Wet van 27 oktober 2011 tot invoering van de verplichting voor scheepseigenaren om een verzekering te hebben voor het schip en hiervan een bewijs aan boord te hebben ter uitvoering van Richtlijn nr. 2009/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende de verzekering van scheepseigenaren tegen maritieme vorderingen (PbEU L 131) (Wet verzekering zeeschepen)

Wet verzekering zeeschepen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op richtlijn 2009/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende de verzekering van scheepseigenaren tegen maritieme vorderingen (PbEU L 131) noodzakelijk is om de verplichting in te voeren voor scheepseigenaren om een verzekering voor het schip te hebben en hiervan een verzekeringsbewijs aan boord van het schip te hebben;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • b.

    bruto-tonnage: maateenheid waarin de totale inhoud van een schip, vastgesteld overeenkomstig het op 23 juni 1969 te Londen totstandgekomen Verdrag betreffende de meting van schepen (Trb. 1970, 122) wordt uitgedrukt;

  • c.

    scheepseigenaar: geregistreerde eigenaar van een zeeschip of enig ander persoon die verantwoordelijk is voor de exploitatie van het schip;

  • d.

    richtlijn: richtlijn 2009/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende de verzekering van scheepseigenaren tegen maritieme vorderingen (PbEU L 131);

  • e.

    Nederlands zeeschip: een zeeschip dat op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd is de Nederlandse vlag te voeren;

  • f.

    buitenlands zeeschip: een zeeschip dat geen Nederlands zeeschip is.

Artikel

2

Deze wet is niet van toepassing op:

  • a.

    zeeschepen met een bruto-tonnage van minder dan 300; en

  • b.

    oorlogsschepen, marinehulpschepen of andere zeeschepen die eigendom zijn of geëxploiteerd worden door een Staat en voor niet-commerciële overheidsdoeleinden worden gebruikt.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, zijn belast de door Onze Minister aangewezen ambtenaren.

Artikel

6

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

7

Wijzigt de Wet havenstaatcontrole.

Artikel

8

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

9

Deze wet wordt aangehaald als: Wet verzekering zeeschepen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten