Wet van 11 februari 2012 tot vaststelling van regels omtrent de bijzondere zorgplicht voor veteranen (Veteranenwet)

Veteranenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen dat veteranen het Koninkrijk der Nederlanden als militair hebben gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel door deelname aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde;
dat de erkenning door de Nederlandse samenleving van de verdiensten van veteranen en van de mogelijke gevolgen van de inzet als militair voor hun gezondheid, als ook de waardering die aan veteranen op grond van hun verdiensten toekomt, moeten worden bevorderd;
dat de bijzondere zorg die veteranen en hun relaties in verband met de inzet als militair nodig hebben, moet worden gewaarborgd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Defensie;

  • b.

    militair: de militair ambtenaar in werkelijke dienst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wet ambtenaren defensie, waaronder mede begrepen de met militair beroepspersoneel gelijkgestelde geestelijke verzorgers;

  • c.

    veteraan: de militair, de gewezen militair, of de gewezen dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel van het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen;

  • d.

    inzet: het dienen als militair onder oorlogsomstandigheden dan wel het deelnemen als militair aan een missie als bedoeld onder c;

  • e.

    relatie: de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel en bloed- en aanverwanten in de eerste of tweede graad van de veteraan;

  • f.

    materiële zorg: de aanspraken van de veteraan op grond van een wettelijk voorschrift op bezoldiging dan wel op uitkeringen en voorzieningen in verband met werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of overlijden als gevolg van de uitoefening van de militaire dienst onder de omstandigheden of bij een missie als bedoeld onder c;

  • g.

    persoonsgegevens, verwerking, verwerkingsverantwoordelijke: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4, onderdelen 1, 2 en 7, van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel

2

Erkenning en waardering voor veteranen

Artikel

3

Zorgplicht voor en tijdens inzet

Artikel

4

Zorgplicht na inzet

Artikel

5

Bijzondere zorgplicht voor veteranen

Artikel

6

Afbakening zorg

De zorgplichten, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5, laten de materiële zorg op grond van wettelijke voorschriften in verband met werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en overlijden, op grond van de Wet ambtenaren defensie of de Kaderwet militaire pensioenen en de zorg op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en geestelijke gezondheidszorg onverlet en liggen in het verlengde daarvan.

Artikel

7

Inkomensvoorziening in verband met zorg

Artikel

8

Samenwerking veteranenzorg (veteranenloket en zorgcoördinatie)

Artikel

9

Veteranenregistratiesysteem

Artikel

10

Wetenschappelijk onderzoek

Onze Minister bevordert wetenschappelijk onderzoek naar aandoeningen die gerelateerd kunnen zijn aan de uitoefening van de dienst onder omstandigheden en bij een missie als bedoeld in artikel 1, onder c.

Artikel

13

Voorhang

De voordracht voor een krachtens deze wet vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel

14

Verantwoording

Onze Minister zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na twee jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

15

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Veteranenwet.

Artikel

16

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Defensie, J. S. J. Hillen
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten