Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 juni 2012, nr. WJZ/250065 (8243), met betrekking tot de wijze van uitoefening van de bevoegdheid tot het opleggen van financiële sancties bij onderwijsinstellingen (Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen)

Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen

Artikel

1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Artikel

2

Deze beleidsregel regelt de wijze waarop de minister ten aanzien van de bekostigde of gesubsidieerde onderwijsinstellingen gebruik maakt van zijn bevoegdheden, bedoeld in artikel 155 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 133 van de Wet op de expertisecentra, artikel 10.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, artikel 11.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 15.1 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en de artikelen 4:46, 4:48, 4:49, 4:50, 4:56 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De minister neemt een besluit als bedoeld in artikel 4, eerste lid, nadat het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling een redelijke termijn heeft gekregen om de tekortkoming te herstellen.

Artikel

8

De minister kan opschorting of inhouding als bedoeld in de artikelen 4 en 5 achterwege laten of een lager percentage hanteren voor de opschorting of inhouding, indien strikte toepassing van die artikelen zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel

9

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Artikel

10

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,J.M. vanBijsterveldt-Vliegenthart