Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor zover het betreft het onderwijs op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving, de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
-
b.
po: het basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs,
-
c.
vo: het voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs,
-
d.
mbo: het middelbaar beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet Educatie Beroepsonderwijs,
-
e.
(v)so: het (voortgezet) speciaal onderwijs zoals bedoeld in de Wet op de expertisecentra,
-
f.
school: een uit ’s Rijks kas bekostigde basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, een uit ’s Rijks kas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een uit ’s Rijks kas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs en een uit ’s Rijks kas bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 onder b van de Wet educatie beroepsonderwijs, een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8, dan wel een hogeschool als bedoeld in artikel 12.3.9 van de WEB dan wel door rechtsopvolgers,
-
g.
bevoegd gezag: het bevoegd gezag van een school of instelling, als bedoeld in artikel 1 van de WPO, Artikel 1 van de WEC dan wel artikel 1 van de WVO, van een school of het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 1.1. onderdeel w van de WEB, van een instelling,
-
h.
CAOP: Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel;
-
i.
onderzoeker prestatiebeloning: onderzoeker die een experiment begeleidt door het wetenschappelijk onderzoeksdesign aan te reiken, de effectmeting uit te voeren en het eindrapport op te stellen;
-
j.
Wetenschappelijke Begeleidingscommissie: de commissie bedoeld in artikel 15,
-
k.
prestatiebeloning: de extra beloning die afhankelijk wordt gemaakt van de mate waarin een prestatie wordt geleverd;
-
l.
effectmeting: het onderzoek naar de effecten van de prestatiebeloning op de kwaliteit van het onderwijs;
-
m.
experimentgroep: het deel van het personeel binnen de scholen van het aanvragende bevoegd gezag dat gedurende de experimenten de prestatieafhankelijke beloning kan ontvangen en de effectmeting ondergaat;
-
n.
controlegroep: dat deel van het personeel binnen de scholen van het aanvragende bevoegd gezag dat gedurende de experimenten de prestatieafhankelijke beloning niet kan ontvangen en de effectmeting ondergaat identiek aan de effectmeting van de experimentgroep;
-
o.
experimenteerjaar: betreft een schooljaar. Dit loopt van 1 augustus tot en met 31 juli;
-
p.
experimentvariant: de variant van prestatiebeloning waar gedurende de experimenteerperiode door een of meerdere bevoegde gezagsorganen mee wordt geëxperimenteerd;
-
q.
projectplan: het plan voor de uitvoering van een experiment prestatiebeloning dat een bevoegd gezag samen met een onderzoeker prestatiebeloning opstelt en dat de basis vormt van de subsidieaanvraag.