Wet van 24 mei 2012, houdende regels met betrekking tot de naleving van Europese regelgeving door publieke entiteiten (Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten)

Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot het toezicht op de naleving van Europese regelgeving door publieke entiteiten en deze in één wet op te nemen met bestaande bepalingen over het toezicht op de besteding van subsidies die ten laste komen van de begroting van de Europese Unie;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

  • a.

    nutsrichtlijn: richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PbEU 2014, L 94);

  • b.

    aanbestedingsrichtlijn: richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PbEU 2014, L 94);

  • c.

    concessierichtlijn: richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PbEU 2014, L 94);

  • d.

    publieke entiteit:

    • 1°.

      een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet zijnde een van Onze Ministers;

    • 2°.

      een overige aanbestedende dienst als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de aanbestedingsrichtlijn, niet zijnde de staat;

    • 3°.

      een overige aanbestedende instantie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de nutsrichtlijn en artikel 7, eerste lid, van de concessierichtlijn, niet zijnde de staat;

    • 4°.

      een instantie die een opdracht als bedoeld in artikel 13 van de aanbestedingsrichtlijn plaatst;

  • e.

    Onze Minister: Onze Minister wie het aangaat;

  • f.

    Europese verdragen: het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie of het Verdrag betreffende de Europese Unie;

  • g.

    Europese subsidie: een aanspraak op financiële middelen van de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Europese Commissie die rechtstreeks of middellijk bestaat op grond van een vastgesteld programma, een verordening, een richtlijn, een beschikking of een besluit, voor zover uit deze aanspraak verplichtingen voortvloeien welke bij of krachtens de Europese verdragen op Nederland rusten.

Artikel

2

Artikel

3

Indien een publieke entiteit verzuimt te voldoen aan een voor haar geldende rechtsplicht die voortvloeit uit een bij of krachtens de Europese verdragen op Nederland rustende verplichting ten aanzien van de rechtmatige en doelmatige besteding van een Europese subsidie of ten aanzien van de wijze van beheer, controle of toezicht met betrekking tot een Europese subsidie, of indien een dergelijk verzuim dreigt te ontstaan, kan Onze Minister die verantwoordelijk is voor het beleidsterrein ten aanzien waarvan de subsidie is verstrekt de publieke entiteit een aanwijzing geven omtrent de rechtmatige en doelmatige aanwending van een door die publieke entiteit ontvangen Europese subsidie of de wijze van beheer, controle of toezicht met betrekking tot die subsidie. In de aanwijzing wordt de termijn vermeld waarbinnen de aanwijzing moet worden opgevolgd.

Artikel

4

Artikel

5

Indien de in de aanwijzing vermelde termijn verstrijkt zonder dat de aanwijzing is opgevolgd, kan Onze Minister die de aanwijzing heeft gegeven er, namens en op kosten van de publieke entiteit, zowel door het verrichten van publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtshandelingen als door het verrichten van feitelijke handelingen in voorzien dat alsnog wordt voldaan aan de rechtsplicht in verband waarmee de aanwijzing, bedoeld in artikel 2, is gegeven of dat alsnog het verzuim, bedoeld in artikel 3, wordt hersteld of voorkomen.

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Artikel

8

Een wijziging van de nutsrichtlijn, de aanbestedingsrichtlijn of de concessierichtlijn gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

9

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

10

Wijzigt de Dienstenwet.

Artikel

12

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

13

Deze wet wordt aangehaald als: Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies
De Minister van Financiën, J. C. de Jager
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten