Besluit van 27 oktober 2011, houdende regels over op afstand uitleesbare meetinrichtingen (Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen)

Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 11 juli 2011, nr. WJZ / 11099592;
Gelet op richtlijn nr. 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad (PbEU L 114), de artikelen 26ad, tweede lid, 95la, eerste en derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en de artikelen 13d, tweede lid, 42a, eerste en derde lid, van de Gaswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 september 2011, nr. WI5.11.0277/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 20 oktober 2011, nr. WJZ / 11144506;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    richtlijn meetinstrumenten: richtlijn nr. 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004, betreffende meetinstrumenten (PbEU 2004, L 135);

  • b.

    elektriciteitsmeter: een kilowattuurmeter als bedoeld in bijlage MI-003 van de richtlijn meetinstrumenten;

  • c.

    gasmeter: een gasmeter als bedoeld in bijlage MI-002 van de richtlijn meetinstrumenten;

  • d.

    communicatieonderdeel: onderdeel van de meetinrichting dat de uitwisseling van gegevens tussen de meetinrichting en de netbeheerder verzorgt;

  • e.

    warmtemeter: een warmtemeter als bedoeld in bijlage MI-004 van de richtlijn meetinstrumenten;

  • f.

    een op afstand uitleesbare meetinrichting voor warmte: het gehele samenstel van apparatuur als bedoeld in artikel 5a dat ten minste bestaat uit een warmtemeter;

  • g.

    meterdienstleverancier: een persoon die zich bezighoudt met de levering van meterdiensten.

Hoofdstuk

2

Verplichting ter beschikking stellen op afstand uitleesbare meetinrichting

Artikel

2

Netbeheerders dragen er zorg voor dat op 31 december 2020 aan alle afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 en artikel 43, eerste lid, Gaswet een meetinrichting ter beschikking is gesteld die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 42a, eerste lid, Gaswet gestelde eisen, tenzij een afnemer blijkens voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a of b, van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 12b, eerste lid, onderdelen a of b, van de Gaswet beschikt over een onbemeten aansluiting.

Hoofdstuk

3

Regels op afstand uitleesbare meetinrichtingen

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

6

Artikel

7

Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden gesteld aan de kwaliteit van meetinrichtingen.

Artikel

8

Artikel

8a

In aanvulling op artikel 2, negende lid, en artikel 6a, tiende lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en artikel 8, veertiende lid, van de Warmtewet bepaalt de netbeheerder voor koude of de leverancier van warmte, rekening houdend met de functie en specifieke kenmerken van het gebouw, of de installatie van een individuele meter om het energieverbruik te meten technisch haalbaar of kostenefficiënt is, onderscheidenlijk installatie van individuele kostenverdelers kostenefficiënt is, aan de hand van:

  • a.

    de complexiteit van het leidingstelsel;

  • b.

    in hoeverre de meting een goede weergave geeft van het eigen verbruik;

  • c.

    in hoeverre de eindgebruiker invloed kan uitoefenen op het warmte- koudegebruik;

  • d.

    in hoeverre de besparing opweegt tegen de kosten van de meting aan de hand van de volgende formule: 0,15 * E * P > K + M

waarbij:

E = het gemiddelde energieverbruik van de laatste drie jaren naar rato verdeeld over het aantal eindgebruikers gecorrigeerd voor de graaddagen;

P = maximumprijs warmtelevering;

K = de gemiddelde jaarlijkse kapitaalkosten berekend op basis van een afschrijvingstermijn van 10 jaar en de discontorente;

M = jaarlijkse kosten van het uitlezen van de meetinrichtingen.

Artikel

9

Hoofdstuk

4

Wijziging van Besluit kostenoverzicht energie

Artikel

10

Wijzigt het Besluit kostenoverzicht energie.

Hoofdstuk

5

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten