24

Indieningstermijn

Artikel 10 is van toepassing.

Paragraaf

3.3

Subsidieverstrekking

Artikel

25

Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de verstrekking van een subsidie in elk geval geweigerd, voor zover:

  • a.

    de in de offerte of begroting, bedoeld in artikel 23, derde lid, onderdeel c, opgenomen kosten naar het oordeel van de minister niet redelijk zijn,

  • b.

    met betrekking tot de subsidiabele kosten subsidie is verstrekt op grond van een andere rijkssubsidieregeling,

  • c.

    voor het monument al eerder subsidie op grond van dit hoofdstuk is verstrekt, en

  • d.

    met het treffen van tijdelijke maatregelen is begonnen, voordat de aanvraag is ingediend.

Artikel

26

Wijze van verdeling van de beschikbare middelen

Artikel 12 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

27

Beschikking op de subsidieaanvraag

Paragraaf

3.4

Bevoorschotting en verplichtingen

Artikel

28

Bevoorschotting

Indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, verstrekt de minister een voorschot van 90 procent van het verleende subsidiebedrag onmiddellijk na de verlening van de subsidie. De minister verstrekt het resterende voorschot onmiddellijk na indiening van de prestatieverklaring, bedoeld in artikel 31, eerste lid.

Artikel

29

Subsidieverplichtingen

Paragraaf

3.5

Subsidievaststelling en verantwoording

Artikel

30

Aanvraag tot subsidievaststelling

Artikel

31

Verantwoording

Artikel

32

Subsidievaststelling

Indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, stelt de minister de subsidie vast binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 30.

Artikel

33

Terugvordering

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

34

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2011.

Artikel

35

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,H.Zijlstra